NLWW 4-1
4
Afdrukmateriaal
selecteren en
gebruiken
In dit hoofdstuk leert u afdrukmateriaal laden en op diverse soorten afdrukmateriaal
afdrukken, zoals kaarten of transparanten. Ook leert u hoe u foto’s van digitale
camera’s via een CompactFlash™-kaart foto’s afdrukken
Meer informatie over het wijzigen van de afdrukinstellingen en de functies van
het printerstuurprogramma vindt u in Afdrukken op het scherm.
Afdrukmateriaal selecteren
Voordat u de printer gebruikt, neemt u de tijd om u vertrouwd te maken met het
verschillende afdrukmateriaal dat u kunt gebruiken.
Gebruik afdrukmateriaal van HP voor optimale afdrukkwaliteit. Dit is specifiek
voor de printer ontworpen. Zie Printerspecificatiesvoor informatie over
afdrukmateriaal dat u met de printer kunt gebruiken. Zie Benodigdheden en
accessoires van HP voor bestelinformatie en onderdeelnummers.
Tips voor de keuze en het gebruik van
afdrukmateriaal
Volg onderstaande richtlijnen op om optimale kwaliteit te verkrijgen.
Gebruik altijd papier dat voldoet aan de technische gegevens van de
printer. Zie pagina Printerspecificaties voor een lijst met afdrukmateriaal
dat u met de printer kunt gebruiken.
Papier dat te dun is, een gladde textuur heeft of makkelijk rekt, kan onjuist
door de papierbaan van de printer worden gevoerd.
Papier met een ruwe textuur of papier dat de inkt niet goed absorbeert,
kan slecht gevulde afbeeldingen of tekst veroorzaken.
Gebruik geen beschadigd, gekruld of gekreukt afdrukmateriaal. Gebruik
geen papier met uitsparingen, perforaties of een ruwe textuur, of
gegaufreerd papier. Dit soort afdrukmateriaal kan vastlopen of andere
problemen veroorzaken.