AV
23
nEDErlanDs
Geavanceerde functies,
Geavanceerde functies
Een groot deel van
dat u veel hoeft te doen. U kunt uw
gedeelte worden enkele van de meer geavanceerde aanpassingen beschreven die u kunt uitvoeren.
Audioverwerking en surround-geluid
Audiosignalen kunnen in een reeks van verschillende indelingen worden gecodeerd die niet alleen van
invloed zijn
modus.
Analoge audiosignalen
Analoge audiosignalen bestaan gewoonlijk uit twee kanalen,
verschillende opties voor analoge weergave:
• Stereo:
modus.
uw systeem hierover beschikt).
• 5-kanaals stereo: Als u stereogeluid wilt horen uit alle luidsprekers van het systeem (bijvoorbeeld
tijdens een feestje),
het linkerkanaal afgespeeld via de luidsprekers linksvoor en surround links,
rechterkanaal via de luidsprekers rechtsvoor en surround rechts en een geresumeerd monosignaal
via de middelste luidspreker (en de subwoofer
• Uw A
meerkanaals
de opname.
Logic 7.Een surround-modus selecteren,
Digitale audiosignalen
Digitale audiosignalen bieden grotere flexibiliteit en capaciteit dan analoge signalen en maken het
mogelijk
is betere en verbazingwekkende
van elk kanaal apart wordt overgedragen.
zonder storingen,
Surround-modi
De selectie van de surround-modus is afhankelijk van de indeling van het binnenkomende
audiosignaal en van uw persoonlijke smaak.
de AVR
ingang.
geeft de typen binnenkomende signalen of digitale bitstreams aan waarmee de modus kan worden
gebruikt.
desbetreffende bedrijven:
Controleer bij twijfel het hoesje van uw disc voor meer informatie over welke surround-modi beschikbaar
zijn.
menu,
wordt afgespeeld en op het display een van deze surround-modi wordt weergegeven, zoekt u naar een
sectie voor het instellen van audio of de taal in het menu van de disc.
uitvoer van uw disc-speler is ingesteld op de originele bitstream in plaats van op 2-kanaals PCM. Stop
met afspelen en controleer de uitvoerinstelling van de speler
De kanalen die zijn opgenomen in een standaard 5.1-kanaals opname zijn linksvoor
midden,
aangeduid met ".1" om aan te geven dat het beperkt is tot de lage frequenties.
Voorbeelden
Digital 5.1,
Master
96 (Uw van aparte
achtergrondkanaalinformatie in 6.1-kanaals en 7.1-kanaals opnamen naar het linker en rechter
surround-kanaal van uw systeem.)
Als de
gedetecteerd.
(bijvoorbeeld "3/2/.1").
Het eerste getal geeft het aantal kanalen voor de voorkant in het signaal aan:
opname aan (meestal een ouder programma dat digitaal geremasterd is of, minder vaak,
programma waarbij de regisseur voor mono
linker
kanalen voor de voorkant (links,
Het tweede
informatie
"2" geeft
kanaalsignalen links- en rechtsachter worden aangegeven met een "4",
uitvoert van de achterste surround-kanaalinformatie naar de linker en rechter surround-kanalen.)
Het derde getal wordt gebruikt voor het LFE-kanaal:
dat een LFE-kanaal aanwezig is.
Dolby Digital 2.0-signalen kunnen een Dolby Surround-markering bevatten die DS-ON of DS-OFF
aangeeft,
een meerkanaals programma dat kan worden gedecodeerd door de Dolby Pro Logic-decoder van de
AVR.
Als
44,1 kHz,
Als
gebruikt voor het decoderen van het signaal naar meerdere kanalen.
een andere surround-indeling dan de digitale codering van het native signaal, drukt u op de toets
Surround Een
modus selecteren,
Met de optie
codering van het native signaal, bijvoorbeeld Dolby Digital,
Audio.
Movie op de
Dolby Pro Logic II Movie mode,
2-kanaals programma wordt gemaakt op de
modus,
Game.
Elke surround-moduscategorie is ingesteld op een standaard surround-modus:
•
• Stereo:
• Movie (Film):
• Music (Muziek):
•
U kunt een andere modus selecteren voor elke categorie. Hieronder vindt u de complete
beschikbare surround-modi.
het aantal luidsprekers in uw systeem.)
•
• Stereo:
• Movie (Film):
• Music (Muziek):
•
Nadat u de surround-modus hebt geprogrammeerd voor elk type audio, selecteert u de regel in het
menu Surround Modes (Surround-modi) om de automatische selectie van surround-modi voor de
te negeren.
Raadpleeg
met verschillende bitstreams.
