HET PROGRAMMEREN VAN AFZONDERLIJKE WEEKDAGEN
PROGRAMMEREN 8
Invoeren van de periode OPSTAAN
voor een afzonderlijke werkdag
(woensdag als voorbeeld).
Het invoeren van het tijdstip
OPSTAAN is noodzakelijk.
Het invoeren van de tijdstippen
VERTREKKEN, THUISKOMEN en
SLAPEN is naar keuze.
Druk de toets in. Het uitleesvenster
geeft nu de voor OPSTAAN inge-
voerde aanvangstijd en bijbeho-
rende temperatuur weer.
Indien het uitleesvenster niet de
juiste dag weergeeft, druk dan de
toets in en houd deze ingedrukt
totdat de gewenste dagaanduiding
MA, DI, WO, DO, of VR wordt
weergegeven.
Druk één van de twee toetsen in
totdat het uitleesvenster de
gewenste aanvangstijd weergeeft.
Druk één van deze twee toetsen in
en houd deze ingedrukt totdat het
uitleesvenster de gewenste tempe-
ratuur weergeeft.
Als het uitleesvenster de instelling
knipperend weergeeft terwijl u één
van de twee toetsen TEMPERA-
TUUR WARMER of KOUDER inge-
drukt houdt, dan heeft u de grens-
waarde van de instelling bereikt.
Deze grenswaarden zijn:
minimum 7 °C en maximum 31 °C.