Kennisgevingen over het modem voor gebruikers in Nieuw-Zeeland
Het toekennen van een Telepermit voor eindapparatuur betekent alleen dat Telecom heeft erkend dat
het product voldoet aan de minimumeisen voor de verbinding met het netwerk. Het geeft geen
goedkeuring van het product door Telecom aan, noch biedt het een vorm van garantie. Met name
garandeert de Telepermit niet dat het product goed functioneert in combinatie met andere producten
van een andere fabrikant of een ander model waarvoor ook een Telepermit is verstrekt.
Met deze apparatuur kunnen in geen enkele situatie hogere snelheden worden bereikt dan waarvoor
de apparatuur ontworpen is. Telecom aanvaardt geen aansprakelijkheid, mochten er in dergelijke
omstandigheden moeilijkheden ontstaan.
Als dit apparaat is uitgerust met pulskiezen, let er dan op dat er geen garantie is dat Telecom-lijnen
pulskiezen altijd zullen blijven ondersteunen.
Als deze apparatuur is aangesloten op dezelfde lijn als andere apparatuur, kan het gebruik van
pulskiezen aanleiding geven tot belgerinkel of geluiden en kan het ook voor het vals beantwoorden
zorgen. Mochten dergelijke problemen zich voordoen, dient de gebruiker
geen
contact op te nemen
met de storingsdienst van Telecom.
Sommige voorwaarden voor een Telepermit van Telecom hebben betrekking op de apparatuur (de
computer) waarmee het product wordt gebruikt. Om te voldoen aan de specificaties van Telecom
moet de computer als volgt zijn ingesteld:
a. Er mag niet meer dan tien keer achtereen naar hetzelfde nummer worden gebeld per half uur.
b. De verbinding moet minstens 30 seconden verbroken zijn tussen het einde van een poging en
de start van een nieuwe poging.
c. Wanneer automatisch naar verschillende nummers wordt gebeld, moet de verbinding minstens
vijf seconden verbroken zijn tussen het einde van een poging en de start van een nieuwe
poging.
d. De apparatuur moet zo zijn ingesteld dat oproepen gegarandeerd worden beantwoord tussen 3
en 30 seconden na ontvangst (dus ingesteld tussen 2 en 10).
Spraakondersteuning
Alle personen die dit apparaat gebruiken voor het opnemen van telefoongesprekken moeten voldoen
aan de Nieuw-Zeelandse wetgeving. Dit vereist dat ten minste één partij in het gesprek zich ervan
bewust is dat het wordt opgenomen. Daarnaast moet worden voldaan aan de in de Privacy Act uit
1993 opgesomde principes met betrekking tot de aard van de persoonlijke gegevens die worden
verzameld, het doel van het verzamelen, hoe de gegevens zullen worden gebruikt en wat er aan een
andere partij openbaar wordt gemaakt.
Dit apparaat mag niet zo worden ingesteld dat er automatische oproepen worden gedaan aan de
111-nooddienst van Telecom.
Kennisgevingen over het modem 15