6 BEDIENINGSORGANEN
Bedieningsorganen
9
Surround Functie: schakel met deze toets
door de afzonderlijke surround functies nadat op
Surround Groep
5
is gedrukt (zie punt
5
hiervoor).
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequen-
tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig-
naal gevonden dan verschijnt
MANUAL
TUNED
of AUTO TUNED in de display
˜
(met de hand afgestemd of automatisch afge-
stemd). Zie pagina 43 voor meer informatie over
afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de DPR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus-
sen AM (= MG) en FM. Zie pagina 43 voor nade-
re informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display
˜
aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de DPR wordt
opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
voor- of achteruit door het overzicht van de voor-
keurzenders te schakelen. Zie pagina 43 voor
nadere informatie.
$
Functie
⁄
: Wordt een instelling gemaakt
met kanaalkeuze
Ù
of digitale bronkeuze
Û
dan kan met deze toets door de beschikbare
opties worden gescrolld.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de
DPR tuner op te roepen. Zie pagina 43 voor
nadere informatie over RDS.
& Vertraging: indrukken om de vertraging
voor de Dolby Surround functies in te stellen. Zie
pagina 27 voor nadere informatie omtrent het
instellen van de vertraging.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti-
sche digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan.
(
In/Uitgang Status: deze LED indicatie licht
gewoonlijk groen op om aan te geven dat de
Video 5 aansluiting
Ô
werkt als een ingang. Zijn
deze geconfigureerd als een uitgang, dan licht de
LED rood op als teken dat zij voor opname kun-
nen worden gebruikt.
Zie pagina 21 voor meer informatie over het als
uitgang configureren van de aansluitingen op de
voorzijde.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aanslui-
ting hebben. Kan ook als uitgang worden
gebruikt om een signaal naar CD-R, MiniDisc of
ander digitaal opnamemedium te voeren. Zie
pagina 21 voor informatie over de configuratie
van de Digital Coax 3 aansluiting.
Ô
Video 5 Ingang/Uitgang: deze audio/video
aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelij-
ke verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers. Kunnen ook geconfigu-
reerd worden als uitgangen (ook S-Video) voor
opname met een audio- of videorecorder. (zie
pagina 38 voor nadere informatie)
Klepje Voorzijde: om het klepje te openen
en toegang te krijgen tot de aansluitingen en de
knopjes achter het klepje drukt u dit aan een
bovenhoek voorzichtig naar beneden en naar u
toe.
Ò
Surround Indicatie: de indicatie geeft de
gekozen functie aan. Denk er aan dat bij het
inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna
in normaal bedrijf alleen de gekozen functie blijft
branden.
Ú
Luidspreker/Kanaal Indicaties: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen-
trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 22
voor nadere informatie over het configureren van
de luidsprekers. De letter in het middelste hokje
geeft een actief kanaal aan. Voor standaard ana-
loge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat
een stereobron aangeeft. Gaat het om een digita-
le bron dan geven de indicaties aan welke kana-
len op de digitale ingang worden ontvangen. Een
knipperende letter geeft een onderbroken digitaal
signaal aan. Zie pagina 37 voor nadere informa-
tie over deze indicaties.
Û
Digitale Ingangskeuze: indrukken om het
kiezen van een digitale bron te starten voor
gebruik met de reeds gekozen ingang. Nadat
deze toets is ingedrukt, kiest u met
¤
/
⁄
7
/
$
de gewenste ingang en vervolgens slaat u deze
met Instellen
@
op in het geheugen. Zie pagi-
na 34 voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een exter-
ne audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 38.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt ver-
draaid.
ˆ
Ingangsindicatie: de indicatie geeft de
gekozen bron aan. Denk er aan dat bij het
inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna
in normaal bedrijf alleen de gekozen bron blijft
branden.
˜
Display: in de display worden aanwijzingen
en indicaties gegeven die u helpen het apparaat
te bedienen.
¯
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.