NLWW 20
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Dit hoofdstuk bevat informatie over het afdrukken op afdrukmateriaal zoals enveloppen,
fotopapier, ansichtkaarten, transparanten en ander speciaal afdrukmateriaal.
Afdrukken op papier met een speciaal formaat (Windows)
1 Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaatsen.
2 Open het af te drukken document, selecteer het menu Bestand, klik op Afdrukken
en vervolgens op Instellingen of Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4 Selecteer het soort afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Soort.
5 Selecteer het formaat van het afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat.
Of
Klik op Speciaal, geef de afmetingen van het afdrukmateriaal op en klik op OK.
6 Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
7 Druk het document af.
Afdrukken op papier met een speciaal formaat (Mac OS)
1 Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaatsen.
2 Klik op Pagina-Instelling in het menu Bestand.
3 Selecteer het papierformaat.
4 Voer de volgende stappen uit om een speciaal papierformaat te selecteren:
a Mac OS 9: klik op Speciaal Papierformaat Bewerken in het vervolgkeuzemenu
Papierformaat.
Mac OS X: klik op Speciaal Papierformaat in het vervolgkeuzemenu Instellingen.
b Klik op Nieuw en voer een naam in voor het formaat bij Naam Papierformaat.
c Voer bij Breedte en Hoogte de afmetingen in.
Bij Mac OS X kunt u ook de marges instellen.
d Klik op Klaar of OK.
e Mac OS 9: klik op Klaar.
5 Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
6 Mac OS 9: selecteer de bron van het afdrukmateriaal in het scherm Algemeen.
7 Open het scherm Papiersoort/Kwaliteit .
8 Mac OS 9: selecteer de bron, groep en het type afdrukmateriaal.
Mac OS X: open het tabblad Papier en selecteer het soort afdrukmateriaal.
9 Pas eventueel andere instellingen aan en klik op Afdrukken.