3.4 DE ACCU AANSLUITEN
De accu (1) bevindt zich onder de stoel en
wordt vastgeklemd door een veerhaak (2).
Sluit de drie rode draden (3) aan op de positie-
ve klem (+) en de drie zwarte draden (4) op de
negatieve klem (–) met behulp van de bijgele-
verde schroeven, zoals aangeduid.
Zorg er altijd voor de
accu volledig op te laden en volg hierbij de
aanwijzingen die in het instructieboekje van
de accu staan aangegeven (
☛
6.2.5).
Om te voorkomen dat het beveiligingssysteem van de elektronische
kaart in werking treedt, dient het starten van de motor absoluut vermeden te worden
vóórdat de accu volledig opgeladen is!
Neem de aanwijzingen van de fabrikant van de accu in acht met
betrekking tot de veiligheid bij het hanteren en het lozen van de accu.
3.5 MONTAGE VAN DE ZAKSTEUNEN
Monteer beide steunen (1) en (2) op de achterste plaat met behulp van de bijgeleverde
schroeven (3), ringen (4) en moeren (5), precies volgens de aangeduide volgorde.
Steek de schroeven in het midden van de gaten (6), zonder ze helemaal aan te zetten.
Haak de zak vast aan de steunen en contro-
leer of er tussen beide plastic bekledingen een
gelijke afstand bestaat van 6 tot 8 mm.
Op die manier kan de zak normaal worden
gedraaid bij het leegmaken, en wordt meteen
voorkomen dat tijdens de werking gras uit de
zak valt.
Om deze afstand te bekomen, past u de beve-
stigingspositie van de steunen tegenover de
gaten (6) aan. Zet tenslotte de schroeven (3)
stevig aan.
̆
!
LET OP!
BELANGRIJK
BELANGRIJK
NL 11HET UITPAKKEN EN MONTEREN