98
2.2 Laden en behandelen van de batterijen
Bij nieuwe apparaten of bij het in gebruik nemen na een langere bewaarpe-
riode dienen de batterijen van de handset eerst te worden opgeladen.
Plaats hiertoe de handset in de basis / het laadstation.
Door het gebruik van standaard in de handel te verkrijgen batterijen, for-
maat AA (Mignon) is het ook mogelijk om batterijen met een andere capa-
citeit als de meegeleverde te plaatsen. Let erop dat bij het vervangen van
de batterijen altijd deze van dezelfde soort zijn en dezelfde capaciteit heb-
ben (bijv. NiCd of NiMH / 650, 700 of 1200 mAh).
Een speciaal management voor het opladen van batterijen dat tevens reke-
ning houdt met de batterijencapaciteit, zorgt ervoor dat de batterijen opti-
maal worden opgeladen.
Het bijzondere van dit systeem is de ”zelfstudie”. Tijdens de ”leerfase” kan
de batterijweergave in het display niet helemaal precies zijn - laat u hierdoor
niet in de war brengen.
U kunt deze ”leerfase” verkorten: om een grove voorinstelling te maken,
kunt u aan het systeem het gebruikte type batterij invoeren. Hiertoe heeft u
drie verschillende instellingen ter beschikking staan:
auto (-matisch), 1200
(mAh), 700 (mAh). Mocht het door u gebruikte type batterij niet overeen-
komen met een van de beide in te stellen capaciteiten, kiest u de eerst
hogere of
auto. Een beschadiging aan de batterijen is ook bij een verkeerde
instelling uitgesloten(zie hoofdst. 5.1).
Des te minder u de handset na een gesprek in de basis of een laadstation
plaatst, des te sneller kan het systeem de optimale lading van de batterij
bereiken. Is de batterijcapaciteit bijna leeg, dan wordt u dit meegedeeld
door een versneld knipperen van het batterijsymbool in het display en
tevens door een waarschuwingssignaal.
Na het ontladen van de batterijen of het vervangen hiervan begint het hier-
voor vermelde ”leerproces” weer opnieuw.
Let erop dat de batterij een slijtage-onderdeel is, haar capaciteit en de hier-
uit resulterende gebruiksperioden nemen ook bij een optimale behandeling
na verloop van tijd af.
Gooi gebruikte batterijen milieuvriendelijk weg; deze
horen niet bij het huisvuil!
toegestaan om antennes met een hogere antenneversterking aan te sluiten.
Gebruik alleen de speciaal voor de Topas - familie ontwikkelde power
antenne omdat andere kabels of antennes kunnen leiden tot beschadi-
gingen aan uw toestel.
Batterijen plaatsen
Het batterijvakje heeft een afdekplaatje met een
springsluiting. Open het batterijvak aan de ach-
terzijde van de handset door het met ➀ gemar-
keerde gedeelte naar de deksel toe te drukken.
Klap vervolgens de deksel naar boven ➁ en
beweeg deze in de aangegeven richting ➂ (zie
afbeelding). Plaats de batterijen in het apparaat
en sluit het batterijvakje weer. Let hierbij op de
juiste polariteit. Schuif vervolgens de twee uit-
stekende pootjes aan het einde van de deksel
in de uitsparing van de behuizing en duw ver-
volgens de deksel naar beneden totdat deze
hoorbaar vastklikt.
Plaats de handset met het toetsengedeelte naar
voren in het laadstation / basis en wacht enige tijd totdat de batterijen zich
opladen voordat u voor de eerste keer met het toestel gaat telefoneren of u
een instelling wilt programmeren.
• Let erop dat bij het plaatsen van de batterijen dat deze van
hetzelfde type zijn en dezelfde capaciteit hebben. Let tevens
op de juiste polariteit.
• Gebruik de handset nooit met een open batterijvakje!
• Plaats de handset nooit met een open batterijvakje in het
laadstation of de basis!
Aanbevolen eerste stappen
Hoewel uw toestel direct na het aansluiten van de basis en na een korte
oplaadperiode voor de batterijen in de handset al gereed is om te gebrui-
ken, dient u het toestel eerst door het uitvoeren van enkele programmerin-
gen aan te passen aan uw eigen wensen.
• Alarmnummers markeren (zie hoofdst. 5
.11)
• PIN-code wijzigen (zie hoofdst. 5.12)
Indien gewenst kunt u vervolgens:
• Een kosteneenheid voor de gesprekskosten definiëren (zie hoofdst. 5.6.1)