15
- Een storingssituatie
❋
(toestelafhankelijk, zie onder STORINGEN).
2. Het vlamsymbool geeft aan wanneer de brander van het
verwarmingstoestel in bedrijf is.
❋
3. Het thermometersymbool wordt zichtbaar:
- Knipperend, als de thermostaat volgens z’n fabrieksin-
stelling (17 °C) werkt (bijvoorbeeld bij de eerste in
bedrijfstelling of na een onderbreking van de voedings-
spanning).
- Niet knipperend, als de huidige temperatuurinstelling
wordt weergegeven. De twee pijlen knipperen om aan te
geven dat de temperatuurinstelling desgewenst kan
worden gewijzigd.
4. Met deze toets wordt de temperatuurinstelling verhoogd.
5. Met deze toests wordt de temperatuurinstelling verlaagd.
6. Bij temperatuurinstelling van 15 °C of lager wordt bij
combi-ketels de warm-tapwatervoorziening uitgeschakeld
(toestel-afhankelijke functie).
7. SPAARSTAND verschijnt bij temperatuurinstellingen
beneden 16 °C.
❋ Deze functies werken uitsluitend als het verwarmingstoestel de
benodigde gegevens aan de thermostaat doorgeeft.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw cv-toestel.