10 Aan de slag
Er zijn vier speciale registers die worden gebruikt voor het opslaan van
getallen tijdens berekeningen, die op elkaar worden gestapeld. Deze
registers, de ‘stapel’ genoemd, worden aangeduid met
X,Y, Z
en
T
. X
staat onderaan en T bovenaan. Tenzij de modus Program is geactiveerd
op de rekenmachine, is het getal in het display het getal in het X-
register. De getallen in de X- en Y-registers zijn in de eerste plaats de
getallen die worden gebruikt in berekeningen. De Z- en T-registers
worden gebruikt voor het automatisch opslaan van tussentijdse
resultaten tijdens kettingberekeningen.
De toets
R scheidt getallen in de verticale stapel en plaatst deze in de
X- en Y-registers. Naast het weergeven van tussentijdse resultaten, stelt
deze verticale positionering van de stapel u in staat getallen te kopiëren
en herordenen zonder ze opnieuw te hoeven invoeren. Voor complexe
problemen waarvoor twee of meer bewerkingen zijn vereist, hoeft u geen
haakjes te gebruiken om de prioriteit van de bewerkingen aan te geven.
Voer eerst de getallen en bewerkingen in die u tussen haakjes zou willen
plaatsen en daarna de getallen en bewerkingen die niet tussen haakjes
hoeven. Wanneer voor een berekening meerdere sets haakjes nodig
zijn, begint u met het invoeren van de getallen en bewerkingen in de
binnenste set haakjes en werkt u op die manier naar buiten.
Zo berekent u in RPN-modus bijvoorbeeld . Zie
Tabel 1-2. Hoewel dit een eenvoudig voorbeeld is, kunt u deze
principes ook gebruiken voor complexere problemen.
()()
6543 +×+