33
(6) [DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)]
Deze instelling wordt gebruikt om te bepalen of het IP-adres van
dit apparaat automatisch door de DHCP-server van het netwerk
wordt toegekend of dat u het IP-adres handmatig toekent. De
fabrieksinstelling is 'OFF', waardoor u het IP-adres handmatig
moet toekennen. Als deze instelling 'ON' is zal DHCP-server
automatisch een IP-adres toekennen aan dit apparaat en zal het
handmatig ingestelde IP-adres genegeerd worden.
(7) [WIRELESS MODE]
Hiermee stelt u de communicatiemodus in die gebruikt zal worden
voor de draadloze communicatie.
De fabrieksinstelling is 802.11 AD-HOC.
AD-HOC of 802.11 AD-HOC: U kunt beide opties gebruiken
wanneer u de WNM80-module op een standalone pc aansluit.
Stel de optie zo in dat deze overeenkomt met de instellingen
op uw pc. Dit is het normale verbindingstype dat gebruikt
wordt voor een-op-een-verbindingen tussen de WMN80
module en een pc. De WNM80-module kan echter maximaal
vier pc's tegelijk herkennen.
INFRASTRUCTURE:
Gebruik deze instelling wanneer u de WNM80-module via een toegangspunt aansluit op een netwerk
om een verbinding te maken met een pc (verbinding met verschillende pc's is mogelijk in deze modus).
(8) [CH (Channel)]
Het draadloze netwerkapparaat (IEEE 802.11b) kan communiceren
op de kanalen 1 tot en met 11. De fabrieksinstelling is kanaal 10.
Als u een toegangspunt gebruikt configureert u de kanaalinstelling
zodanig dat deze overeenkomt met het kanaal dat gebruikt wordt
door het toegangspunt. Als u geen toegangspunt gebruikt
configureert u het kanaal zodanig dat dit overeenkomt met het
kanaal dat door de pc wordt gebruikt.
(9) [WEP-modus (Wired Equivalent Privacy)]
Dit is een vercijferingsmethode die gebruikt wordt voor
draadloze communicatie. De fabrieksinstelling is 'OFF'.
OFF: Geen vercijfering.
40bit:
bit: Hiermee wordt een 10 bit- (hexadecimale)
vercijferingssleutel gebruikt.
128bit: Hiermee wordt een 26 bit- (hexadecimale)
vercijferingssleutel gebruikt.
(10) [Do you want to save the changes?]
Selecteer de optie 'YES' en druk op de toets ENTER om de wijzigingen door te voeren.
Selecteer de optie 'NO' en druk op de toets ENTER
als u de wijzigingen niet wilt doorvoeren.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voordat u het apparaat gaat aansluiten op een bestaand
toegangspunt in het netwerk.
OPMERKING