RISK-CLUB RISK ENTERPRISE 3
EXTRA legers krijgt men voor het inleveren van 3 symboolkaarten, en wel:
3 ARTILLERIEKAARTEN - 4 EXTRA LEGERS
3 INFANTERIEKAARTEN - 6 EXTRA LEGERS
3 CAVALERIEKAARTEN - 8 EXTRA LEGERS
1 ARTILLERIE + 1 INFANTERIE
+ 1 CAVALERIEKAART - 10 EXTRA LEGERS
Een jokerkaart mag bij elke combinatie als 3e kaart gebruikt worden (b.v. 2 inf. kaarten + 1 joker of 2 cav.
kaarten + 1 joker of 2 art. kaarten + 1 joker of 2 verschillende kaarten + 1 joker). Een speler mag zelf
bepalen wanneer hij een combinatie van kaarten inwisselt voor extra legers. Hij mag echter niet meer dan
vijf kaarten in zijn bezit hebben. Een speler die dus 5 kaarten heeft, moet een combinatie van 3 kaarten
inwisselen bij zijn volgende beurt.
(Speelmogelijkheid 2)
AANVAL EN VERDEDIGING
Wanneer een speler besluit om zijn speelbeurt te gebruiken voor één of meer aanvallen, dan heeft hij geen
recht op nieuwe legers volgens de verdeling van zijn gebieden. Hij krijgt echter WEL de EXTRA legers
waarop hij eventueel recht heeft, door het bezit van een CONTINENT of het inleveren van 3 symboolkaarten
zoals hierboven beschreven.
Een aanval kan ondernomen worden vanuit een gebied dat meer dan 1 leger bezit. Het gebied dat een
speler wil aanvallen moet altijd grenzen aan het gebied van waaruit de aanval wordt gedaan. De gebieden
die gescheiden zijn door een zee hebben hun verbindingslijn via de stippellijnen. De aanvaller is nu verplicht
om aan te kondigen welk gebied hij wil aanvallen en vanuit welk land. Hierna bepaalt hij de sterkte van zijn
aanval. Deze is altijd minstens 1 leger. B.v. op een gebied staan 2 legers, de aanvaller mag dan maar met 1
leger aanvallen. B.v. op een gebied staan 7 legers, de aanvaller mag dan met max. 6 legers aanvallen. Er
moet altijd minstens 1 leger op het gebied achterblijven. Het aantal legers dat wordt ingezet voor de aanval
bepaalt tevens het aantal dobbelstenen waarmee de aanvaller mag gooien. Wil de aanvaller met 1 leger
aanvallen, dan mag hij maar met 1 dobbelsteen gooien. Wil hij met 6 legers aanvallen dan mag hij met 3
dobbelstenen gooien. Het aantal dobbelstenen waarmee gegooid wordt, bepaalt tevens het aantallegers dat
in geval van een overwinning minstens naar het veroverde gebied gebracht moet worden.
DE AANVALLER DOET DUS TIJDENS ZIJN BEURT HET VOLGENDE:
1. Hij plaatst zijn eventuele EXTRA legers.
2. Hij noemt het gebied, dat hij wil aanvallen.
3. Hij noemt het gebied van waaruit hij aanvalt.
4. Hij bepaalt met hoeveel legers hij aanvalt.
5. Hij gooit met 1 dobbelsteen bij een aanval met 1 leger;
Hij gooit met 2 dobbelstenen bij een aanval met 2 legers;
Hij gooit met 3 dobbelstenen bij een aanval met 3 legers of meer.
De verdediger
moet zijn gebied verdedigen met alle legers die op dit gebied staan. Staan er 2 legers of
meer op dit gebied dan mag hij met maximaal 2 dobbelstenen gooien. Heeft hij 1 leger op het gebied staan
dan mag hij slechts met 1 dobbelsteen gooien. Men is niet verplicht om met 2 dobbelstenen te verdedigen
als men 2 of meer legers op een gebied bezit. Als men er de voorkeur aan geeft om de legers stuk voor stuk
ter verdediging te gebruiken dan mag met 1 dobbelsteen gegooid worden.
De aanvaller
gooit altijd het eerst met de dobbelstenen, daarna de
verdediger
.
De dobbelstenen moeten tezamen gegooid worden, nooit één voor één. Wanneer de dobbelstenen niet
allemaal correct zijn gegooid moeten alle dobbelstenen weer opnieuw gegooid worden.
Na het gooien van de dobbelstenen worden de stenen met de meeste punten met elkaar vergeleken, de
hoogste steen van de aanvaller tegen de hoogste steen van de verdediger. Degene die de hoogste steen
heeft wint 1 leger van de tegenpartij. Dit leger wordt van het gebied van de verliezer afgehaald en gaat terug
in de doos met legers.
Wanneer de verdediger met 2 dobbelstenen heeft verdedigd, worden de volgende 2 hoogste stenen met
elkaar vergeleken en ook uit deze vergelijking wordt de verliezer bepaald.