6.3.6 A
FSTELLEN VAN DE VEERHAAK VOOR DE OPVANGZAK
Als de zak op hobbelige terreinen de neiging heeft om op
te springen of open te gaan, of als het vasthaken na het
legen moeilijk verloopt, dient de veer (1) van de veerhaak
te worden bijgesteld.
Verander het bevestigingspunt door één van de gaatjes
(2) te gebruiken totdat het gewenste resultaat verkregen
is.
6.4 DEMONTAGE EN VERVANGING
6.4.1 T
AP DE OLIE AF WANNEER DE MOTOR NOG WARM IS
,
ZODAT DE OLIE SNEL EN HELEMAAL AFGE
-
TAPT WORDT
.
Verwijder de vuldop met de peilstok en
plaats een stuk karton of een gelijkaar-
dig voorwerp onder de aftapbuis, om te
voorkomen dat olie op het chassis van
de machine drupt.
Schroef de dop los (1); wanneer de dop
teruggeplaatst wordt, wordt gelet op de
positie van de interne pakking.
Gebruik voor het bijvullen een aanbevo-
len olie en vul bij tot aan de maximumli-
miet van de peilstok
(☛
5.3.3). Schroef de vuldop met de peilstok weer vast.
6.4.2 V
ERVANGEN VAN OLIEFILTER
1. Tap de motorolie af
(☛
6.4.1)
2. Verwijder de oliefilter (1) met een oliefilter-sleutel (2) en laat de rest van de olie weglo-
pen. Gooi de oliefilter weg.
3. Maak de filtervatting schoon (3).
4. Geef de nieuwe O-ring (4) een laagje schone motorolie.
NL 52 ONDERHOUD