NEDERLANDS
5.3.7 Het aangesloten beveiligingstype
instellen (menu 11) (zie afbeelding 16)
In dit menu wordt geselecteerd welke beveiliging is aan-
gebouwd. Ofwel een 8kΩ-weerstandscontactstrip ofwel
een optische beveiliging. Voor weerstandcontactstrips
van 8 kΩ is de testuitgang niet actief.
Scherm SE1 SE2
0* Optisch Optisch
1 8,2 kΩ-weerstand- Optisch
contactstrips
2 Optisch 8,2 kΩ-weerstand-
contactstrips
3 8,2 kΩ-weerstand- 8,2 kΩ-weerstand-
contactstrips contactstrips
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.8 Omkeergrenzen - menu 12 (vleugel A / zie afbeel-
ding 17) en menu 13 (vleugel b / zie afbeelding 18)
In menu 12 kan het activatiegedrag van de eindstan-
den ("omkeergrenzen") indien nodig aan de betreffende
montagesituatie aangepast worden.
Scherm Activatiegedrag
0 ongevoelig
1
5*
9 gevoelig
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.9 Vleugeloffset / Elektrische sloten (menu 14)
(zie afbeelding 19)
In menu 14 kunt u de vleugeloffset en de elektrische
sloten in of uitschakelen.
Scherm vleugeloffset elektrische sloten
0 UIT UIT
1* UIT AAN
2 AAN UIT
3 AAN AAN
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
5.3.10 Leerkracht (menu 15) (zie afbeelding 20)
In menu 15 kunt u de leerkracht instellen.
Scherm leerkracht
0* normaal
1 groot
Nadien moet op de PRG-toets worden gedrukt om
terug te keren naar de normale modus (menu 0).
Tip
Nadat de leerkracht is gewijzigd gaan de leerdata verloren.
6 Bediening van de draaihekaandrijving
6.1 Tips bij de bediening van de draaihekaandrijving
Tip
De eerste functietests alsook het programmeren of uitbrei-
den van de afstandsbediening moeten in principe aan de
binnenkant van het hek worden uitgevoerd. Gebruik de
draaihekaandrijving enkel wanneer u het bewegingsbereik
van het hek kunt zien. Wacht tot het hek tot stilstand is
gekomen vooraleer u zich in het bewegingsbereik van het
hek begeeft. Vergewis er u van, vooraleer binnen of buiten
te rijden, dat het hek ook helemaal werd geopend.
OPGELET
Handzenders horen niet thuis in
kinderhanden!
Leer alle personen die de hekinstallatie
gebruiken hoe ze die correct en veilig
moeten bedienen. Demonstreer en test
de mechanische ontgrendeling en de vei-
ligheidsterugloop. Houd daartoe het hek
bij het sluiten met beide handen tegen. De
hekinstallatie moet "zachtjes" uitschakelen
en de veiligheidsterugloop starten. Ook bij
het openen moet de hekinstallatie "zacht-
jes" uitschakelen en de veiligheidsterugloop
starten.
OPGELET
Grijp niet met de vingers tussen de hengsels
van het draaihek terwijl het hek in beweging is
➜ Kneusgevaar!
Bovendien bestaat aan de hoofd- en zij sluitkan-
ten gevaar op kneuzingen en verwondingen!
6.2 Normale modus
De besturing bevindt zich in de normale rijmodus. Met
een druk op de interne "open"- en "dicht"-toetsen, via
externe open- en dicht-toetsen of door een impuls kan
het hek in de gewenste richting worden bewogen.
6.3 Bediening na stroomonderbreking
(niet-geprogrammeerde aandrijving)
Na een stroomonderbreking aan een niet-geprogram-
meerde aandrijving zijn alle leergegevens gereset. Een
aandrijving is niet geprogrammeerd wanneer nog niet
alle vereiste leerbewegingen werden afgesloten.
6.4 Bediening na stroomonderbreking
(geprogrammeerde aandrijving)
Indien na het inschakelen op het scherm twee horizon-
tale balkjes verschijnen, symboliseert dit de ongeijkte
status van de hekvleugel(s). Eerst moet een referentie-
beweging in de rijrichting "dicht" (zonder zachte stop),
voordat een normale bediening mogelijk is.
89
11.2004 TR10A008-A RE
