292 Hoofdstuk 14 Uw telefoon beheren
3. Tik op de schakelaar PIN code Uit/Aan.
4. Typ de PIN, tik op OK en tik op OK in het berichtveld.
Tips • Tik om de PIN te wijzigen op Pincode wijzigen in het scherm
Telefooninstellingen.
• Noodoproepen kunnen altijd worden uitgevoerd, zonder dat een
pincode is vereist.
Uw telefoon beveiligen met een wachtwoord
U kunt uw gegevens beter beveiligen door uw telefoon telkens
wanneer die wordt ingeschakeld naar een wachtwoord te laten vragen.
Een wachtwoord instellen
1. Ga in het Beginscherm naar het tabblad Instellingen en tik
vervolgens op Beveiliging > Telefoonslot.
2. Selecteer het keuzevakje Bericht indien telefoon niet wordt
gebruikt gedurende en voer de tijd van inactiviteit in waarna de
telefoon om een wachtwoord vraagt. Wanneer u kiest voor 0
minuten, zult u een wachtwoord moeten invoeren elke keer dat u
de telefoon uit de slaapstand haalt. Voor meer informatie, zie “In
de slaapstand schakelen” in Hoofdstuk 1.
3. Selecteer in het vak Type wachtwoord het type wachtwoord dat
u wilt gebruiken.
Tip Als uw telefoon geconfigureerd is om verbinding te maken met een
netwerk, gebruik dan een alfanumeriek wachtwoord voor betere
beveiliging.
4. Voer het wachtwoord in zowel het vak Wachtwoord als het vak
Bevestigen in.
5. Tik op OK.
Als uw telefoon uitgeschakeld is door overschrijden van de time-
outperiode die u heeft ingesteld, moet u uw wachtwoord invoeren
om uw telefoon te ontgrendelen. Wanneer u een eenvoudig pin-
wachtwoord heeft gebruikt, zal het Vergrendelingsscherm worden
weergegeven voordat u uw wachtwoord invoert. Voor meer
informatie, zie “Het venster Vergrendelen” in hoofdstuk 1.