12
HET PROGRAMMEREN VAN DE WEEKDAGEN
A: Het invoeren van een tijd- en
temperatuurprogramma voor een
dag.
Het invoeren van de periode
OPSTAAN.
Opmerking:
Het invoeren van de aanvangstijd en
temperatuur voor periode OPSTAAN
(periode 1 in uitleesvenster) is noodza-
kelijk. Het invoeren van de overige
perioden kan desgewenst achterwege
blijven.
Voorbeeld voor het programmeren van het pro-
grammeren van maandag. Dit kan echter ook
iedere andere dag van de week zijn.
Zet de schakelaar in de aangegeven stand.
Het uitleesvenster geeft MAANDAG en de periode 1
(OPSTAAN) aan. Het door de fabriek ingevoerde
tijdstip (07:00 uur) en de bijbehorende temperatuur
(19.0 °C) worden knipperend weergegeven.
Indien het uitleesvenster niet de gewenste dag
weergeeft, houd de toets ingedrukt totdat de
juiste dag wordt weergegeven.
Indien een andere periode dan 1 in het uitlees-
venster wordt aangegeven, druk dan de toets
OPSTAAN in om deze periode te activeren.