113
Werkomgeving
•
Vermijd stoffige, vochtige of vuile omgevingen. Vermijd
magnetische velden. Gebruik van het apparaat in dergelijke
omgevingen kan leiden tot storingen in het circuit.
•
Gebruik uw apparaat niet tijdens onweer om het te
beschermen tegen eventuele bliksemgevaar.
•
De ideale werktemperatuur ligt tussen de 0°C en 35°C. De
ideale opslagtemperatuur ligt tussen de -20°C en 45°C.
Extreme hitte of kou kan uw apparaat of accessoires
beschadigen.
•
Stel uw apparaat niet gedurende langere tijd bloot aan direct
zonlicht (zoals op het dashboard van een auto).
•
Om uw apparaat of accessoires te beschermen tegen brand
of elektrische schokken, vermijdt u regen en vocht.
•
Houd het apparaat weg van hitte- en vuurbronnen, zoals een
kachel, magnetron, kookplaat, waterkoker, radiator of kaars.
•
Plaats geen scherpe metalen objecten, zoals pinnen, nabij de
oortelefoon of luidspreker. De oortelefoon kan deze
voorwerpen aantrekken, wat kan leiden tot letsel.
•
Staak het gebruik van uw apparaat of apps een tijdje als het
apparaat oververhit is geraakt. Als de huid langere tijd aan
een oververhit apparaat wordt blootgesteld, kunnen er kleine
verbrandingssymptomen, zoals rode plekken en een
donkerdere pigmentatie, optreden.
•
Richt de cameraflits van uw apparaat niet rechtstreeks in de
ogen van personen of huisdieren. Anders kan er een tijdelijk
verlies van het gezichtsvermogen of schade aan de ogen
optreden.
•
Raak de antenne van het apparaat niet aan. Anders kan de
kwaliteit van de communicatie achteruit gaan.
•
Laat kinderen of huisdieren niet in de batterij of accessoires
bijten of eraan zuigen. Dat kan leiden tot schade of explosie.
•
Houdt u aan plaatselijke wetten en voorschriften en
respecteer de privacy en wettelijke rechten van anderen.