41
WAARSCHUWING •
Lees de 'Gebruiksaanwijzing - Veiligheidshandleiding' aandachtig door
.
Gebruik de projector nooit op plaatsen als er rook uitkomt, deze een vreemde geur
produceert, abnormaal veel lawaai maakt, wanneer de behuizing, bekabeling of onderdelen
beschadigd zijn, vloeistoffen of andere zaken erin terechtgekomen zijn enzovoort.
Verschijnselen Die Gemakkelijk Aangezien Worden Als Defecten
•
Ofschoon er lichte of donkere vlekken op het scherm kunnen verschijnen, wat
een uniek karakteristiek kenmerk is van liquid crystal displays, betekent dit niet dat het apparaat stuk is.
OPMERKING
Voordat u een reparatieverzoek indient, doorloop dan eerst de punten van de volgende
kaart. Als het probleem niet opgelost kan worden, neem dan contact op met uw dealer.
Verschijnselen
Gevallen waarbij er geen machinedefect is opgetreden en te
controleren items
Referentie
pagina's
Het apparaat
krijgt geen
spanning.
Geen spanning.
Zet de spanning erop.
11,14
Het netsnoer zit niet in het stopcontact.
Sluit op de juiste wijze het netsnoer aan.
De spanning is gedurende het gebruik van het apparaat
onderbroken, door bijvoorbeeld een stroomonderbreking.
Vergeet niet op “○”(Voeding uit) van de hoofdschakelaar te drukken
en laat deze ten minste 20 minuten UIT. Nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld, kunt u de spanning er weer opzetten.
14
Geen geluid of
beeld.
De ingangsomschakelingen zijn verkeerd ingesteld.
Selecteer het ingangssignaal en de juiste instellingen.
15
Er is geen signaal aanwezig.
Sluit de kabel(s) op de juiste manier aan.
10
Wel beeld,
maar geen
geluid.
De kabels op het apparaat zijn niet goed aangesloten.
Sluit de kabel(s) op de juiste manier aan.
10
Het volume is ingesteld op een extreem lage stand.
Stel het VOLUME in op een hogere stand.
17
De MUTE-modus is momenteel ingeschakeld.
Druk op de MUTE-knop om de MUTE-modus op te heffen.
17
Ik hoor geluid
maar krijg geen
beeld.
De kabels op het apparaat zijn niet goed aangesloten.
Slyuit de bekabeling op de juiste manier aan.
10
De helderheid staat extreem laag ingesteld.
Stel de HELDER bij.
23
Het lensdopje is niet verwijderd.
Verwijder het lensdopje.
4,14
De kleuren
vervagen
geleidelijk.
De kleurinstellingen zijn niet correct.
Verander de kleurinstellingen voor KLEUR BAL R, KLEUR BAL G,
KLEUR BAL B, KLEUR en/of de TINT-instellingen enzovoort.
24
Storingen Verhelpen (vervolg)