batterijen of accu’s tot minder
betrouwbare meetresultaten kunnen
leiden. Nooit oude en nieuwe batterijen
of verschillende fabrikaten door elkaar
gebruiken.
Ⅵ
Verwijder de batterijen uit het apparaat
als u het langere tijd niet gebruikt.
Ⅵ
In het belang van het milieu mogen
lege batterijen niet met het gewone
huisvuil worden weggeworpen. Houd
u aan de geldende verwijderingsvoor-
schriften of geef de batterijen af bij
openbare inzamelpunten.
5. Instellen van datum en tijd
Ⅵ
Na het plaatsen van de batterijen komt
u automatisch in de tijdfunctie. In het
display knippert het jaartal. U kunt dit
veranderen met de toetsen M1 (+) en
M2 (–). U slaat het jaartal op door op
de START/STOP-toets te drukken.
Ⅵ
Als tweede wordt de maand opgesla-
gen. Het rechter cijfer in het display
knippert. U stelt de maand in met
dezelfde toetsen als het jaartal. Op
dezelfde manier gaat u te werk om ach-
tereenvolgens dag, uur en minuten in
te stellen. Steeds nadat de batterijen
zijn verwisseld, moeten datum en tijd
opnieuw worden ingesteld.
6. Aanleggen van de polsbloed-
drukmeter
Ⅵ
De meting moet worden uitgevoerd aan
Ⅵ
Bij ernstige hartritmestoornissen (arit-
mie) dienen metingen uitsluitend in
overleg met de arts plaats te vinden.
Als gevolg van de oscillometrische
meetmethode worden in sommige
gevallen verkeerde meetwaarden vast-
gesteld of kan er geen meetresultaat
tot stand komen (Err).
Ⅵ
Bij doorbloedingsstoornissen of ernstige
arteriosclerose is een betrouwbare
bloeddrukmeting aan de pols niet
mogelijk. In dat geval moet aan de
bovenarm worden gemeten.
Ⅵ
Tijdens de zwangerschap is bloed-
drukcontrole buitengewoon belangrijk,
aangezien de bloeddruk door de zwan-
gerschap kan veranderen. Voor de inter-
pretatie van de meetresultaten moet
echter altijd overleg met de arts worden
gepleegd.
3. Controlesignalen en symbolen
Knippert tijdens de meting van
de bloeddruk en de polsslag
Batterijen vervangen
Meetfout, zie hoofdstuk 12
Verschijnt tijdens het oppompen
Verschijnt tijdens de
automatische controle
Nederlands
45
Weergave van de opgeslagen
meetwaarden voor persoon 1
Weergave van de opgeslagen
meetwaarden voor persoon 2
Bescherming tegen elektrische
schok (type BF)
Gebruiksaanwijzing in acht
nemen
4. Stroomvoorziening
Ⅵ
Open het batterijdeksel aan de linker-
kant van het apparaat (zie afb.).
Plaats de batterijen (zie hoofdstuk 13,
technische gegevens). Let daarbij op de
juiste polariteit („+” en „–”). Sluit het
batterijdeksel.
Ⅵ
Wij adviseren het gebruik van hoog-
waardige batterijen, omdat andere
44
1cm
de arm met de hoogste bloeddrukwaar-
de. Doe uw horloge en eventuele arm-
sieraden af.
Ⅵ
Tensoval mobil wordt aan de bin-
nenzijde van de pols aangelegd. De
manchetrand moet op ongeveer 1 cm
afstand van de plooi van de pols
blijven. De manchet zo strak mogelijk
aantrekken (zie afb.) en het klittenband
goed aandrukken.
Ⅵ
De manchet is geschikt voor een pols-
omtrek van 12,5 tot 20,5 cm. Met
behulp van de rode markeringen aan de
manchetrand kunt u de maat controle-
ren. De stip moet daarbij binnen de
markeringsbalk vallen.
Ⅵ
Met behulp van het klittenbandsluitpunt
kunt u het overblijvende mancheteinde
omklappen en vastzetten.