99857
228
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/228
Nächste Seite
www.htc.com
GPS Pocket PC telefoon
Gebruikershandleiding
2
Lees dit voordat u verder gaat
DIT APPARAAT IS NIET OPGELADEN WANNEER U HET UITPAKT.
VERWIJDER NOOIT DE ACCU WANNEER HET APPARAAT WORDT OPGELADEN.
DE GARANTIE GAAT VERLOREN WANNEER U KNOEIT MET DE BUITENKANT
VAN HET APPARAAT OF DEZE OPENT
PRIVACYBEPERKINGEN
Sommige landen eisen volledige openbaarmaking van opgenomen
telefoongesprekken, en stellen dat u de gesprekspartner moet informeren dat de
conversatie wordt opgenomen. Houd u altijd aan de relevante wetten en richtlijnen
van uw land als u de opnamefunctie van de Pocket PC telefoon gebruikt.
AUTEURSRECHTELIJKE INFORMATIE
Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Windows Server, Windows Mobile,
ActiveSync, Excel, Internet Explorer, MSN, Outlook, PowerPoint, en Word zijn
ofwel geregistreerde handelsmerken, ofwel handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
© 2006 TomTom International BV, Nederland. Octrooi
aangevraagd. Alle rechten voorbehouden.
handelsmerken van TomTom B.V. Nederland.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de betreffende eigenaren.
3
Belangrijke gezondheids- en veiligheidsvoorzorgs-
maatregelen
Bij het gebruik van dit product, dient u altijd onderstaande voorzorgsmaatregelen
nemen om mogelijke juridische aansprakelijkheid en schade te voorkomen.
Volg alle productveiligheid- en besturingsinstructies. Let op alle waarschuwingen
in de handleiding van het product.
Om het risico op letsel, elektrische schok, brand en beschadiging van de
apparatuur te voorkomen, neemt u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
ELECTRISCHE VEILIGHEID
Dit product is ontworpen voor gebruik met de aangegeven batterij of adapter.
Ander gebruik kan gevaarlijk zijn en maakt elke goedkeuring om dit product
te gebruiken ongeldig.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR CORRECTE AARDING
TIJDENS INSTALLATIE
WAARSCHUWING:
Het onjuist aarden bij aansluiting van de apparatuur kan
resulteren in het gevaar van een elektrische schok.
Dit product is uitgerust met een usb-kabel voor het aansluiten van het product
op een desktop of notebook computer. Zorg dat de computer correct is geaard
voordat u het product aansluit op de computer. De stroomkabel van een
desktop of notebook computer is uitgerust met een aardegeleiding en een
aardestekker. De stekker moet in een stopcontact met aarde worden gestoken
om te voldoen aan alle plaatselijke reguleringen.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE VOEDING
Gebruik de juiste externe stroombron
Een product mag alleen gebruikt worden met het type stroombron
dat op het elektriciteitslabel staat. Als u niet zeker weet welk
type stroombron vereist is, neem dan contact op met de uw
geautoriseerde dienstverlener of lokaal energiebedrijf. Voor een
product dat gebruik maakt van accus of andere bronnen, zie de
gebruiksinstructies van het product.
4
Ga voorzichting om met accus
Dit product bevat een Li-ion polymeeraccu. Als onjuist wordt
omgegaan met de accu, bestaat een risico op vuur of verbranding.
Probeer de accu niet te openen of te repareren. Het ontmantelen,
verpletteren, doorboren, kortsluiten, in vuur of water werpen, of het
blootstellen van de accu aan temperaturen hoger dan 60
°C
(140
°F
)
zijn zaken die u niet moet doen.
WAARSCHUWING: EXPLOSIEGEVAAR ALS ACCU ONJUIST WORDT
VERVANGEN. U DIENT DE ACCU NIET TE ONTMANTELEN, VERPLETTEREN,
DOORBOREN, KORTSLUITEN, BLOOTSTELLEN AAN TEMPERATUREN
BOVEN 60°C (140°F), OF WEGWERPEN IN VUUR OF WATER, OM HET RISICO
OP BRAND OF VERBRANDING TE REDUCEREN. ALLEEN VERVANGEN
MET AANGEGEVEN ACCU'S. RECYCLE OF VERWERK GEBRUIKTE ACCU'S
VOLGENS DE PLAATSELIJKE BEPALINGEN OF ZIE DE HANDLEIDING VAN
HET PRODUCT.
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN VOOR DIRECT ZONLICHT
Stel dit product niet bloot aan excessieve vochtigheid en extreme
temperaturen. Laat het product of de batterij niet gedurende lange tijd achter
in een voertuig of plek met temperaturen hoger dan 60°C (140°F), zoals het
dashboard van een auto, vensterbank of achter glas dat is blootgesteld aan
direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. Dit kan het product beschadigen, de
accu oververhitten en gevaar voor het voertuig opleveren.
VOORKOMEN VAN GEHOORSBESCHADIGING
WAARSCHUWING: Het gebruik van oordopjes of koptelefoon
en het langdurig luisteren op een hoog geluidsniveau kan
permanente hoorbeschadiging veroorzaken.
LET OP: Voor Frankrijk zijn mobiele koptelefoons of oortelefoons (gefabriceerd
door Merry, modelnummer EMC220) voor dit toestel getest om in orde te zijn
met de Sound Pressure Level (Niveau va
n Geluidsdruk) vereisten neergelegd
in NF EN 50332-1:2000 standaard als vereiste bepaald in het Franse Artikel
L. 5232-1.
5
VEILIGHEID IN VLIEGTUIGEN
Vanwege de mogelijk interferentie die dit product veroorzaakt met het
communicatie- en navigatiesysteem van een vliegtuig, is het gebruik van
de telefoonfunctie van dit toestel aan boord van een vliegtuig in de meeste
landen wettelijk verboden. Als u het toestel toch aan boord van een vliegtuig
wilt gebruiken, schakel dan de telefoonfunctie uit door te schakelen naar
Vliegtuigmodus.
OMGEVINGSBEPERKINGEN
Gebruik dit product niet in bezinestations, opslagdepots voor brandstof,
chemische fabrieken waar ontploffingsoperaties bezig zijn, of in potentieel
explosieve atmosferen zoals brandstofvoorzieningszones, opslagplaatsen voor
brandstof, onder het dek van boten, faciliteiten voor brandstof of chemische
overslag of opslag en zones waar de lucht chemicaliën of deeltjes bevat zoals
graan, stof of metaalpoeders. Denk er aan dat in zo’n omgeving vonken een
explosie of brand kunnen veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs
de dood.
ONTVLAMBARE OMGEVING
Als u in een omgeving bent met een mogelijk explosieve atmosfeer of waar
ontvlambare materialen zich bevinden, dient u het product uit te schakelen
en alle tekens en aanwijzingen volgen. In zo’n omgeving kunnen vonken een
explosie of brand veroorzaken, wat kan resulteren in letsel en zelfs de dood.
Gebruikers wordt geadviseerd het apparaat niet te gebruiken op plekken waar
brandstof wordt overgeplaatst, zoals benzinestations en garages. Vergeet
niet dat op bepaalde plekken, zoals benzinestations, chemische fabrieken,
of plekken waar explosieven gebruikt worden, beperkingen gelden op het
gebruik van radioapparatuur. Plekken met een mogelijk explosieve atmosfeer
worden meestal, maar niet altijd, duidelijk gemarkeerd. Hieronder vallen
benzinestations, onderdeks op boten, plekken waar brandstof of chemicaliën
worden opgeslagen of overgeslagen en plekken waar de lucht chemicaliën of
deeltjes, zoals graan, stof of metaalpoeder bevat.
VEILIGHEID ONDERWEG
Bestuurders van voertuigen mogen niet telefoneren met handheld apparaten,
behalve in geval van nood. In sommige landen, zijn handsfree apparaten een
toegestaan alternatief.
6
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN BETREFFENDE RF-BLOOTSTELLING
Gebruik het toestel niet in de buurt van metalen structuren (bijvoorbeeld
het stalen frame van een gebouw)
.
Gebruik het toestel niet in de buurt van sterk elektromagnetische bronnen,
zoals magnetrons, luidsprekers, tv en radio.
Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd, of
accessoires die geen metalen onderdelen bevatten.
Het gebruik van accessoires die niet origineel zijn of niet door de fabrikant
zijn goedgekeurd kan een schending zi jn van plaatselijke richtlijnen met
betrekking tot RF-blootstelling en moet worden vermeden.
STORING OP MEDISCHE APPARATEN
Dit product kan de oorzaak zijn van het niet functioneren van medische
apparaten. Het gebruik van dit apparaat is verboden in de meeste ziekenhuizen
en klinieken.
Gebruikt u een ander persoonlijk medisch toestel, raadpleeg dan de fabrikant
van het toestel om te bepalen of deze voldoende afgeschermd is van externe
RF-energie. Uw arts kan u helpen deze informatie te verkrijgen.
Schakel de telefoon UIT in zorgcentra en ziekenhuizen waar waarschuwingen
hangen met de opdracht uw telefoon uit te schakelen. Ziekenhuizen of zorgcentra
kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig is voor externe RF-energie.
GEHOORHULPMIDDELEN
Bepaalde digitale draadloze telefoons kunnen storen met hoortoestellen.
Mocht zo’n storing optreden, neem dan contact op met de telefoonaanbieder,
of bel klantenservices voor informatie over alternatieven.
NONIONISERENDE STRALING
Dit product mag alleen gebruikt worden in de aanbevolen normale condities,
om het stralingsvrij functioneren en de veiligheid van de veroorzaakte storing
te verzekeren. Net als bij andere apparatuur die radiogolven uitzendt,
wordt, om correct functioneren van de apparatuur en de veiligheid van de
gebruiker te waarborgen, de gebruiker aanbevolen, tijdens het gebruik van
de apparatuur, geen enkel deel van het menselijk lichaam contact te laten
maken met de antenne.
7
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
Let op reparatiemarkeringen
Behalve zoals elders in de handleiding uitgelegd, repareert
u het product niet zelf. Reparatie van componenten binnen
deze compartimenten mag alleen gedaan worden door een
geautoriseerde reparateur of aanbieder.
Schade die gerepareerd moet worden
Haal het product uit het stopcontact en laat reparatie over aan
een geautoriseerde reparateur of aanbieder, onder de volgende
omstandigheden:
Vloeistof is in het product geknoeid, of een object is in het product
gevallen.
Het product is blootgesteld aan regen of water.
Het product is gevallen of beschadigd.
Er zijn zichtbare tekens van oververhitting.
Het product functioneert niet normaal wanneer u de
gebruiksinstructies volgt
.
Vermijd hete plekken
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen geplaatst worden,
zoals radiatoren, ovens, fornuizen en andere producten (zoals versterkers)
die warmte produceren.
Vermijd natte plekken
Gebruik het product nooit op een natte plek.
Gebruik het toestel niet na een sterk temperatuursverandering.
Als u het toestel verplaatst tussen omgevingen met sterk
verschillende temperaturen en/of vochtigheidsgraad, kan condens
in op op het toestel vormen. Om beschadiging van het toestel te
voorkomen, wacht u voldoende lang met het gebruik zodat het vocht
in het toestel kan verdampen.
OPMERKING: Als u het toestel van een ruimte met lage temperatuur in een warmere
omgeving brengt, of van een warme ruimte in een koudere omgeving,
laat u het toestel acclematiseren aan kamertemperatuur voordat u de
stroom inschakelt.
8
Duw geen objecten in het product
Duw nooit enige objecten in sleuven of andere openingen in het
product. Sleuven en openingen zijn voor ventilatie. Deze openingen
mogen niet geblokkeerd of bedekt worden.
Accessoires vastmaken
Gebruik het product niet op een instabiele tabel, wagentje, standaard,
driepoot of haak. Elke poging het apparaat vast te maken moet de
instructies van de fabrikant volgen, en mag alleen worden uitgevoerd
met accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant.
Vermijd instabiele bevestiging
Plaats het product niet op een instabiel oppervlak.
Gebruik product met goedgekeurde apparatuur
Dit product mag alleen worden gebruikt met personal computers
en opties die zijn aangeduid als geschikt voor gebruik met uw
apparatuur.
Volume wijzigen
Zet het volume zachter voordat u een hoofdtelefoon of andere
audioapparaten gebruikt.
Reiniging
Trek het product uit het stopcontact voordat u het reinigt. Gebruik
geen vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen uit
spuitbussen. Gebruik een vochtig doekje voor reiniging, maar gebruik
NOOIT water om het LCD-scherm te reinigen.
9
Inhoud
Hoofdstuk 1 Aan de slag 13
1.1 Het toestel en de accessoires leren kennen ................... 14
1.2 Info over de SIM-kaart
en Accu ....................................... 19
1.3 Opstarten ..........................................................................
21
1.4 Het scherm Vandaag ........................................................
23
1.5 De Programmas gebruiken .............................................
28
1.6 Toestelinstellingen ...........................................................
31
Hoofdstuk 2 Informatie invoeren en zoeken 35
2.1 Informatie invoeren ......................................................... 36
2.2 Het Schermtoetsenbord gebruiken ................................
37
2.3 Notities gebruiken om te tekenen, schrijven en
spraaknotities op te nemen .............................................
37
2.4 Informatie zoeken ............................................................ 38
Hoofdstuk 3 Telefoonfuncties gebruiken 39
3.1 De Telefoon gebruiken ..................................................... 40
3.2 Een gesprek voeren .......................................................... 43
3.3 Gesprekken ontvangen ................................................... 45
3.4 Smart Dialing ....................................................................
46
10
3.5 Opties tijdens het bellen ................................................. 49
3.6 Extra informatie over bellen ............................................
50
3.7
Bluetooth SIM-toegang voor carkit-telefoons opzetten ...
51
Hoofdstuk 4 Informatie synchroniseren en
e-mailbeveiliging instellen 5
3
4.1 ActiveSync opzetten ........................................................ 54
4.2 Informatie synchroniseren .............................................. 58
4.3 Synchroniseren via Bluetooth ......................................... 63
4.4 Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren ............ 63
4.5 E-mailbeveiliging instellen ..............................................
65
Hoofdstuk 5 De Pocket PC telefoon beheren 67
5.1 De Pocket PC telefoon aanpassen aan uw wensen ........ 68
5.2 Programmas toevoegen en verwijderen .......................
75
5.3 Geheugen beheren ..........................................................
77
5.4 Bestanden kopiëren .........................................................
78
5.5 Back-ups van gegevens maken ....................................... 80
5.6 De Pocket PC telefoon beveiligen ...................................
83
5.7 De Pocket PC telefoon opnieuw instellen ......................
85
Hoofdstuk 6 Verbinding maken 87
6.1 Verbinding met internet maken ...................................... 88
6.2 Internet Explorer Mobile ................................................. 91
6.3 Comm Manager gebruiken .............................................. 94
11
6.4 Bluetooth gebruiken ........................................................ 95
6.5 Wi-Fi gebruiken ..............................................................
105
6.6 Gedeeld internet gebruiken .......................................... 109
6.7 Spb GPRS Monitor gebruiken ........................................ 110
6.8 Terminal Services-client gebruiken .............................. 115
Hoofdstuk 7 Berichten uitwisselen en Outlook
gebruiken 117
7.1 E-mail en tekstberichten ................................................ 118
7.2 MMS-berichten ...............................................................
127
7.3 Pocket MSN Messenger .................................................. 134
7.4 Agenda ............................................................................ 135
7.5 Contactpersonen ............................................................ 137
7.6 Taken ............................................................................... 142
7.7 Notities ............................................................................ 144
Hoofdstuk 8 Gps gebruiken 147
8.1 Richtlijnen en voorbereiding voor het
gebruik van
gps .............................................................. 148
8.2 Satellietgegevens downloaden
via QuickGPS ............. 150
8.3 TomTom NAVIGATOR gebruiken ................................... 152
8.4 Gps-besturing .................................................................
163
12
Hoofdstuk 9 Genieten van multimedia 165
9.1 Camera gebruiken .......................................................... 166
9.2 Afbeeldingen en videos gebruiken .............................. 180
9.3 Windows Media Player gebruiken ................................ 185
9.4 FM Radio gebruiken ....................................................... 192
Hoofdstuk 10 Andere toepassingen gebruiken 197
10.1 Word Mobile ................................................................... 198
10.2 Excel Mobile .................................................................... 199
10.3
Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint Mobile ...
200
10.4 ClearVue PDF gebruiken ................................................ 201
10.5 MIDlet Manager gebruiken ........................................... 202
10.6 ZIP gebruiken ................................................................. 205
10.7 Gesproken snelkeuze gebruiken ................................... 207
Appendix 211
A.1 Wettelijke voorschriften ................................................ 212
A.2
PC-vereisten om ActiveSync 4.x te kun
n
en gebruiken ..........217
A.3 Specificaties .................................................................... 218
Index 221
1.1 Het toestel en de accessoires
leren kennen
1.2 Info over de SIM-kaart en Accu
1.3 Opstarten
1.4 Het scherm Vandaag
1.5 De Programmas gebruiken
1.6 Toestelinstellingen
Hoofdstuk 1
Aan de slag
14 Aan de slag
1.1 Het toestel en de accessoires leren kennen
2
3
1
11
10
9
4
5
6
7
8
Aan de slag 15
Nr. Item Functie
1
Meldings-LED 1
Dit LED ziet er als volgt uit:
Een knipperend blauw licht als melding dat het
Bluetoothsysteem is ingeschakeld en radiosignalen
kan versturen.
Een knipperend groen licht voor de Wi-Fi-status.
Als zowel Bluetooth als Wi-Fi is ingeschakeld,
knipperen de lichten na elkaar.
Bruingeel licht voor gps-status.
2
Meldings-LED 2
Dit LED is groen bruingeel voor GSM/GPRS/EDGE-
standby, -bericht, en -netwerkstatus en als melding
en oplaadstatus van de accu.
3
Touchscreen
Tik met de stylus op het scherm om te schrijven,
tekenen of selecteren.
4
Linker en rechter
SOFTKEYS
Druk op deze toetsen om de opdracht uit te voeren
die erboven staat.
5
Kies-toets
Indrukken op een inkomend gesprek te beantwoorden,
of om een nummer te draaien
.
6
Gps-toets
Indrukken om de gps-software te starten.
7
START-toets
Indrukken om het Startmenu te openen.
8
HTC RollR
TM
HTC RollR
TM
is een gepatanteerd besturingselement
dat het gebruik van het Trackwiel en de Trackball
integreert.Gebruik het voor GPS-navigatie, scrollen,
surfen op internet, camera in/uitzoomen en als
ontspanner, en als muisbesturing in de muismodus.
Trackwiel
Met de klok mee of tegen de kok in draaien om
door items op het scherm of in een menu te gaan.
Bij gebruik van de Camera of de gps-software,
gebruiken om te zoomen.
Trackball
Rol omhoog, omlaag, naar links of rechts om door
menu’s en programmainstructies te gaan; de
selectie uitvoeren door de Trackball in te drukken.
Bij gebruik van de Camera, gebruiken als
ontspanner.
Bij gebruik van de gps-software, gebruiken om
door een gps-kaart te navigeren.
16 Aan de slag
Nr. Item Functie
9
OK-toets
Indrukken om ingevoerde gegevens te bevestigen, of
om het gebruikte programma te verlaten.
10
Stoppen-toets
Indrukken om een gesprek te beëindigen of om terug
te keren naar het scherm Vandaag.
11
INTERNET EXPLORER-
toets
I
ndrukken om Internet Explorer Mobile te openen
.
15
16
20
21
22
12
2423 25
13
17
18
19
14
Aan de slag 17
Nr. Item Functie
1
2
SPRAAKOPDRACHT-toets
I
n
drukken om Spraak-Snelkeuze te starten; ingedrukt
houden om een gesproken notitie op te nemen.
1
3
Volumeschuif
Naar boven of beneden schuiven om het
luidsprekervolume aan te passen.
Tijdens een gesprek omhoog of omlaag
schuiven om het volume van het oorstuk aan
te passen.
1
4
RESET-toets
Druk met de stylus op de RESET-toets om een zgn.
soft reset uit te voeren.
1
5
Aansluiting voor
autoantenne
Sluit het toestel aan op de autoantenne terwijl
u in een auto zit om het signaal beter te
ontvangen.
1
6
Gps-antenneconnector
Als u het gps-signaal beter wilt ontvangen, kunt u
een externe gps-antenne aansluiten.
1
7
Camera
Gebruik de camera om foto's te maken en videoclips
op te nemen.
1
8
Zelfportretspiegel
Draai de achterzijde van uw toestel om uw
spiegelbeeld te zien als u fotos van uzelf maakt.
19
Accuklep
Uitschuiven voor toegang tot de accu.
2
0
AAN/UIT knop
Indrukken om het beeldscherm tijdelijk uit te
schakelen. Hierdoor wordt het toestel in de
slaapstand geschakeld. Ook als uw toestel in de
slaapstand is, kunt u nog gewoon oproepen en
berichten ontvangen.
Ingedrukt houden (ongeveer 5 seconden)
om het toestel volledig uit te schakelen. Alle
functies, inclusief de telefoonfunctie worden
uitgeschakeld.
2
1
CAMERA-toets
Druk om de camera te starten; druk opnieuw
om een foto of videoclip te maken, afhankelijk van
de opnamestand.
2
2
Stylus
Gebruik de stylus om te schrijven, tekenen en
items te selecteren op het touchscreen.
2
3
Microfoon
Spreek in de microfoon als u een telefoongesprek
ontvangt of iets opneemt.
18 Aan de slag
Nr. Item Functie
2
4
Sync-aansluiting/
koptelefoonaansluiting
Gebruik deze aansluiting om gegevens te
synchroniseren met de meegeleverde USB-kabel,
of om de batterij opnieuw op te laden met de
meegeleverde oplader.
U kunt ook de meegeleverde
usb-stereokoptelefoon aansluiten om handsfree te
bellen of om naar muziek te luisteren. FM-radio
gebruikt de headset als een antenne.
2
5
Schouderriemhouder
H
ieraan kunt u een riem bevestigen om uw toestel
te dragen
.
Accessories
2
1
3
4
5
Nr. Accessoire Functie
1
Adapter
Zet wisselstroom om in gelijkstroom voor het
opladen van de accu.
2
Usb-synckabel
Verbinding tussen toestel en pc om gegevens te
synchroniseren.
Aan de slag 19
Nr. Accessoire Functie
3
Stereo headset
Uitgerust met een volumeregelaar en een knop
voor spreken/ beëindigen. Druk de knop voor
spreken/beëindigen in om een oproep op te
nemen of in de wachtstand te zetten. Houd de
knop ingedrukt om de oproep te beëindigen.
Zorg dat u deze headset aansluit als u naar
de radio luistert, omdat de headset wortdt
gebruikt als antenne.
4
Adapter voor in de auto
(alleen voor HTC P3300
Premium)
Gebruik dit om de accu van het toestel op te
laden terwijl u onderweg bent in de auto. Sluit het
aan op de syncaansluiting van het toestel en de
sigarettenaansteker van de auto.
5
Houder voor in de auto
(alleen voor HTC P3300
Premium)
Gebruik dit om het toestel in een auto te monteren.
Druk de zuignap tegen de voorruit van de auto,
en klem de hendel vast om de houder stevig te
bevestigen. Plaats vervolgens het toestel in de
houder, en druk beide zijden van de houder naar
binnen om de bevestiging te verstevigen.
1.2 Info over de SIM-kaart en Accu
Schakel uw toestel altijd uit voordat u de accu of SIM-kaart installeert
of vervangt. Volg de instructies in de Verkorte handleiding om de SIM-kaart
die u van de netwerkprovider ontvangt en de accu te installeren.
De SIM-kaart bevat uw telefoonnummer, servicedetails, en telefoonboek/
berichtgeheugen. Het apparaat ondersteunt SIM-kaarten van 1,8V en 3V.
Sommige oude SIM-kaarten zullen niet functioneren in dit toestel. Raadpleeg
uw netwerkprovider voor een vervangende SIM-kaart. Hiervoor kunnen kosten
worden gerekend.
Het apparaat bevat een oplaadbare Li-ion polymeer batterij. Dit toestel is
ontworpen voor gebruik van alleen de door de fabrikant gespecificeerde
accu en accessoires. De accuprestatie hangt af van vele factoren, zoals het
netwerk van uw provider, de signaalsterkte, de temperatuur van de omgeving
waarin u het toestel gebruikt, de eigenschappen en/of instellingen die u
selecteert en gebruikt, wat u op de telefoon aansluit, uw stem en opgeslagen
gegevens.
20 Aan de slag
Geschatte gebruiksduur van de accu (benaderingen):
Standbytijd: maximaal
150 - 200
uur voor GSM.
Gesprekstijd (beeldscherm uit): maximaal
3,5 - 5
uur voor GSM.
Afspeeltijd van media: Maximaal
8
uur voor WMV;
Maximaal
1
2
uur voor WMA.
Gps-gebruik: maximaal
4,5 - 5
uur
Waarschuwing! Om het risico op brand of verbranding te verminderen:
Probeer de accu niet te openen, te ontmantelen of te repareren.
Nooit de accu verpletteren of doorboren, de contactpunten
kortsluiten of in vuur of water werpen.
Nooit blootstellen aan temperaturen boven 60
o
C (140
o
F).
De accu alleen vervangen met een accu die ontworpen is voor
dit product.
Recycle en breng gebruikte accu’s weg zoals is bepaald in lokale
regelgeving.
Het accuniveau controleren
Gebruik één van onderstaande opties:
Tik op het pictogram accuniveau (
) op het scherm Vandaag.
Of tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Systeem
> Energie
.
Accustroom
informatie
Aan de slag 21
De accu opladen
Nieuwe accu’s zijn gedeeltelijk opgeladen. U wordt aangeraden de accu
op te laden en te installeren voordat u het toestel gebruikt. Om de accu te
plaatsen, verwijdert u eerst de accuklep. Bepaalde accus presteren het beste
nadat ze enkele keren volledig zijn opgeladen en ontladen. U kunt de accu
als volgt opladen:
Het apparaat direct aansluiten op een externe stroombron.
Het apparaat aansluiten op een pc met de bijgesloten usb-synckabel.
Waarschuwing! Verwijder de accu niet uit het toestel terwijl u het oplaadt met de
normale adapter of die in de auto.
Uit veiligheidsoogpunt stopt de accu met opladen als deze te warm
wordt.
Accu laag
Wanneer de waarschuwing ‘accu laag verschijnt, doe dan het volgende:
Sla onmiddellijk de huidige gegevens op.
Synchroniseer met uw pc of sluit de adapter aan om de accu op te
laden.
Schakel het apparaat uit.
1.3 Opstarten
Het toestel aan- en uitzetten
Zet het apparaat aan door op de AAN/UIT-toets te drukken. Als u het
toestel voor het eerst inschakelt, verschijnt een Introductiewizard die u
door het ijkingsproces leidt en u helpt bij het instellen van de regionale
instellingen, datum en tijd, wachtwoord, Outlook e-mail en POP3/IMAP4
e-mailaccounts. Voor meer informatie over het ijken van het scherm,
zie “Het toestel ijken”. Voor informatie over het opzetten van Outlook
e-mail- en POP3/IMAP4 e-mailaccounts, zie Hoofdstuk 7.
Om uw toestel uit te schakelen, houdt u de AAN/UIT-knop een paar seconden
ingedrukt. Er verschijnt een bericht met de vraag of u het toestel volledig wilt
uitschakelen.
22 Aan de slag
Het toestel in de slaapstand zetten
Snel op de AAN/UIT-toets drukken schakelt het beeldscherm tijdelijk uit en
schakelt het toestel in de
Slaapstand
. In de slaapstand gebruikt het toestel
bijna geen energie en het beeldscherm wordt uitgeschakeld om accustroom
te besparen.
Het toestel wordt automatisch in de slaapstand geschakeld als het een
bepaalde tijdlang niet gebruikt wordt.
De time-outperiode instellen voordat het toestel in de slaapstand
wordt gezet
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Systeem
>
Energie >
tabblad
Geavanceerd
.
2.
Controleer of onder
Bij gebruik accu
,
het keuzevak
Apparaat uit als
het niet wordt gebruikt voor
is geselecteerd.
3.
Selecteer de time-outperiode van de accu en tik op
OK
.
U kunt in de slaapstand nog gewoon berichten en oproepen ontvangen. Als
u nogmaals op de AAN/UIT-knop drukt of als nieuwe inkomende gesprekken/
berichten worden ontvangen, wordt het toestel opgewekt.
Het toestel ijken
Om het scherm van het toestel te ijken tikt u met de stylus op het midden van
een kruis terwijl het kruis op het scherm rond beweegt. Dit proces verzekert
dat wanneer u met de stylus op het scherm tikt, het betreffende item wordt
geactiveerd.
Indien het apparaat niet nauwkeurig reageert op het tikken, volg dan deze
stappen om het te herijken:
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Systeem
> Scherm
.
2.
Tik op het tabblad
Algemeen
op
Scherm uitlijnen
, en volg vervolgens
de instructies op het scherm om de ijking te voltooien.
Scherminstellingen beheren
Het beeldscherm van het toestel kan op twee standen worden ingesteld:
Staand
en
Liggend
. De staande modus biedt u een beter overzicht of een
betere functionering van bepaalde programmas terwijl de liggende modus
optimaler is om lange bestanden te bekijken.
Aan de slag 23
U wijzigt de ligging door te tikken op
Start > Instellingen >
tabblad
Systeem
> Scherm
, en selecteer de gewenste ligging.
De randen van lettertypes kunt u voor veel toepassingen zachter in
beeld krijgen, door op het tabblad
ClearType
het keuzevak
ClearType
het keuzevak ClearType het keuzevak
inschakelen
te selecteren.
Op het tabblad
Tekengrootte
kunt u door de schuifknop te verslepen de
leesbaarheid vergroten of meer beeld op het scherm laten verschijnen.
1.4 Het scherm Vandaag
Op het scherm Vandaag is belangrijke informatie te zien, zoals komende
afspraken en statusindicatoren. Tik op een deel van het scherm om het
betreffende programma te openen.
Voor toegang tot het scherm Vandaag, tik op
Start > Vandaag
.
Om het scherm Vandaag naar wens aan te passen, bijvoorbeeld om
de achtergrond te wijzigen, tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Persoonlijk
> Vandaag
.
1
6
14
7
8
9
2 3 4 5
15
10
13
11
12
24 Aan de slag
1
Tik om het Startmenu te openen.
2
Tik om de status van de verbindingen te zien.
3
Geeft de sterkte van het radiosignaal weer. Tik om de telefooninstellingen
te configureren.
4
Tik om toestel/belvolume aan te passen.
5
Geeft de huidige tijd weer. Tik om de huidige tijd en geplande afspraken te
controleren. Tikken en ingedrukt houden om de klokstand te schakelen tussen
Analoog of Digitaal.
6
Geeft de huidige datum en tijd weer. Tik om de datum, tijd, alarm en meer in te
stellen.
7
Tik voor instelling van informatie over de eigenaar.
8
Uw dag in een oogopslag met herinneringen. Tikken om berichten en taken te
zien.
9
Geeft de accustatus aan. Tik om het scherm Energiebeheer te openen.
10
Tik om het beeldscherm te schakelen tussen de ligging staand en liggend.
11
Tik om Comm Manager te openen.
12
Tik om het scherm Verlichtingsinstellingen te openen.
13
Tik om QuickGPS te openen.
14
Tik om Agenda te openen.
15
Tik om Contactpersonen te openen.
Indicatoren
Hieronder vindt u enkele statuspictogrammen die u op uw toestel kunt zien
verschijnen.
Pictogram Beschrijving
Nieuwe e-mail of tekstberichten; SMS-melding van een gesproken bericht
Nieuw multimedia (MMS) bericht
Nieuw MSN-bericht
Er zijn meer meldingen. Tik op het pictogram om alle te zien.
Aan de slag 25
Pictogram Beschrijving
Luidspreker aan
Bellen zonder SIM-kaart
Telefoongesprek is bezig
Gesprekken worden doorgeschakeld
Gesprek in de wacht
Gemiste oproep
Maximum signaalsterkte
Geen signaal
Telefoon is uitgeschakeld
Geen telefoondienst
Zoeken naar telefoondienst
GPRS beschikbaar
GPRS-verbinding wordt gemaakt
GPRS in gebruik
EDGE beschikbaar
EDGE-verbinding wordt gemaakt
EDGE in gebruik
Roaming
Verbinding is actief
Verbinding is niet actief
Synchronisatie is bezig
26 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
Synchronisatiefout
ActiveSync-melding
Wi-Fi functie ingeschakeld, maar toestel is nog niet aangesloten
op een draadloos netwerk
Draadloze netwerk(en) gedetecteerd
Aansluiting met draadloos netwerk bezig (pijltjes bewegen)
Verbonden met draadloos netwerk
Synchroniseren via Wi-Fi
Trilstand
Geluid aan
Geluid uit
Alarm
Geen SIM-kaart ingestoken
Accu is volledig opgeladen
Accu is bijna leeg
Accu wordt opgeladen
Bluetooth-headset gedetecteerd
QuickGPS updatemelding
GPRS Monitor is nu actief
Sprite Backup melding
Seriële usb-verbinding is nu actief
Opmerking
Het pictogram USB aan pc ( ) verschijnt op het scherm Vandaag
als
het toestel wordt aangesloten op de computer en een seriële usb-
verbinding tussen beide is ingeschakeld. Voor meer informatie over
Usb aan pc, zie "Toestelinstellingen" verderop in dit hoofdstuk.
Aan de slag 27
Het Startmenu
Het Startmenu, linksboven in het Vandaag scherm, toont een lijst met
programmas. U start een programma vanuit de programmalijst door op de
Trackball te drukken, of tik met de stylus op een programma.
1
Tik om naar het scherm Vandaag over
te schakelen.
2
Tik om een programma te starten.
De items die in het Startmenu staan
kunnen worden aangepast via
Start >
Instellingen >
tabblad
Persoonlijk
>
Menu's
.
3
Tik om een recent gebruikt programma
te starten.
4
Tik om programmas te zien en te
selecteren die op uw toestel
geïnstalleerd zijn.
5
Tik om de apparaatinstellingen te
veranderen.
6
Tik voor een Helponderwerp over het
huidige scherm.
1
2
5
4
6
3
28 Aan de slag
1.5 De Programmas gebruiken
Hieronder volgen enkele programmas die al op uw toestel geïnstalleerd zijn.
Pictogram Beschrijving
ActiveSync
of de Exchange Server.
Bluetooth
Explorer
Zoekt andere Bluetooth-toetsellen waarop
bestandsdeling is ingeschakeld zodat u toegang heeft tot de
gedeelde Bluetoothmap.
Rekenmachine
Hiermee kunt u eenvoudige berekeningen uitvoeren,
zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Agenda
Hiermee houdt u uw afspraken bij en kunt u vergaderingen
aanvragen.
Camera
Hiermee kunt u foto's of videoclips met geluid maken.
ClearVue PDF
Hiermee kunt u pdf-bestanden weergeven op het toestel.
Comm Manager
Hiermee kunt u de verbindingen van het toestel
(zoals Wi-Fi, Bluetooth, en ActiveSync) beheren, dataservices
afsluiten (zoals GPRS), de telefoon aan- of uitzetten, schakelen
tussen bel/trilstand en de Direct Pushfunctie in- of uitschakelen.
Contactpersonen
Hiermee kunt u uw vrienden en collega's opsporen.
Download Agent
Geeft informatie weer over de downloadstatus
en over zaken die van internet zijn gedownload.
Excel Mobile
Voor het maken van nieuwe en het weergeven en
bewerken van bestaande werkbladen van Excel.
Verkenner
Hierme ekunt u bestnaden op het toestel beheren en ordenen.
FM-radio
Hiermee kunt u naar uw favoriete radiozenders luisteren.
Spelletjes
Geïnstalleerde spellen spelen:
B
ubble Breaker
en
Solitaire
.
Hel
p
Geeft helponderwerpen over programma's op het toestel weer.
Aan de slag 29
Pictogram Beschrijving
Gedeeld Internet
Hiermee kunt u een verbinding maken met
een notebook computer zodat deze via de dataconnectie van het
toestel verbinding met internet kan maken.
Internet Explorer
Hiermee kunt u web- en WAP-sites verkennen en
nieuwe programma's en bestanden downloaden van internet.
Berichten
Hiermee kunt u e-mail, MMS en tekstberichten verzenden
en ontvangen.
MIDlet Manager
Biedt u de mogelijkheid Java-applicaties te
downloaden en te installeren op uw toestel, zoals spellen en
hulpmiddelen.
Notities
Hiermee kunt u handgeschreven of getypte notities,
tekeningen en opnames maken.
Telefoon
Hiermee kunt u gesprekken voeren en ontvangen,
schakelen tussen gesprekken en vergadergesprekken organiseren.
Afbeeldingen en video's
Hiermee kunt u foto- en videobestanden
op toestel of opslagkaart weergeven, ordenen en organiseren.
Genomen fotos worden opgeslagen in de map My Pictures en video-
clips worden opgeslagen in de map My Videos van uw toestel.
Pocket MSN
Hiermee kunt u berichten uitwisselen met
contactperson
en
van MSN Messenger en, als u dit heeft, toegang
krijgen tot uw hotmailaccount.
PowerPoint Mobile
Hiermee kunt u PowerPoint-dia's en -presentaties
weergeven.
QuickGPS
Downloadt
satellietgegevens van internet via ActiveSync,
Wi-Fi of GPRS zodat uw huidige gps-positie sneller kan worden
vastgesteld.
SAPSettings
Biedt u Bluetooth Remote SIM-toegang op het toestel.
Hiermee kunt u de carkit telefoon, die het SIM-toegangsprofiel (SAP)
ondersteunt, gebruiken om via Bluetooth toegang te krijgen tot de
SIM-kaart van het toestel of telefoongesprekken te ontvangen. U
kunt ook SIM-contactpersonen van het toestel downloaden naar de
carkit telefoon.
Zoeken
Hiermee zoekt u contactpersonen, gegevens en andere
informatie op het toestel.
30 Aan de slag
Pictogram Beschrijving
SIM-beheer
Hiermee kunt u de contacten beheren die op de SIM-
kaart zijn opgeslagen. U kunt dit programma ook gebruiken om
SIM-contents te kopiëren naar Contacten op uw toestel.
Spb
GPRS Monitor
Kan op het toestel worden geïnstalleerd via de
cd. Het meet de hoeveelheid dataoverdrachten die via de GPRS- of
GSM-netwerkverbinding zijn gemaakt, en berekent de kosten van
het netwerkgebruik.
Sprite Backup
Dit biedt u een snelle en eenvoudige manier om
back-ups te maken van uw gegevens.
STK (
SIM Tool Kit)
Service
Biedt toegang tot informatie en andere
services van uw mobiele serviceprovider.
Taken
Hiermee kunt u uw taken bijhouden.
Terminal Services-client
Hiermee kunt u zich aanmelden op een
pc met Terminal Services of Remote Desktop en alle programma's
die beschikbaar zijn op die pc gebruiken vanaf uw mobiel toestel.
TomTom NAVIGATOR
Is gps-navigatiesoftware die
richtingaanwijzingen
geeft en u vertelt hoe u op uw bestemming
kunt aankomen. Het heeft diverse andere functies, zoals
alternatieve routeberekening, geavanceerde planning,
weersbericht en meer.
Gesproken snelkeuze
Hiermee kunt u spraakcodes opnemen
zodat u een telefoonnummer kunt bellen of een programma kunt
openen door slechts een woord uit te spreken.
Windows Media Player
Hiermee kunt u mediabestanden afspelen.
Word Mobile
Hiermee kunt u Word-documenten maken, openen en
bewerken.
ZIP
Hiermee kunt u geheugen besparen en opslagruimte op het
toestel vrijmaken door bestanden te comprimeren in de
conventionele zip-indeling.
Aan de slag 31
1.6 Toestelinstellingen
U kunt de toestelinstellingen aanpassen aan de manier waarop u werkt. Wilt u alle
beschikbare instellingen zien, tik dan op
Start > Instellingen
, en vervolgens op
de tabbladen
Persoonlijk
,
Systeem
, en
Verbindingen
onderin het scherm.
Tabblad Persoonlijk
Pictogram Beschrijving
Knoppen
Wijst een programma toe aan een hardwareknop.
Invoer
Instellen van opties voor elke invoermethode.
Vergrendeling
Stelt een wachtwoord in voor het toestel.
Menu's
Bepaalt welke programma's er verschijnen in het Startmenu.
MSN-opties
Hiermee kunt u instellingen aanpassen van de
toepassingen in Pocket MSN zoals MSN Hotmail en MSN Messenger
.
Info over eigenaar
Hiermee kunt u uw persoonlijke informatie op
het toestel invoeren.
Telefoon
Hiermee kunt u telefooninstellingen aanpassen, zoals
ringtone, een pincode instellen voor uw SIM-kaart en meer.
Geluiden en meldingen
Voor het inschakelen van geluiden voor
gebeurtenissen, meldingen en meer; bovendien kunt u het
meldingstype voor verschillende gebeurtenissen instellen.
Vandaag
Hiermee kunt u de weergave en informatie op het scherm
Vandaag aanpassen.
Gesproken
snelkeuze
Hiermee kunt u spraakcodes maken voor
zowel telefonische contactpersonen en SIM-contactpersonen als
voor het starten van programma's.
32 Aan de slag
Tabblad Systeem
Pictogram Beschrijving
Info
Hier kunt u een naam opgeven voor het toestel. Toont ook de
Windows Mobile versie en copyright informatie.
Verlichting
Stelt de time-out en helderheid van de verlichting in.
Certificaten
Geeft informatie weer over certificaten die op het
toestel zijn geïnstalleerd.
Opslag wissen
Verwijdert alle gegevens en bestanden uit het
gegeugen en herstelt de standaard fabrieksinstellingen op het
toestel.
Klok en alarmsignalen
Stelt de klok van het toestel in op de datum
en tijd van uw locatie of op die van een tijdzone die u bezoekt.
Alarmsignalen kunnen ook worden ingesteld op specifieke dagen
en tijden van een week.
Apparaatinformatie
Geeft informatie weer over firmwareversie,
hardware, identiteit en de duur van gesprekken die op het toestel
zijn gevoerd.
Foutenrapportage
Schakelt de foutenrapportage in of uit op
het toestel. Wanneer deze functie ingeschakeld is en er zich een
programmafout voordoet, worden technische gegevens over de
staat van het programma en uw pc in een tekstbestand ingelogd
en naar de technische ondersteuning van Microsoft verzonden als u
ervoor kiest om het te verzenden.
GPS
Configureert de
instellingen van de gps-verbinding.
Toetsblokkering
Blokkeert de toesten van het toestel, behalve
de aan/uitknop als het toestel in de slaapstand staat. Dit verzekert
dat u het toestel niet per ongeluk inschakelt en onnodig energie
verbruikt.
Geheugen
Geeft informatie weer over de geheugentoekenning en
de geheugenkaart. U kunt ook draaiende programmas afsluiten.
Microfoon AGC
Past het volume van uw stem automatisch aan
terwijl u opneemt.
Aan de slag 33
Pictogram Beschrijving
Muismodus
Schakelt tussen het in- en uitschakelen van de
muismodus.
Als de muismodus is ingeschakeld wordt de aanwijzer
van de Trackball op het scherm getoond en kunt u de Trackball
gebruiken als een pc-mui
s.
Energie
Geeft het huidige accuniveau aan. Hiermee kunt u ook de
time-out instellen om de weergave uit te schakelen (het toestel in
slaapstand te zetten) om batterijstroom te besparen.
Landinstellingen
Stelt de regionale taal in voor het gebruik en de
indeling voor de weergave van getallen, munteenheden, datum en
tijd.
Programma's verwijderen
Helpt u programma's te verwijderen die
op het toestel zijn geïnstalleerd
.
Scherm
Hiermee kunt de ligging van het scherm veranderen, het
scherm herijken en de tekstgrootte op het scherm veranderen.
34 Aan de slag
Tabblad Verbindingen
Pictogram Beschrijving
Uitstralen
Hiermee kan uw toestel inkomende Bluetooth-stralen
ontvangen.
Bluetooth
Schakelt Bluetooth in, stelt het toestel in op de zichtbare
stand, zodat u andere Bluetooth-toestellen kunt zoeken.
Verbindingen
Stelt een of meerdere typen modemverbindingen in
voor uw toestel, zoals een kiesnummer draaien voor een telefoon,
GPRS, Bluetooth en meer, zodat uw toestel zich in verbinding kan
stellen met het Internet of een particulier lokaal netwerk.
CSD Lijn type
Stelt het lijn type in gebruik als u een circuit switch
data (CSD) connection maakt. Normaal gesproken hoeft u de
instellingen niet te wijzigen tenzij u een probleem tegenkomt bij
het tot standbrengen van een verbinding.
GPRS-instelling
Stelt de GPRS-authenticatiemethode in. Neem
contact op met uw mobiele serviceprovider voordat u deze
instelling verandert.
SMS-dienst
Hiermee kunt u SMS-tekstberichten verzenden via
een dataverbinding, zoals een GPRS of een circuitgeschakelde
verbinding. Dit kan alleen worden gebruikt als uw draadloze
serviceprovider deze dienst ondersteunt.
USB aan pc
Stelt de usb-verbinding in tussen uw toestel en een pc
en helpt bij problemen bij ActiveSync-verbindingen.
Wi-Fi
Hiermee kunt u uw toestel laten zoeken naar beschikbare
draadloze netwerken. U kunt ook een netwerkkaart gebruiken (als
er een in het toestel is geplaatst).
Wireless LAN
Toont informatie over het actieve draadloze netwerk,
zodat u de Wi-Fi-instellingen kunt aanpassen.
2.1 Informatie invoeren
2.2 Het Schermtoetsenbord gebruiken
2.3 Notities gebruiken om te tekenen,
schrijven en spraaknotities op te nemen
2.4 Informatie zoeken
Hoofdstuk 2
Informatie invoeren en
zoeken
36 Informatie invoeren en zoeken
2.1 Informatie invoeren
Als u een programma start of een veld selecteert waarin tekst of getallen
moeten worden ingevoerd, wordt het pictogram
Invoerscherm
beschikbaar
op de menubalk.
Tik op de pijl
Invoerselector
(verschijnt naast het pictogram van het
Invoerscherm
) om een menu te openen voor het selecteren van een
invoermethode voor tekst en het aanpassen van invoeropties. Als een
invoermethode voor tekst is geselecteerd, wordt het corresponderende
Invoerscherm
geopend om tekst in te voeren. Wilt u schakelen tussen het
weergeven en verbergen van het Invoerscherm, tik dan gewoon op het
pictogram van het
Invoerscherm
.
Invoerscherm
(toetsenbord)
Invoerselectiepijl
Invoerscherm pictogram
Pictogram Invoermethode
Het toetsenbord op het scherm
Informatie invoeren en zoeken 37
2.2 Het Schermtoetsenbord gebruiken
Het
Toetsenbord
op het scherm is beschikbaar als u tekst kunt invoeren. U kunt
tekst invoeren door op de toetsen van het toetsenbord op het scherm te tikken.
Tekst invoeren met het Toetsenbord op het scherm
1.
Tik in het programma op de
Invoerselectiepijl
en tik op
Toetsenbord
.
2.
Voer tekst in door op toetsen van het toetsenbord op het scherm te tikken.
Het Toetsenbord op het scherm vergroten
1.
Tik op de
Invoerselectiepijl
en vervolgens op
Opties
.
2.
In de lijst
Invoermethode
kiest u
Toetsenbord
.
3.
Tik op
Grote toetsen
.
2.3 Notities gebruiken om te tekenen, schrijven en
spraaknotities op te nemen
Met
Notities
kunt u in uw eigen handschrift op het scherm tekenen of schrijven
en notities. U kunt ook een opname (spraaknotitie) maken of een opname aan
een notitie toevoegen.
Voor meer informatie over alles wat u kunt doen met Notities, zie “Notities
in Hoofdstuk 7.
38 Informatie invoeren en zoeken
2.4 Informatie zoeken
U kunt zoeken naar bestanden en andere items in Mijn documenten of op een
geheugenkaart. U kunt zoeken op bestandsnaam of naar woorden die in het
item zijn geplaatst. U kunt bijvoorbeeld in e-mailberichten, notities, afspraken,
contactpersonen, taken en zelfs in de on line Help zoeken.
Een bestand of item zoeken
1.
Tik op
Start
> Programmas >
Zoeken
.
2.
In het veld
Zoek naar
kunt u:
De bestandsnaam, een woord of andere informatie die u wilt zoeken
invoeren.
Tik op de pijl omlaag (
) en kies uit de lijst een item dat u al eerder
heeft gezocht.
3.
In het veld
Type
kun u op de pijl omlaag (
) tikken en een
gegevenstype uit de lijst kiezen om de zoekopdracht af te bakenen.
4.
Tik op
Zoeken
. Het systeem zoekt vervolgens de betreffende
bestanden in de map
Mijn documenten
en de submappen.
5.
In de lijst
Resultaten
tikt u op het item dat u wilt openen.
Opmerking Het symbool opslagkaart wordt naast de namen van bestanden
op de opslagkaart weergegeven.
3.1 De Telefoon gebruiken
3.2 Een gesprek voeren
3.3 Gesprekken ontvangen
3.4 Smart Dialing
3.5 Opties tijdens het bellen
3.6 Extra informatie over bellen
3.7 Bluetooth SIM-toegang voor
carkit-telefoons opzetten
Hoofdstuk 3
Telefoonfuncties gebruiken
40 Telefoonfuncties gebruiken
3.1 De Telefoon gebruiken
Net als bij een gewone mobiele telefoon kunt u uw toestel gebruiken om
gesprekken te voeren, te ontvangen en op te zoeken, en om SMS/MMS-berichten
te sturen. U kunt ook rechtstreeks vanuit Contactpersonen een nummer kiezen en
eenvoudig telefoonboekgegevens kopiëren van uw SIM-kaart naar uw toestel.
Het Telefoonscherm
Vanuit het Telefoonscherm heeft u toegang tot Oproepen, Snelkeuzenummer
en Telefooninstellingen. U opent het Telefoonscherm als volgt:
Tik op
Start > Telefoon
.
Druk op de Kies-toets (
).
Kies-toets
Uw PIN invoeren
De meeste SIM-kaarten zijn voorzien van een PIN die wordt geleverd door
uw serviceprovider. Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u de PIN
invoeren.
1.
Voer de PIN in die u van uw serviceprovider hebt gekregen.
2.
Tik op
Enter
.
Opmerking
Als u driemaal de foute PIN invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Als dit
gebeurt, kunt u de kaart deblokkeren met de PUK-code (PIN Unblocking Key)
die u van uw serviceprovider hebt gekregen.
Telefoonfuncties gebruiken 41
De telefoonfunctie aan- en uitzetten
In veel landen is het wettelijk verplicht de telefoon aan boord van vliegtuigen
uit te schakelen.
Om de telefoonfunctie uit te schakelen, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Tik op het pictogram
Comm Manager
(
) op het scherm Vandaag.
Tik in het venster van Comm Manager op de
Telefoon
-toets om de
telefoonfunctie in- of uit te schakelen.
U
kunt de telefoonfunctie weer inschakelen door opnieuw te tikkenop
de
Telefoon
-toets in het venster van Comm Manager.
Tik op het pictogram
Signaal
(
) en tik vervolgens op
Vliegtuigm
odus
inschakelen
. Hiermee worden alle radiofuncties op het toestel
(telefoon, Bluetooth en Wi-Fi) uitgeschakeld.
Wilt
u de telefoonfunctie hervatten, tik dan opnieuw op het pictogram
Signaal
en vervolgens op
Vliegtuigmodus uitschakelen
. Hiermee
wordt de eerdere toestand van Bluetooth en Wi-Fi hersteld.
Het volume van het toestel aanpassen
1.
Tik op het
Luidspreker
-pictogram (
).
2.
Onder
Volume
doet u:
Pas het telefoonvolume (
) aan of het apparaatvolume (
) door
de schuifknop naar het gewenste volumeniveau te verslepen.
Tik op
Aan
,
Trillen
, of
Uit
om zowel het systeem- als het belvolume
te wijzigen.
42 Telefoonfuncties gebruiken
Volume aanpassen
Opmerkingen
U kunt het gespreksvolume van de telefoon alleen aanpassen tijdens
een gesprek. Verandert u het volume op een ander moment, dan
heeft dit betrekking op het geluidsniveau van de beltoon, melding
en MP3.
Als u de trilstand inschakelt, wordt het geluid automatisch gedempt
en trilt uw toestel als u een oproep ontvangt. Het pictogram Trillen
( ) verschijnt op de titelbalk om aan te geven dat de Trilstand is
geactiveerd.
Telefoonfuncties gebruiken 43
3.2 Een gesprek voeren
U kunt het het apparaat bellen vanuit
Telefoon
,
Contactpersonen
,
Snelkeuze
,
Oproepen
, en
SIM Manager
.
Bellen vanuit Telefoon
1.
Tik op
Start > Telefoon
.
2.
Tik in het Telefoonscherm op het gewenste telefoonnummer en tik op
Kies
.
Kies-toets
Telefoonscherm
Tip Als u een verkeerd nummer kiest, tik dan op de terug-pijl (
) om de
cijfers achtereenvolgens te wissen. Om het hele nummer te wissen houdt u de
terug-pijl ingedrukt.
Bellen vanuit Contactpersonen
Tik op
Start >
Contactprs.
en vervolgens:
Rol de Trackball omhoog of omlaag of draai aan het Trackwiel om een
contactpersoon te selecteren en druk tweemaal op Kies (eenmaal om
het nummer naar het telefoontoetsenbord te sturen en eenmaal om
het nummer te kiezen).
Tik op de gewenste contactpersoon in de contactenpersonenlijst
en selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
Houd de gewenste contactpersoon ingedrukt en tik in het snelmenu
op
Werk bellen
,
Huis bellen
, of
Mobiel bellen
.
44 Telefoonfuncties gebruiken
Een nummer van een contactpersoon kiezen
Standaard wordt het mobiele telefoonnummer (m) van een contactpersoon
gekozen als u een oproep plaatst vanuit Contactenpersonen. U kunt in plaats
daarvan ook een ander telefoonnummer kiezen.
1.
Tik op
Start
>
Contractprs
.
2.
Rol de Trackball omhoog/omlaag of draai aan het Trackwiel om een
contactpersoon te kiezen.
3.
Rol de Trackball naar links of rechts. De letters die het nummer
aangeven veranderen wanneer u hierdoor scrollt.
Bellen vanuit Oproepen
1.
Tik in het Telefoonscherm op
Oproepen
.
2.
Tik op
Menu > Filter
en dan op een categorie.
3.
Rol naar de gewenste contactpersoon of telefoonnummer en tik op
Bellen
.
Bellen vanuit Snelkeuze
Gebruik Snelkeuze om met één tik veelgebruikte nummers te bellen. Als u
bijvoorbeeld een contactpersoon toekent aan plek
2
in Snelkeuze, hoeft u op
het Telefoonscherm alleen maar op
te tikken en dit vast te houden om het
nummer van de contactpersoon te bellen. Voordat u een Snelkeuze-opname
kunt maken, moet het nummer aanwezig zijn in Contactpersonen.
Een Snelkeuze-opname maken
1.
Tik in het Telefoonscherm op
Snelkeuze
.
2.
Tik op
Menu
>
Nieuw.
3.
Tik op een contactpersoon. Tik het telefoonnummer aan waarvoor u
een snelkeuzenummer wilt maken.
4.
Selecteer in het vak
Locatie
een beschikbare locatie voor de nieuwe
Snelkeuze.
Opmerking Locatie 1 wordt in het algemeen gereserveerd voor uw voicemail,
en Snelkeuze kent de volgende beschikbare plek toe aan de nieuwe
opname. Als u een nummer wilt plaatsen op een positie die al bezet is,
wordt het aanwezige nummer vervangen door het nieuwe nummer.
Telefoonfuncties gebruiken 45
Tips
Om een snelkeuze te maken vanuit Contactpersonen, houdt u de
contactpersonen aangetikt, selecteert u Toevoegen aan Snelkeuzenr
en daarna het telefoonnummer waarvoor u een snelkeuze wilt maken. Kies
daarna een beschikbare locatie voor de nieuwe snelkeuze.
Verwijder een Snelkeuzenummer door in de lijst Snelkeuzenummer op de
betreffende opname te tikken, deze vast te houden en op Verwijderen te
tikken.
Bellen vanuit SIM -beheer
Met
SIM-beheer
kunt u de inhoud van de SIM-kaart bekijken, opnames uit
het SIM-telefoonboek overzetten naar Contactpersonen op het toestel en
bellen met de SIM-kaart.
Een SIM-contact bellen
1.
Tik op
Start > Programma’s > SIM-beheer
. Wacht totdat de inhoud
van de SIM-kaart is geladen.
2.
Tik op de naam of telefoonnummer dat u wilt bellen, houd dit ingedrukt
en tik op
Bellen
.
3.3 Gesprekken ontvangen
Als u een telefoongesprek ontvangt, verschijnt een bericht met de optie het
inkomende gesprek te beantwoorden of te negeren.
Het inkomende gesprek beantwoorden of weigeren
Om het gesprek te beantwoorden tikt u op
Opnemen
, of u drukt op
Kies op het toestel.
Om het gesprek te wiegeren tikt u op
Negeren
, of u drukt op Stoppen
op het toestel.
Een gesprek beëindigen
Wanneer een inkomend of uitgaand gesprek gevoerd wordt, kunt u op
Stoppen
tikken of op Stoppen op het toestel
drukken om op te hangen.
46 Telefoonfuncties gebruiken
3.4 Smart Dialing
Smart Dialing
is een programma waarmee u makkelijk een telefoonnummer
kunt bellen. Als u begint met het invoeren van nummers, worden de
contact persoon vermeldingen op de SIM-kaart, in Contactpersonen en de
telefoonnummers in Oproepen (waaronder inkomende, uitgaande en gemiste
oproepen) automatisch doorzocht en gesorteerd. Vervolgens kunt u vanuit de
gefilterde lijst het gewenste nummer of contactpersoon bellen.
Smart Dialing starten
Open het Telefoonscherm en tik vervolgens op de toetsen op het
toetsenblok van de Telefoon die corresponderen met het telefoonnummer
of contactpersoon dat/die u wilt bellen.
Het scherm Smart Dialing wordt automatisch weergegeven op het
Telefoonscherm als u een getal of letter intikt. U kunt de grootte van het
scherm wijzigen door op het pijlpictogram
te tikken.
Staand beeld met geminimaliseerd
Smart Dialing scherm
Liggend beeld met uitgebreid Smart
Dialing scherm
Tikken om het venster Smart dialing te
minimaliseren of te vergroten
Tips voor het gebruik van Smart Dialing
Smart Dialing zoekt naar nummers of contactpersonen die overeenkomen met
de ingevoerde reeks. Hieronder staan enkele tips over het gebruik van Smart
Dialing om snel een gewenst telefoonnummer of contactpersoon te vinden.
Telefoonfuncties gebruiken 47
Een telefoonnummer opzoeken
Voer de eerste twee cijfers in om een telefoonnummer te zoeken
in Oproepen.
Voer de eerste drie of meer tekens in om een telefoonnummer te zoeken
in de opgeslagen contactpersonen op het toestel en SIM-kaart.
De naam van een contactpersoon opzoeken
Voer de eerste letter van de voor- naam of achternaam van een contactpersoon
in. Smart Dialing zoekt dan naar de betreffende letter, te beginnen bij het eerste
teken van de naam van een contactpersoon, maar ook naar de tekens achter
een spatie, koppelteken (-) of streepje (_) in een naam. Als u bijvoorbeeld op
het getal 2” tikt dat is geassocieerd met [a, b, c] op de telefoontoetsen, worden
de volgende contactpersonen gevonden:
B
en Miller”, George
A
dams”, John-
C
arter,
C
arter, Ellen, “Dixon,
A
llan, “Thomas_
C
lark”, Jane
C
ampbell”.
Als er teveel namen worden getoond en u gerichter wilt zoeken, voer dan een
andere letter in. Voortbouwend op vorig voorbeeld, als u vervolgens “3” intikt, dat
is geassocieerd met [d, e, f], wordt de lijst met gevonden namen beperkt tot de
volgende namen:
Be
n Miller, George
Ad
ams”,
C
arter,
E
llen,
D
ixon,
A
llan.
Een oproep doen of een tekstbericht sturen met Smart
Dialing
1.
Begin met het invoeren van de eerste paar nummers of letters.
2.
Verken de lijst in het venster van Smart Dialing door op de pijlen te tikken
(
/
) of rol de Trackball omhoog of omlaag om de gewenste
contactperson of telefoonnummer te kiezen. Als u een contactpersoon
selecteert, wordt het bijbehorende telefoonnummer getoond.
3.
De markering wordt één regel verschoven wanneer u de Trackball
omhoog of omlaag rolt; de markering wordt één pagina verschoven
wanneer u op de pijltoetsen drukt.
4.
Gebruik één van onderstaande opties:
Als de juiste contactpersoon is geselecteerd tikt u op
Kies
of u drukt
op de Kies-toets (
Als de juiste contactpersoon is geselecteerd tikt u op
) om iemand te bellen.
Om een ander telefoonnummer van de geselecteerde contactpersoon
te bellen, tikt u en houdt u de geselecteerde contactpersoon vast,
en tikt u op het gewenste telefoonnummer.
48 Telefoonfuncties gebruiken
Tik op een contactpersoon en houd deze vast om het snelmenu te laten verschijnen
U verstuurt een tekstbericht naar de geselecteerde contactpersoon,
door op de contactpersoon te tikken, deze vast te houden en op
Tekstbericht versturen
te tikken.
Tip
U kunt informatie over de geselecteerde contactpersoon zien en bewerken
door op de naam van de contactpersoon in het snelmenu te tikken (alleen van
toepassing op opnames in Contactpersonen van het apparaat).
Smart Dialing instellen
1.
Tik in het Telefoonscherm op
Menu >
Smart Dialing-opties
.
2.
Kies op het tabblad
Opties
het keuzevak
Smart Dialing inschakelen
.
Kies het keuzevak
Gesel. contactpersoon automatisch uitklappen
om naam en telefoonnummer van een contactpersoon te tonen als
de contactpersoon is geselecteerd in de resultatenlijst.
Selecteer het keuzevak
Slepen-verschuiven inschakelen
om de
lijst met resultaten te verschuiven door te slepen.
Kies het keuzevak
Dubbelklikken voor nummerkeuze
om te bellen
door te dubbelklikken op het item in de lijst met resultaten.
In
Schuifeenheid
kunt u het aantal regels dat wordt verschoven bij
het tikken op de pijlen (
/
) instellen.
Telefoonfuncties gebruiken 49
3.5 Opties tijdens het bellen
Een gesprek in de wacht zetten
Het apparaat geeft een melding wanneer een ander inkomend gesprek
komt, en geeft u de keuze het gesprek te weigeren of te accepteren. Als u al
aan het bellen bent en het nieuwe gesprek accepteert, kunt u kiezen om te
schakelen tussen de twee gesprekken, of om met z’n drieën een vergadering
te houden.
1.
Tik op
Opnemen
om het tweede gesprek te accepteren en het eerste
gesprek in de wacht te zetten.
2.
U beëindigt het tweede gesprek en keert terug naar het eerste gesprek
door op
Stoppen
te tikken of op Stoppen op het toestel te drukken.
Schakelen tussen twee gesprekken
Tik op
Wisselen
.
Een telefonische vergadering opzetten
1.
Plaats een gesprek in de wacht en bel een tweede nummer; of accepteer
een tweede inkomend gesprek wanneer u al aan het bellen bent.
2.
Tik op
Vergadering
.
Opmerking Niet alle serviceproviders ondersteunen telefonisch vergaderen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor details.
De Luidspreker in- en uitschakelen
Met de ingebouwde Luidspreker kunt u handsfree bellen en andere personen
laten meeluisteren met het gesprek.
Tik tijdens een gesprek op
Luidspr. aan
of houd Kies ingedrukt totdat
de luidspreker inschakelt. Het luidsprekerpictogram (
) verschijnt
op de titelbalk.
Schakel de luidspreker uit door op
Luidspr. uit
te tikken of houd Kies
ingedrukt totdat de luidspreket uitschakelt.
Waarschuwing! Om gehoorsbeschadiging tegen te gaan, houd u het apparaat niet
tegen uw oor als de Luidspreker is ingeschakeld.
50 Telefoonfuncties gebruiken
Een gesprek dempen
U kunt de microfoon uitschakelen tijdens het bellen, zodat u de beller hoort,
maar de beller u niet.
Tik tijdens een gesprek op
Dempen
.
Als de microfoon is uitgeschakeld, verschijnt het dempenpictogram
(
) op het scherm. Tik op
Demping uitschakelen
om de microfoon
weer in te schakelen.
3.6 Extra informatie over bellen
Een alarmnummer bellen
Voer het plaatselijke alarmnummer in en tik op
Kies
.
Tip Extra alarmnummers kunnen op de SIM-kaart staan. Neem contact op met uw
serviceprovider voor details.
Internationale nummers bellen
1.
Tik en houd
ingedrukt op het toetsenbok van Telefoon totdat het
+
teken verschijnt. De
+
vervangt het internationale voorvoegsel van
het land dat u belt.
2.
Voer het volledige telefoonnummer in en tik op
Kies
. Het volledige
telefoonnummer omvat landcode, regiocode (zonder de nul aan het
begin) en telefoonnummer.
Telefoonfuncties gebruiken 51
3.7 Bluetooth SIM-toegang voor carkit-telefoons opzetten
Carkit-telefoons met ondersteuning voor het SIM Access Profile (SIM
Toegangsprofiel, SAP)
kunnen een verbinding met uw toestel maken en via
Bluetooth toegang zoeken tot de SIM-kaart. Als een SAP-verbinding tot stand is
gebracht kunt u contactpersonen van de SIM-kaart van het toestel downloaden
naar de carkit telefoon. U kunt de carkit telefoon ook gebruiken om gesprekken
te beantwoorden en te voeren met de SIM-kaart van het toestel.
Opmerkingen Om contactpersonen op de carkit te kunnen downloaden,
controleert u of alle contactpersonen van het toestel op de SIM-
kaart zijn opgeslagen en niet in het geheugen van het toestel.
Stel de carkit in om contactpersonen alleen vanaf de SIM-kaart
te downloaden.
Neem contact op met de leverancier van het mobiele netwerk
voor informatie over carkit telefoons die compatibel zijn met het
toestel.
1.
Zorg dat op het toestel Bluetooth is ingeschakeld en in de zichtbare
modus staat. Voor informatie over het inschakelen van Bluetooth en de
zichtbare modus, zie “Bluetooth-standen in Hoofdstuk 6.
2.
Tik op
Start > Programmas > SAPSettings
.
3.
Selecteer in het venster voor externe Bluetooth SIM-toegang het
keuzevak
Externe SIM-toegang
en daarna op
Gereed
.
4.
Maak via Bluetooth en verbinding tussen de carkit telefoon en uw toestel.
Raadpleeg de handleiding van de carkit telefoon voor meer informatie.
5.
Als dit de eerste keer is dat u carkit telefoon koppelt met het toestel,
voer dan de wachtwoordsleutel van de carkit op het toestel in.
6.
Er moet een pop-upbericht verschijnen dat zegt dat een verbinding tot
stand is gebracht tussen uw toestel en de carkit-telefoon. Tik op
OK
.
7.
Tik in het venster Externe Bluetooth SIM-toegang op
Gereed
.
Opmerking U kunt geen gespreken voeren/ontvangen, berichten verzenden/
ontvangen of andere gerelateerde activiteiten uitvoeren op het toestel
zoloang de SIM-toegangsprofiel (SAP)-verbinding actief is. U kunt al
deze handelingen vanaf de carkit telefoon uitvoeren. Als de verbinding
wordt verbroken, kunt u het toestel weer normaal gebruiken.
52 Telefoonfuncties gebruiken
4.1 ActiveSync opzetten
4.2 Informatie synchroniseren
4.3 Synchroniseren via Bluetooth
4.4 Muziek, video en afbeeldingen
synchroniseren
4.5 E-mailbeveiliging instellen
Hoofdstuk 4
Informatie synchroniseren en
e-mailbeveiliging instellen
4.1 ActiveSync opzetten
ActiveSync
synchroniseert informatie op het apparaat met informatie op de
PC, zoals gegevens in Outlook. ActiveSync kan ook synchroniseren over een
draadloos of cellulair netwerk met Microsoft Exchange Server, als uw bedrijf
of serviceprovider Microsoft Exchange Server met Exchange ActiveSync
gebruikt.
U kunt ActiveSync gebruiken voor het volgende:
Informatie synchroniseren zoals e-mail, contactpersonen, afspraken
of taken in Outlook, mediabestanden (fotos, video en muziek) tussen
uw toestel en uw pc.
E-mail, contactpersonen, afspraken en taken op uw toestel rechtstreeks
met Exchange Server synchroniseren zodat u up-to-date kunt blijven,
ook als uw pc uitgeschakeld is.
Bestanden kopiëren tussen uw toestel en uw pc zonder te
synchroniseren.
De soorten informatie die worden gesynchroniseerd selecteren
en aangeven hoe veel informatie gesynchroniseerd wordt. U kunt
bijvoorbeeld kiezen hoe veel weken Agenda-afspraken uit het verleden
gesynchroniseerd worden.
Programmas op het toestel toevoegen en verwijderen. Zie
“Programmas toevoegen en verwijderen in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
ActiveSync op de pc installeren en instellen
1.
Installeer ActiveSync op de PC zoals beschreven op de software-cd.
2.
Nadat de installatie is voltooid, wordt de Wizard Instelling synchronisatie
automatisch gestart wanneer u het toestel aansluit op de pc. De wizard
helpt u een synchronisatie-relatie tussen uw pc en het toestel op te
zetten. Klik op
Volgende
.
3.
Selecteer niet het keuzevak
Rechtstreeks synchroniseren met een
server met Microsoft Exchange Server
als u uw toestel met een pc wilt
synchroniseren. Klik gewoon op
Volgende
en ga verder naar stap 8.
54 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
4.
Als u uw toestel wilt synchroniseren met Exchange Server, selecteer
dan
Rechtstreeks synchroniseren met een server met Microsoft
Exchange Server
en klik dan op
Volgende
.
5.
Op het scherm met Exchange-servergegevens voert het Exchange-
serveradres, uw gebruikersnaam, wachtwoord en de domeinnaam in.
Als
u het Exchange-serveradres en de domeinnaam niet hebt, vraag
die dan aan uw netwerkbeheerder, of doe het volgende om ze in uw
pc te vinden:
a.
Klik in Outlook op
Extra > E-mailaccounts
.
b.
Selecteer
Bestaande e-mailaccounts weergeven of wijzigen
.
c.
Dubbelklik op
Microsoft Exchange-server
.
d.
Op het scherm Instellingen van de Exchange-server ziet u de naam
van de Exchange-server.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 55
e.
U kunt zien wat de domeinnaam is door te klikken op
Start >
Instellingen > Confi guratiescherm
en dubbelklik vervolgens op
Systeem
.
f.
Klik in het dialoogvenster Systeemeigenschappen op het tabblad
Computernaam
. U ziet dan de domeinnaam staan.
6.
Ook op het toestel dient u de instellingen van de Exchange-server in te
voeren. Zie Outlook-informatie synchroniseren met Exchange Server
voor meer informatie.
7.
Klik in de Wizard Instelling synchronisatie op
Volgende
.
8.
Selecteer de types informatie die uw wilt synchroniseren tussen
uw toestel en pc.
56 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
Als
u het toestel zowel met uw pc als met Exchange Server wilt
synchroniseren, doe dan het volgende:
a.
Voor de contactenpersonen, agenda, e-mail en taken, moet u bepalen
of u ze wilt synchroniseren met de pc of met de Exchange Server.
Deze items kunnen niet met beide worden gesynchroniseerd.
b.
Selecteer de keuzevakken van de andere informatietypes als u deze
met de computer wilt synchroniseren.
Informatietypes op de PC en Exchange-server
9.
Klik op
Volgende
.
10.
Klik op
Voltooien
.
Wanneer u klaar bent met de wizard, synchroniseert ActiveSync het apparaat
automatisch. Wanneer de synchronisatie eenmaal voltooid is, kunt u de
verbinding tussen apparaat en PC verbreken.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 57
4.2 Informatie synchroniseren
Als u uw toestel verbindt met de pc door middel van een usb-kabel of een
Bluetooth-verbinding, zal ActiveSync onmiddellijk synchroniseren. Zolang
uw toestel in verbinding staat, synchroniseert ActiveSync steeds als u een
wijziging aanbrengt op de pc of uw toestel.
Synchronisatie handmatig starten en stoppen
1.
Sluit het toestel aan op de pc:
Om Outlook-informatie en andere plaatselijke informatie op de pc
te synchroniseren, inclusief mediabestanden, verbindt u het toestel
met de pc door middel van Bluetooth of een usb-kabel.
Als u rechtstreeks synchroniseert met Exchange Server, kunt u deze
verbinding met de pc gebruiken om verbinding te maken met het
netwerk, of u kunt synchroniseren zonder verbinding te maken met
de pc over een cellulair netwerk.
2.
Tik in ActiveSync
Sync
. Stop de synchronisatie voordat deze voltooid
is door op
Stoppen
te tikken.
Opmerking ActiveSync 4.x maakt gebruik van een netwerkachtige verbinding
met Windows Mobile-apparaten, omdat zo de gegevensoverdracht
sneller is dan via een seriële usb-verbinding. Als de pc verbinding met
internet of een lokaal netwerk heeft gemaakt, kan de pc de verbinding
met ActiveSync met het toestel verbreken ten gunste van de internet-
of netwerkverbinding. Tik als dit gebeurt op Start > Instellingen >
tabblad Verbindingen > USB aan pc en wis vervolgens het keuzevak
Geavanceerde netwerkfunctionaliteit inschakelen. ActiveSync
maakt dan gebruik van een seriële usb-verbinding met het toestel.
Het pictogram USB aan pc ( ) verschijnt op het scherm Vandaag
als het toestel een verbinding met de computer heeft gemaakt en
een seriële usb-verbinding tussen beide tot stand is gebracht.
58 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
Informatie uit Outlook synchroniseren met de computer
Als u een synchronisatie-relatie hebt opgezet tussen uw toestel en de pc,
houdt synchronisatie uw Outlook-informatie up-to-date op zowel uw toestel
als op uw pc.
U kunt ook uw toestel instellen om te synchroniseren met meer dan één
pc of met een combinatie van een of meer pc’s en Exchange Server. Bij het
synchroniseren met meerdere computers, verschijnen de gesynchroniseerde
items op alle computers waarmee gesynchroniseerd wordt. Als u bijvoorbeeld
synchronisatie met twee pcs (pc1 en pc2) hebt opgezet waarop verschillende
informatie staat, en u synchroniseert contacten en agenda op uw toestel met
beide pc’s, is het resultaat als volgt:
Locatie Nieuwe stand van zaken
PC1
Alle Outlook contactpersonen en agenda-afspraken die op PC2
stonden, staan nu ook op PC1.
PC2
Alle Outlook contactpersonen en agenda-afspraken die op PC1
stonden, staan nu ook op PC2.
Pocket PC
telefoon
Alle Outlook-contacten en -afspraken van zowel PC1 als PC2 staan
op uw toestel.
op uw toestel.
Opmerking
Outlook e-mail kan met slechts één computer worden gesynchroniseerd.
Veranderen welke informatie gesynchroniseerd wordt
ActiveSync synchroniseert standaard een beperkte hoeveelheid informatie, om
opslagruimte op het apparaat te besparen. U kunt de hoeveelheid informatie
die wordt gesynchroniseerd wijzigen via volgende stappen.
Opmerking Voordat u synchronisatie-instellingen wijzigt op uw toestel, moet u het
ontkoppelen van uw pc.
1.
Tik in ActiveSync op het toestel op
Menu
>
Opties
.
2.
Gebruik één of beide van onderstaande opties:
Selecteer het keuzevak voor elk item dat u wilt synchroniseren. Als
u geen keuzevak kunt selecteren, moet u wellicht het keuzevak voor
hetzelfde informatietype elders in de lijst wissen.
Wis het keuzevak voor elk item dat u niet wilt synchroniseren.
Om het synchroniseren met een pc volledig te stoppen, tikt u op de
pc en vervolgens op
Verwijderen
.
Opmerking Om synchronisatie-instellingen te wijzigen, selecteert u het
informatietype en daarna Instellingen.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 59
Outlook informatie synchroniseren met Exchange Server
U kunt synchronisatie met Exchange Server installeren op uw toestel, als dit
beschikbaar is bij uw bedrijf of serviceprovider. Hiervoor is informatie nodig,
zoals de naam van de Exchange Server, de domeinnaam, uw gebruikersnaam
en wachtwoord. (Voor informatie over het achterhalen van de
Exchange-
servernaam en domein op de PC, zie ActiveSync op de pc installeren en instellen.)
Opmerking Voordat u synchronisatie-instellingen wijzigt op uw toestel, moet u het
ontkoppelen van uw pc.
Direct met Exchange Server synchroniseren
1.
Gebruik één van onderstaande opties:
Tik op
Start > Berichten
, en vervolgens op
Menu > Extra > Nieuw
account
. Kies in het eerste venster van E-mailinstellingen de optie
Outlook E-mail
in de lijst
Uw e-mailprovider
en tik dan op
Volgende
.
Tik in ActiveSync op het toestel op
Menu > Server configureren
.
Als
u nog geen synchronisatie met Exchange Server hebt geïnstalleerd,
ziet u Serverbron toevoegen.
2.
Bij
Serveradres
voert u de naam in van de server die Exchange Server
draait, en tik op
Volgende
.
3.
Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en domein in, en tik op
Volgende
. De regels om synchronisatieconflicten op te lossen
verandert u door op
Geavanceerd
te tikken.
4.
Selecteer de keuzevakken van de soorten informatie die u wilt
synchroniseren met Exchange Server.
5.
Om de beschikbare synchronisatie-instellingen te veranderen, selecteert
u de soort informatie en tikt u op
Instellingen
.
6.
Tik op
Voltooien
.
60 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
Synchronisatie inplannen met Exchange Server
U kunt automatische synchronisatie tussen uw toestel en de Exchange Server
of synchronisatie op gezette tijdstippen plannen. Kies één van deze methodes,
afhankelijk van de hoeveelheid e-mail die u ontvangt en welke methode voor
u het effectiefste is.
Het onmiddellijk ontvangen en synchroniseren van e-mails en andere
informatie
De
Direct Push
technology (Push E-Mail) biedt u de mogelijkheid e-mails te
ontvangen op uw toestel vanaf het moment dat ze in uw postvak binnenkomen
op de Exchange Server. Met deze functie worden items als contactpersonen,
agenda en taken onmiddellijk geüpdate op het toestel wanneer deze items
gewijzigd zijn of als nieuwe opnames op de Exchange-server zijn toegevoegd.
Voor Direct Push is een GPRS-verbinding nodig op uw toestel.
De Direct Push eigenschap werkt voor uw toestel alleen als het aangesloten
is op een privé-netwerk (bedrijfsnetwerk) dat Microsoft Exchange Server
Service Pack 2 (SP2) met Exchange ActiveSync gebruikt. U moet eerst een
volledige synchronisatie uitvoeren tussen uw toestel en de Exchange Server
voordat Direct Push ingeschakeld kan worden.
Comm Manager gebruiken
1.
Tik op het scherm Vandaag op het pictogram
Comm Manager
(
).
2.
Tik in het Comm Manager-scherm op de knop
Microsoft Direct Push
. De
knop
Tik in het Comm Manager-scherm op de knop
verandert in
Tik in het Comm Manager-scherm op de knop
, wat aangeeft dat u e-mails ontvangt
zodra ze binnenkomen.
Als de knop op de
-stand staat, moet u de e-mails met de
hand ophalen.
ActiveSync gebruiken
1.
Tik in ActiveSync op het toestel op
Menu > Schema
.
2.
Selecteer in de vakken
Bij binnenkomst van items
in de vakken
Piektijden
en
Buiten piektijden
.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 61
Opmerking Wanneer zowel de GPRS- en Wi-Fi verbinding tegelijkertijd ingeschakeld
zijn, zal de Direct Push-eigenschap altijd actief zijn voor GPRS, waarvoor
uw serviceprovider mogelijk kosten in rekening brengt.
Het inplannen van synchronisatie op vaste tijdsintervallen
U kunt instellen hoe vaak te synchroniseren gedurende
Piektijden
(die
gewoon lijk overeenstemmen met uw werkuren) wanneer er veel e-mail
binnen komt. U kunt ook
Buiten piektijden
instellen, wanneer er weinig
e-mail binnenkomt
.
1.
Tik in ActiveSync op het toestel op
Menu > Schema
.
2.
Selecteer een kortere tijdsinterval voor het vak
Piektijden
zodat de
e-mail vaker wordt gecontroleerd.
3.
Selecteer een langer tijdsinterval in het vak
Buiten piektijden
.
Tip Om dagen en uren instellen die uw piek- en daluren aangeven, selecteert
u aanpassen aan uw schema.
62 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
4.3 Synchroniseren via Bluetooth
U kunt het toestel verbinden en synchroniseren met de pc via Bluetooth.
Synchroniseren met een computer via Bluetooth
1.
Volg de instructies in ActiveSync Help op de pc om Bluetooth te
configureren voor ActiveSync.
2.
Tik op het toestel op
Start > Programmas > ActiveSync
.
3.
Tik op
Menu > Verbinden via Bluetooth
. Zorg ervoor dat de
Bluetoothfunctie op het toestel en de pc is ingeschakeld en dat beide
zich niet te ver van elkaar vandaan bevinden.
4.
Als dit de eerste keer is dat u via Bluetooth een verbinding met de pc
maakt, moet u eerst de Bluetooth-wizard op het toestel uitvoeren en
een Bluetooth-verbinding tussen het toestel en de pc instellen. Zie
“Bluetooth-verbindingen in hoofdstuk 6 voor meer informatie over
het inschakelen en configureren van Bluetooth.
Opmerkingen Bespaar energie door Bluetooth uit te schakelen als het niet wordt
gebruikt.
Om uw toestel met een pc te verbinden en te synchroniseren via
Bluetooth, moet uw pc een Bluetooth-adapter hebben.
4.4 Muziek, video en afbeeldingen synchroniseren
Als u uw muziek of andere digitale media wilt meenemen voor onderweg,
kan ActiveSync worden gebruikt in combinatie met Windows Media Player
om muziek, video en fotos met uw toestel te synchroniseren.
Behalve het selecteren van het Media informatietype dat moet worden
gesynchroniseerd in ActiveSync, moeten alle instellingen voor het
synchroniseren van media worden ingesteld in Windows Media Player. Voordat
media kan worden gesynchroniseerd, doet u het volgende:
Installeer Windows Media Player versie 10 op de PC. (Windows Media
Player 10 werkt alleen in Windows XP of latere versies.)
Sluit het apparaat aan op de PC met een usb-kabel. Als het toestel
momenteel is verbonden via Bluetooth, dient u deze verbinding te
verbreken voordat media kan worden gesynchroniseerd.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 63
Plaats een opslagkaart in het apparaat (32MB of meer wordt aanbevolen).
Zet een synchronisatierelatie op tussen opslagkaart en Windows Media
Player.
Instellingen voor mediasynchronisatie veranderen
Wanneer u eenmaal het Media-informatietype dat moet worden
gesynchroniseerd heeft ingesteld in ActiveSync, kunt u al uw favoriete
muziek-, video- en fotobestanden in afspeellijsten van Windows Media Player
synchroniseren. Het enige wat u moet doen is synchronisatie instellen voor
de betreffende mediabestanden in Windows Media Player.
Een synchronisatieverbinding met een opslagkaart instellen
1.
Open Windows Media Player op de pc.
2.
Klik op het tabblad
Sync
.
3.
Selecteer de opslagkaart.
4.
Klik op
Sync instellen
.
5.
Kies of synchronisatie automatisch of handmatig moet verlopen.
Zie Windows Media Player gebruiken in hoofdstuk 9 voor meer informatie.
64 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
4.5 E-mailbeveiliging instellen
Windows Mobile op het toestel beschermt uw e-mail met
Secure/Multipurpose
Internet Mail Extension (S/MIME). Hiermee kunt u berichten digitaal
ondertekenen en coderen.
Via verificatiesleutels en certificaten biedt S/MIME u de mogelijkheid uw e-
mailberichten digitaal te ondertekenen om uw identiteit te bevestigen aan
ontvangers. Verificatiesleutels worden ook gebruikt om berichten te coderen.
Dit komt de privacy ten goede en voorkomt het hacken of onderscheppen van
uw berichten. U kunt een bericht met of zonder certificaat coderen. Er is een
geldig certificaat nodig om een gecodeerd bericht te decoderen.
Opmerking S/MIME-codering en digitale handtekeningen voor Windows Mobile-
apparaten zijn alleen beschikbaar met Exchange Server 2003 Service
Pack 2 of een latere versie die S/MIME ondersteunt. Als u een van deze
producten niet gebruikt, of nog niet hebt gesynchroniseerd, zijn deze
opties niet beschikbaar.
Alle berichten digitaal ondertekenen
ActiveSync biedt u de mogelijkheid S/MIME e-mailcodering in te stellen en
te ondertekenen. U hebt een geldig certificaat nodig om e-mailberichten
te ondertekenen en te coderen.
1.
Tik op
Start > Programmas > ActiveSync
.
2.
Tik op
Menu > Opties
.
3.
Selecteer het
E-mail
-informatietype en tik op
Instellingen
. Tik in het
scherm Syncopties voor e-mail op
Geavanceerd
.
Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen 65
4.
Gebruik één van of beide onderstaande opties:
Om al uw uitgaande e-mail berichten te ondertekenen zodat
ontvangers er zeker van kunnen zijn dat berichten niet gewijzigd zijn,
selecteert u het selectievak
Alle uitgaande e-mail ondertekenen
.
Om al uw uitgaande e-mailberichten te coderen zodat de inhoud
van uw berichten niet kan worden gelezen door andere personen
dan de bestemde ontvangers, selecteert u het selectievakje
Alle uitgaande e-mail coderen
.
5.
Tik op
Certificaat kiezen
om een certificaat te selecteren voor het
ondertekenen of coderen van e-mail.
U
kunt certificaten selecteren om e-mailberichten te ondertekenen
of afzonderlijk te coderen als u niet alle uitgaande e-mails wilt
ondertekenen of coderen. Voor informatie over het ondertekenen en
coderen van aparte berichten, zie “Een apart bericht ondertekenen en
coderen in Hoofdstuk 7.
66 Informatie synchroniseren en e-mailbeveiliging instellen
5.1 De Pocket PC telefoon aanpassen
aan uw wensen
5.2 Programmas toevoegen en verwijderen
5.3 Geheugen beheren
5.4 Bestanden kopiëren
5.5 Back-ups van gegevens maken
5.6 De Pocket PC telefoon beveiligen
5.7 De Pocket PC telefoon opnieuw instellen
Hoofdstuk 5
De Pocket PC
telefoon beheren
68 De Pocket PC telefoon beheren
5.1 De Pocket PC telefoon aanpassen aan uw wensen
Het scherm Vandaag aanpassen
Het scherm Vandaag toont uw aankomende afspraken, actieve taken en
informatie over inkomende berichten. U kunt het scherm Vandaag op het
apparaat aanpassen.
Het scherm Vandaag aanpassen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Vandaag
.
2.
Op het tabblad
Weergave
, selecteert u het gewenste achtergrondthema
voor het scherm Vandaag.
3.
Op het tabblad
Items
, selecteert u de items die u wilt zien op het
scherm Vandaag.
Tip
Verander de volgorde van items die op het scherm Vandaag worden weergegeven,
door op het item te tikken en vervolgens op Omhoog of Omlaag.
Een aangepaste achtergrondafbeelding toevoegen
U kunt een zelf gemaakte foto gebruiken als achtergrond voor het scherm
Vandaag. Pas wel op dat foto’s de leesbaarheid van tekst op het scherm
Vandaag kunnen beïnvloeden.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Vandaag
.
2.
Selecteer het keuzevak
Deze afbeelding als achtergrond gebruiken
en tik op
Bladeren
om een lijst met afbeeldingen te zien.
3.
Tik op de bestandsnaam van de afbeelding die u wilt gebruiken.
4.
Tik op
OK
.
Opties instellen voor het weergeven van afspraken op het scherm
Vandaag
Als u erg veel afspraken heeft, wilt u wellicht het type afspraak wijzigen dat
wordt weergegeven op het scherm Vandaag.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Vandaag
.
2.
Tik op het tabblad
Items
.
3.
Selecteer
Agenda
en tik op
Opties
.
De Pocket PC telefoon beheren 69
4.
Gebruik een van onderstaande opties:
Selecteer
Volgende afspraak
om alleen de volgende afspraak in het
Volgende afspraak om alleen de volgende afspraak in het Volgende afspraak
rooster te zien, of
Eerstvolgende afspraken
om meerdere afspraken
te zien.
Wis het keuzevak
Alle gebeurtenissen van de dag weergeven
als
u geen gebeurtenissen die een hele dag duren wilt weergeven.
Opties voor het weergeven van taken op het scherm Vandaag instellen
Als u erg veel taken heeft, wilt u wellicht het type taak wijzigen dat wordt
weergegeven op het scherm Vandaag.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Vandaag
.
2.
Tik op het tabblad
Items
.
3.
Selecteer
Taken
en tik op
Opties
.
4.
Gebruik een van onderstaande opties:
Onder
Toon aantal
, selecteert u het type taak dat moet verschijnen
op het scherm Vandaag.
Selecteer in de lijst
Categorie
of u alleen taken wilt weergeven die
aan een bepaalde categorie zijn toegekend, of alle taken.
Het Startmenu aanpassen
U kunt kiezen welke items verschijnen in het
Start
-menu.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Persoonlijk > Persoonlijk
Menu’s
.
2.
Selecteer de keuzevakken van de items die moeten verschijnen in het
Start
-menu. U kunt maximaal zeven items selecteren.
Tip U kunt ook mappen en snelkoppelingen laten verschijnen in het Startmenu.
Klik op Verkennen in ActiveSync op de PC. Dubbelklik in het venster Mobiel
apparaat op Mijn op Windows Mobile gebaseerd apparaat > Windows >
Startmenu, en maak vervolgens de gewenste mappen en snelkoppelingen.
Deze worden toegevoegd nadat u synchroniseert.
70 De Pocket PC telefoon beheren
Waarom is de naam van het toestel belangrijk?
De naam van het apparaat wordt gebruikt om het apparaat in de volgende
situaties te herkennen:
Synchroniseren met een PC
Verbinding maken met een netwerk
Informatie herstellen vanuit een back-up
Opmerking
Als u meerdere apparaten met dezelfde PC synchroniseert, moet elk
apparaat een unieke naam hebben.
De naam van het apparaat veranderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Info
.
2.
Tik op het tabblad
Apparaat-ID
.
3.
Voer een naam in.
Opmerking
De naam van het apparaat moet beginnen met een letter, bestaan uit letters
van A tot Z, getallen van 0 tot 9, en mag geen spaties bevatten. Gebruik
het “underscore” teken ( _ ) om woorden van elkaar te scheiden.
Datum / Tijd / Taal / Regionale opties instellen
U kunt datum, tijd, taal en regionale instellingen veranderen zoals u gewend bent.
Tijd en datum instellen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Klok en alarmsignalen >
tabblad
Tijd
.
2.
Selecteer de juiste tijdzone en verander de datum of tijd.
Opmerking
Tijdens synchronisatie wordt de tijd op het apparaat geüpdate volgens
de tijd op de PC.
Een alarmsignaal instellen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Klok en alarmsignalen
>
tabblad
Alarmen
.
2.
Tik op
<Beschrijving>
en voer een naam in voor het alarmsignaal.
3.
Tik op de dag van de week voor het alarmsignaal. U kunt meerdere
dagen kiezen door op elke gewenste dag te tikken.
De Pocket PC telefoon beheren 71
4.
Tik op de tijd om een klok te openen, en stel de tijd van het alarmsignaal in.
5.
Tik op het pictogram alarmsignaal (
) om het gewenste alarmtype
op te geven. U kunt kiezen uit knipperlicht, een enkel geluid, een
herhalend geluid, of trilling.
6.
Als u kiest voor een geluid afspelen, tik dan op de lijst naast het
keuzevak
Geluid afspelen
en tik op het gewenste geluid.
Tijd en datum instellen voor een andere locatie
Als u vaak iemand uit een bepaalde tijdzone bezoekt of hiermee praat, kunt
u deze tijdzone instellen als de bezoekende tijdzone.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Klok en alarmsignalen >
tabblad
Tijd
.
2.
Tik op
Op bezoek
.
3.
Selecteer de juiste tijdzone en verander de datum of tijd.
Taal en regionale instellingen veranderen
De manier waarop getallen, valuta, datums en tijdens worden weergegeven,
kunt u instellen bij landinstellingen.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Landinstellingen
.
2.
Selecteer op het tabblad
Regio
uw land en taal.
3.
Het geselecteerde land bepaalt welke opties beschikbaar zijn op de
andere tabbladen.
4.
U kunt deze instellingen verder aanpassen door op de betreff ende
tabbladen de gewenste opties te kiezen.
Persoonlijke en systeeminstellingen
Programmas of snelkoppelingen opnieuw toekennen aan programmaknoppen
Het apparaat heeft wellicht al programma’s waaraan hardwareknoppen zijn
toegekend. U kunt deze knoppen aanpassen om veel gebruikte programmas te
openen, of om bepaalde snelkoppelingen uit te voeren, zoals het veranderen
van de schermligging, het openen van het scherm Vandaag of het openen
van het Invoerscherm.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Knoppen
.
2.
Een lijst van knoppen en hun huidige toewijzingen zijn afgebeeld op
het tabblad
Programmaknoppen
.
72 De Pocket PC telefoon beheren
3.
Tik op de knop waar u een nieuwe functie aan wilt toekennen. Om u
te helpen de knoppen te herkennen, zijn er getallen en pictogrammen
die de originele functie van de knop weergeven.
4.
Tik in het vak
Wijs een programma toe
op het programma of de
snelkoppeling die u wilt toekennen.
5.
Tik op
OK
.
De grootte van tekst op het scherm aanpassen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Scherm
>
tabblad
Tekengrootte
.
2.
Verplaats de schuifknop om de tekengrootte aan te passen.
Kiezen hoe u gewaarschuwd wordt bij gebeurtenissen of handelingen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Persoonlijk > Persoonlijk
Geluiden en meldingen
.
2.
Kies op het tabblad
Geluiden
, via de betreff ende keuzevakken, hoe u
gewaarschuwd wilt worden.
3.
Tik in
Gebeurtenis
op het tabblad
Meldingen
op een gebeurtenis
en hoe u op de hoogte gesteld wilt worden door de betreff ende
selectievakken te kiezen. U kunt uit diverse mogelijkheden kiezen,
zoals een speciaal geluid, een bericht of een knipperend licht.
Tip Het uitschakelen van geluiden en het knipperend licht helpt batterijstroom te
besparen.
Het versienummer van het besturingssysteem zoeken
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Info
.
De versie van het besturingssysteem op uw toestel wordt bovenaan het
scherm Info getoond.
Gedetailleerde apparaatinfo verkrijgen
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Info
.
Op het tabblad
Versie
staat belangrijke informatie, zoals het type processor
en de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.
Meer uit de batterij halen
Tik op het batterijpictogram (
) op het scherm Vandaag. Op het
tabblad
Geavanceerd
van het instellingenscherm
Energie
kunt u
aangeven wanneer uw toestel uitschakeld wordt om energie te besparen.
Voor optimale besparing, kiest u 3 minuten of minder.
De Pocket PC telefoon beheren 73
Gebruik de oplader om uw toestel aan te sluiten op het stopcontact
wanneer dit mogelijk is, vooral als u een Micro-SD kaart of andere
randapparatuur gebruikt.
De instellingen van de verlichting aanpassen.
De helderheid van de verlichting aanpassen
1.
Tik op het batterijpictogram (
) op het scherm Vandaag
.
2.
Op het scherm
Energie
tikt u op
Menu >
Verlichting
.
3.
Op het tabblad
Helderheid
verplaatst u de schuifregelaar naar rechts
om de helderheid te verhogen of naar links om de helderheid te
verlagen.
De verlichting instellen op dimmen na een bepaalde tijd
1.
Tik op het batterijpictogram (
) op het scherm Vandaag
.
2.
Op het scherm
Energie
tikt u op
Menu >
Verlichting
.
3.
Tik op het tabblad
Accustroom
of op het tabblad
Externe energie
.
4.
Selecteer het keuzevak
Verlichting uit als app. niet wordt gebruikt
gedurende
en geef de tijd op.
Telefooninstellingen
U kunt instellingen van de telefoon aanpassen, zoals belsoort en beltoon van
inkomende gesprekken, en de toon van het toetsenbord bij het invoeren van
telefoonnummers. Open het telefoonprogramma om deze instellingen aan
te passen.
De beltoon veranderen
1.
Tik op het Telefoonscherm op
Menu
>
Opties
>
tabblad
Telefoon
.
2.
Tik in de lijst
Beltoon
op het gewenste geluid.
Tip Om *.wav, *.mid, *.mp3, of *.wma-bestanden als beltonen te bruiken, gebruikt
u ActiveSync op uw pc om bestanden te kopiëren naar het de map /Windows/
Rings op uw toestel. Selecteer daarna het geluid uit de lijst beltonen. Voor
meer informatie over het kopiëren van bestanden naar het apparaat, zie de
ActiveSync Help op de PC.
74 De Pocket PC telefoon beheren
Het beltoontype veranderen
U kunt de wijze waarop u op de hoogte wordt gesteld van inkomende
gesprekken veranderen. U kunt bijvoorbeeld kiezen uit beltoon, trilling, of
een combinatie van beide.
1.
Tik in het Telefoonscherm op
Menu
>
Opties
>
tabblad
Telefoon
.
2.
Tik in de lijst
Beltoontype
op de gewenste optie.
De toon van het toetsenblok veranderen
U kunt het geluid veranderen dat u hoort bij het intoetsen van een
telefoonnummer op het toetsenblok. Indien ingesteld op Lange tonen, hoort
u de toon net zo lang als dat het cijfer op het toetsenblok wordt ingedrukt.
Gebruik deze instelling als u moeite heeft met het volbrengen van taken die
steunen op geluid van uw telefoon, zoals het opvragen van berichten van een
antwoordapparaat. Indien ingesteld op Korte tonen, wordt de toon slechts
twee seconden afgespeeld. Indien ingesteld op Uit, hoort u geen toon.
1.
Tik vanuit het toetsenblok van Telefoon op
Menu
>
Opties
>
tabblad
Telefoon
.
2.
Tik in de lijst
Toetsenblok
op de gewenste optie.
Toetsenblok op de gewenste optie.Toetsenblok
Telefoondiensten
Met Telefoondiensten, zoals Gesprek in wachtstand, kunt u kiezen hoe het
apparaat omgaat met inkomende gesprekken.
De diensten kiezen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
> Telefoon
>
tabblad
Diensten
.
2.
Selecteer de dienst die u wilt gebruiken en tik daarna op
Instellingen
ophalen
.
Netwerken
U kunt beschikbare mobiele netwerken zien, de volgorde bepalen waarin
uw toestel verbinding maakt met een ander netwerk als het huidige niet
beschikbaar is, en specificeren of u van handmatig of automatisch van
netwerk wilt veranderen. Voor meer informatie over netwerkinstellingen, zie
de Help op het apparaat.
De Pocket PC telefoon beheren 75
Netwerkinstellingen van telefoon veranderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
> Telefoon
>
tabblad
Netwerken
.
2.
Uw toestel toont standaard de actieve netwerken zoals aangeboden
door uw serviceprovider. U kunt uw voorkeursnetwerk aanpassen.
Voorkeursnetwerken instellen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
> Telefoon
>
tabblad
Netwerk
. Het veld
Netwerk
selectie
is standaard ingesteld
op
Automatisch
. U kunt dit echter instellen op
Handmatig
om op elk
gewenst moment uw netwerk te kiezen.
2.
Tik op
Netwerken instellen
.
3.
Selecteer de netwerken op het scherm
Telefoon: Voorkeursnetwerken
en orden deze naar wens.
4.
Tik op
OK
.
5.2 Programmas toevoegen en verwijderen
Voordat u nieuwe programma’s aankoopt voor uw toestel, dient u
de modelnaam van uw toestel, de versie van Windows Mobile en het
processortype te noteren. Met deze informatie kunt u een programma kiezen
dat compatibel is met uw apparaat. Voor meer informatie, zie Gedetailleerde
apparaatinfo verkrijgen” en “Het versienummer van het besturingssysteem
zoeken in dit hoofdstuk.
Beschikbare programmas voor aanschaf bevatten meestal een zogenaamd
Setup-programma (meestal “setup.exe”) dat u eerst op de PC moet starten.
Vervolgens kunt u ActiveSync gebruiken om programmas toe te voegen aan
het apparaat, of om een programma direct vanaf internet toe te voegen.
76 De Pocket PC telefoon beheren
Programmas toevoegen
1.
Download het programma naar uw PC (of plaats de cd of disk met
het programma in de PC). U ziet wellicht een
*.exe
bestand, een
*.zip
bestand, een Setup.exe bestand, of meerdere bestandsversies voor
verschillende apparaattypes en processors. Zorg dat u een programma
kiest dat is ontworpen voor uw type apparaat en processor.
2.
Lees de installatie-instructies of documentatie van het programma.
Veel programmas hebben speciale installatie-instructies.
3.
Verbind uw toestel met de pc.
4.
Dubbelklik op het
*.exe
bestand.
Als het uitvoerbare bestand een installatiewizard is, volg dan de
instructies op het scherm. De wizard installeert het programma
automatisch op het toestel.
Als er geen installatiewizard wordt gestart, ziet u een foutmelding
met het bericht dat het programma geldig is, maar ontworpen voor
een ander type computer. In dat geval kopieert u dit programma
direct naar het apparaat. Als u geen installatie-instructies voor
het programma kunt vinden, gebruik dan ActiveSync om het
programmabestand naar de map Program Files op het apparaat te
kopiëren.
Programmas verwijderen
U kunt alleen programmas verwijderen die u heeft geïnstalleerd. Programmas
die al op het apparaat zijn geïnstalleerd kunnen niet worden verwijderd.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Programmas
verwijderen
.
2.
Selecteer in de lijst
Programmas in opslaggeheugen
het programma
dat u wilt verwijderen en tik op
Verwijderen
.
3.
Tik op
Ja
. Als u nog meer bevestigingsberichten ziet, tik dan opnieuw op
Ja
.
De Pocket PC telefoon beheren 77
5.3 Geheugen beheren
Als een programma instabiel wordt of als het programmageheugen laag is,
dient u het programma wellicht te stoppen.
Zien hoeveel geheugen beschikbaar is
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Geheugen
.
Op het tabblad
Hoofd
ziet u hoeveel geheugen is toegekend aan
bestands- en gegevensopslag ten opzichte van programmaopslag,
en hoeveel geheugen in gebruik is ten opzichte van het beschikbare
geheugen.
Zien hoeveel geheugen van de opslagkaart beschikbaar is
U kunt zien hoeveel geheugen op de opslagkaart van het apparaat beschikbaar is.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Geheugen
.
2.
Tik op het tabblad
Opslagkaart
.
Tip Als meer dan één opslagkaart is geplaatst, tik dan op het lijstvak en vervolgens
op de opslagkaart waarvan u de informatie wilt zien.
Programmageheugen vrijmaken
Probeer het volgende om geheugen op het apparaat vrij te maken:
Sluit programmas die u momenteel niet gebruikt.
Verplaats e-mail bijvoegsels naar een opslagkaart.
Verplaats bestanden naar een opslagkaart. Tik op
Start
> Programma’s >
Verkenner
.
Tik en houd het bestand vast en tik op
Knippen
. Blader naar
de map van de opslagkaart en tik op
Menu > Bewerken
>
Plakken
.
Verwijder ongewenste bestanden. Tik op
Star
t >
Programmas
>
Verkenner
. Tik en houd het bestand vast, en tik op
Verwijderen
.
Verwijder grote bestanden. Om de grootste bestanden te vinden tikt u
op
Start
>
Programmas
>
Zoeken
. Tik in de lijst
Type
op
Groter dan
64 KB
en tik op
Zoeken
.
Verwijder in Internet Explorer Mobile tijdelijke internetbestanden en wis
de geschiedenis. Voor meer informatie, zie “Internet Explorer Mobile” in
Hoofdstuk 6.
Verwijder programma’s die u niet meer gebruikt.
Start het apparaat opnieuw op.
78 De Pocket PC telefoon beheren
Een programma sluiten
In de meeste gevallen worden programma’s automatisch gesloten om
geheugen vrij te maken, maar indien gewenst kunt u programma’s ook
handmatig sluiten.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Systeem
>
Geheugen
>
tabblad
Actieve programma’s
.
2.
Tik in de
Lijst met actieve programmas
op het programma dat u wilt
sluiten, en tik op
Stoppen
.
Tip In de meeste programma's kunt u ook de toetscombinatie CTRL+Q gebruiken
om het programma te sluiten.
5.4 Bestanden kopiëren
Met ActiveSync kunt u bestanden kopiëren naar de PC, of bestanden kopiëren
naar de opslagkaart van het toestel. Uw toestel heeft een uitbreidingssleuf
voor het invoeren van een Micro SD-kaart.
Met ActiveSync, kunt u informatie kopiëren of verplaatsen van de pc naar
uw toestel en vice versa. Het kopiëren van het bestand resulteert in aparte
versies van een bestand op apparaat en PC. Omdat de bestanden niet worden
gesynchroniseerd, hebben verandering op het ene bestand geen invloed op
het andere.
Opmerking
Als u informatie automatisch wilt bijwerken op zowel uw toestel als op uw
pc, synchroniseer dan de informatie. Voor meer informatie over het kopiëren
en synchroniseren van bestanden, zie de ActiveSync Help op de PC.
Bestanden kopiëren naar een opslagkaart
1.
Zorg dat de opslagkaart correct in het toestel is geplaatst.
2.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Verkenner
en ga naar de betreff ende map.
3.
Tik en houd het bestand vast dat u wilt kopiëren, en tik op
Kopiëren
.
4.
Tik op de maplijst (standaard met het label
Mijn documenten
) en tik
op
Opslagkaart
.
5.
Tik op
Menu
>
Bewerken
>
Plakken
.
De Pocket PC telefoon beheren 79
Een bestand kopiëren tussen uw toestel en de pc
1.
Verbind uw toestel met de pc.
2.
In ActiveSync, klik
Verkennen
. De map van het toestel wordt geopend.
3.
Een bestand van het toestel naar de pc kopiëren:
a.
Ga in de map van het toestel naar het bestand dat u wilt kopiëren.
b.
Klik met de rechter muisknop op het bestand en klik op
Kopiëren
.
c.
Zoek de bestemmingsmap op de pc. Klik met de rechter muisknop
op de map en klik op
Plakken
.
4.
Een bestand van de pc naar het toestel kopiëren:
a.
Ga op de pc naar de map die het bestand bevat dat u wilt kopiëren.
b.
Klik met de rechter muisknop op het bestand en klik op
Kopiëren
.
c.
Klik in in de map van het toestel op de gewenste submap en klik
op
Plakken
.
Bestanden automatisch opslaan op een opslagkaart
In de programmas Word Mobile, Excel Mobile, en Notes kan het handig zijn
alle nieuwe documenten, notities en werkboeken direct naar een opslagkaart
te kopiëren.
1.
Tik in de programmalijst op
Menu
>
Opties
.
2.
Terwijl een opslagkaart in het apparaat zit, tikt u in het vak
Opslaan
in
op de betreff ende opslagkaart om nieuwe items automatisch op te
slaan op de opslagkaart.
3.
Tik op
OK
.
Opmerking In de bestandlijst of notitielijst wordt het symbool van de opslagkaart
weergegeven naast de namen van bestanden die op de kaart zijn
opgeslagen.
80 De Pocket PC telefoon beheren
5.5 Back-ups van gegevens maken
Gebruik
Sprite Backup
om back-ups te maken van gegevens, waaronder
instellingen, bestanden, contactpersonen en alle andere informatie. Deze back-
ups worden op een opslagkaart of een bepaalde map op het toestel gemaakt.
Dit deel beschrijft hoe u Sprite Backup kunt installeren en gebruiken om back-ups
te maken van gegevens op het toestel en hoe u deze kunt herstellen. Voor meer
informatie over het gebruik van dit programma, zie de Help op het toestel.
Sprite Backup installeren
1.
Controleer of het toestel via een usb-kabel op de computer is aangesloten.
2.
Installeer Sprite Backup op het toestel vanaf de pc met de cd. Volg de instructies
op het scherm van de computer om de installatie te voltooien.
3.
Als de installatie klaar is, stelt de Setup Wizard op de computer Sprite
Backup op het toestel in. Volg de instructies op het scherm om de
instellingen te voltooien.
Sprite Backup openen
Tik op het toestel op
Start > Programmas > Sprite Backup
.
Sprite Backup kan in twee standen worden gebruikt:
Basismodus
en
Geavanceerde modus
. De eerste keer dat u Sprite Backup start, staat het
in de Basismodus. Schakel tussen de modi door te tikken op
Opties
en kies
vervolgens de gewenste modus.
Basismodus
Geavanceerde modus
De Pocket PC telefoon beheren 81
Basismodus
Basismodus is de standaardmodus, waarmee u met een tik op de knop een
back-up van de hele Pocket PC kunt maken.
Opmerking U kunt de back-upopties of plek alleen veranderen in de Geavanceerde
modus.
Back-up van gegevens maken in de Basismodus
1.
Tik op het scherm van Basismodus op
Nu back-up maken
.
2.
Geef een wachtwoord op (tussen 6 en 15 tekens) voor het back-upbestand.
Voer dit wachtwoord tweemaal in en tik op
OK
.
3.
Volg de instructies op het scherm op om de back-up te voltooien.
Gegevens herstellen in Basismodus
1.
Tik in het scherm Basismodus op
Nu herstellen
.
2.
Voer het wachtwoord van het back-upbestand in en tik op
OK
.
3.
Volg de instructies op het scherm op om de herstelpoging te voltooien.
Geavanceerde modus
De Geavanceerde modus is ontworpen voor gebruikers met wat complexere
back-upeisen. Het voorziet in een structuurweergave van de gegevens op het
toestel, waar u de items die u wilt back-uppen of herstellen kunt selecteren.
Back-up van gegevens maken in de Geavanceerde modus
1.
Tik op
Opties > Schakelen naar Geavanceerde modus
.
2.
Het tabblad
Back-up
van het scherm van Geavanceerde modus geeft
een structuurweergave van de gegevens en bestanden op het toestel.
Tik op het ‘+’ symbool links van een item om de sub-items weer te
geven. Gebruik de selectievakken om items voor back-up te selecteren
of uit te sluiten.
3.
Tik op
Back-up
en volg de instructies op het scherm om de back-up te
voltooien.
82 De Pocket PC telefoon beheren
Gegevens herstellen in de Geavanceerde modus
1.
Tik in het scherm Geavanceerdemodus op het tabblad
Herstellen
.
2.
Als er een recent back-upbestand is wordt dit bestand en de inhoud
ervan weergegeven. Als u een ouder back-upbestand wilt gebruiken,
tik dan op
en selecteer het gewenste bestand.
Als
het back-upbestand beveiligd is met een wachtwoord, dient dit te
worden opgegeven voordat het back-upbestand in de structuurweergave
kan worden getoond.
3.
Selecteer in de structuurweergave de selectievakken van items die u
wilt herstellen.
4.
Tik op de knop
Herstellen
en volg de instructies op het scherm.
Opmerking In zowel de Basismodus als de Geavanceerde modus, voert Sprite
Backup een zachte reset uit voordat het start met de back-up of
herstelpoging. Nadat de operatie is voltooid wordt nogmaals een
zachte reset uitgevoerd.
Opties voor back-up
De back-uplocatie en bestandsnaam veranderen
1.
Tik in het scherm Geavanceerdemodus op het tabblad
Back-up
.
2.
Tik op
en voer de naam van het back-upbestand in en kies of het
bestand moet worden opgeslagen op de
Opslagkaart
of in de map
Mijn documenten
op het toestel.
3.
Tik op
OK
.
Automatische bestandsnaamgeving uitschakelen
1.
Tik op
Opties > Back-upopties > Algemene back-upopties
.
2.
Wis het selectievak
Back-upbestanden automatisch benoemen
en
tik op
OK
.
3.
Voordat u een back-up uitvoert tikt u op
en geef vervolgens een
naam voor het back-upbestand op.
De Pocket PC telefoon beheren 83
Automatische back-ups inplannen
1.
Tik op
Opties > Geplande back-up
en tik op
Planning veranderen
.
2.
Selecteer het selectievak
Geplande back-up inschakelen
en stel de
frequenties in voor back-ups, de datum en tijd en andere opties.
3.
Tik op
OK
.
Back-ups op afstand naar de computer via ActiveSync inschakelen
1.
Tik op
Opties > Netwerk
.
2.
Selecteer het selectievak
Back-up op afstand inschakelen
.
3.
Selecteer
Via ActiveSync
en tik op
OK
.
4.
Tik op
en selecteer vervolgens in de
Locatielijst
een
PC
en tik op
OK
.
5.6 De Pocket PC telefoon beveiligen
Er zijn twee soorten beveiliging die u kunt instellen voor uw uw toestel:
U kunt uw SIM-kaart beveiligen tegen onbevoegd gebruik door een PIN-code
toe te wijzen. Uw eerste PIN-code krijgt u van de serviceprovider; u kunt
de PIN-code later wijzigen.
Daarnaast kunt u onbevoegde toegang tot elk deel van het apparaat
voorkomen door een wachtwoord te gebruiken. U kunt uw gegevens
veiliger bewaren door een wachtwoord te vragen wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld. U maakt uw eigen wachtwoord wanneer
u het apparaat gaat gebruiken.
Uw SIM-kaart met een PIN-code beveiligen
1.
Tik in het Telefoonscherm op
Menu
>
Opties
>
tabblad
Telefoon
.
2.
Selecteer het selectievak
Pincode vereist waneer de telefoon wordt
gebruikt
.
3.
Om de PIN te wijzigen, tikt u op
PIN wijzigen
.
Tip Uw SIM-kaart met een PIN-code beveiligen.
84 De Pocket PC telefoon beheren
Het apparaat beveiligen met een wachtwoord
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Persoonlijk > Persoonlijk
Vergrendeling
.
2.
Selecteer het keuzevak
Melding indien niet gebruikt gedurende
en
selecteer in het rechtervak hoelang het toestel moet wachten alvorens
een wachtwoord te vragen. Selecteer in het vak
Type wachtwoord
het type wachtwoord dat u wilt gebruiken. Voer het wachtwoord in, en
indien nodig bevestigt u het wachtwoord.
Als
uw toestel geconfi gureerd is om verbinding te maken met een
netwerk, gebruik dan een alfanumeriek wachtwoord voor betere
beveiliging van uw toestel.
3.
Voer op het tabblad
Geheugensteun
een zin in die u helpt het wachtwoord
te herinneren, maar anderen geen hint geeft over uw wachtwoord.
De geheugensteun wordt weergegeven nadat vier keer het foute
wachtwoord is ingevoerd.
4.
Tik op
OK
. De volgende keer dat het apparaat wordt ingeschakeld,
wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren.
Opmerkingen •
Telkens wanneer er een verkeerd wachtwoord wordt ingevoerd, wordt
de responstijd van toestel langer zodat het toestel uiteindelijk niet lijkt
te reageren.
Als u uw wachtwoord vergeet, moet u de instructies in dit handboek
volgen om het geheugen te wissen voordat u toegang kunt krijgen
tot uw toestel.
Het wachtwoord veranderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Vergrendeling
. U
wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren.
2.
Voer in het vak
Wachtwoord
het nieuwe wachtwoord in.
3.
Voer op het tabblad
Geheugensteun
een zin in die u helpt het nieuwe
wachtwoord te herinneren, maar anderen geen hint geeft over uw
wachtwoord. De geheugensteun wordt weergegeven nadat vier keer
het foute wachtwoord is ingevoerd.
4.
Tik op
OK
.
De Pocket PC telefoon beheren 85
Gegevens over de eigenaar weergeven op het scherm ‘mijn info
Als uw contactinformatie op het scherm Mijn info staat bij het opstarten,
kan het toestel gemakkelijk geïdentificeerd worden indien u het verliest.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Persoonlijk > Persoonlijk
Info over eigenaar
.
2.
Selecteer op het tabblad
Opties
het selectievak
Identificatiegegevens
.
3.
Als u de extra tekst wil tonen, selecteert u het tabblad
Notities
en
voert u de tekst in (bijvoorbeeld: De vinder wordt beloond!).
4.
Selecteer op het tabblad
Opties
het selectievak
Notities
.
5.
Tik op
OK
.
Tip
Om info over eigenaar weer te geven op het scherm Vandaag, tikt u op Start >
Instellingen > tabblad Persoonlijk > Vandaag. Selecteer op het tabblad Items
het keuzevak Info over eigenaar.
5.7 De Pocket PC telefoon opnieuw instellen
Soms moet u uw toestel opnieuw instellen. Een normale (of zachte/soft)
reset van het apparaat wist al het actieve programmageheugen en sluit alle
actieve programma’s af. Dit kan nuttig zijn als uw toestel trager loopt dan
normaal, of een programma niet presteert zoals het hoort. Een zachte reset is
ook noodzakelijk na de installatie van bepaalde programmas. Als een zachte
reset wordt uitgevoerd terwijl er nog programmas actief zijn, gaat het werk
dat niet is opgeslagen verloren.
U kunt ook een zgn. harde reset uitvoeren (ook wel volledige reset genoemd).
Een harde reset mag alleen worden uitgevoerd als een normale, zachte reset
een systeemprobleem niet oplost. Na een harde reset herstelt het apparaat
de standaardinstellingen net als toen u het apparaat kocht en voor het
eerst inschakelde. Alle op het toestel geïnstalleerde programmas, ingevoerde
gegevens en aangepaste instellingen gaan verloren. Alleen de Windows Mobile
software en andere vooraf geïnstalleerde programmas blijven.
Een zachte reset uitvoeren
Gebruik de stylus om de RESET-knop linksonder op het toestel in te drukken.
Uw toestel start opnieuw op een geeft het scherm Vandaag weer.
86 De Pocket PC telefoon beheren
RESET
knop
Een harde reset uitvoeren
1.
Houd de linker SOFTKEY en de rechter SOFTKEY ingedrukt, en gebruik
tegelijkertijd de stylus om de RESET-knop linksonder op het toestel in
te drukken.
RESET
knop
Links
SOFTKEY
Rechts
SOFTKEY
2.
Laat de stylus los maar blijf drukken op de twee softkey-toetsen. Laat
deze pas los als u het volgende bericht op het toestelscherm ziet:
Druk
op Verzenden om de fabrieksinstellingen te herstellen, of druk
op een andere toets om te annuleren.
3.
Druk op
op het toestel.
Waarschuwing! Uw toestel zal weer zijn ingesteld op de standaardinstellingen van
de fabrikant. Zorg ervoor dat u later gnstalleerde programma’s
en/of gebruikersgegevens hebt gekopieerd voordat u een hard reset
uitvoert.
6.1 Verbinding met internet maken
6.2 Internet Explorer Mobile
6.3 Comm Manager gebruiken
6.4 Bluetooth gebruiken
6.5 Wi-Fi gebruiken
6.6 Gedeeld internet gebruiken
6.7 Spb GPRS Monitor gebruiken
6.8 Terminal Services-client gebruiken
Hoofdstuk 6
Verbinding maken
88 Verbinding maken
6.1 Verbinding met internet maken
Uw toestel is uitgerust met krachtige netwerkfuncties waarmee u verbinding
kunt maken met internet via Wi-Fi, GPRS (General Packet Radio Service) of het
mobiele telefoonnetwerk.
Uw toestel verbinden met internet via een privé of gratis draadloos netwerk is
de beste keuze omdat dit geen kosten met zich meebrengt. Het gebruik van
Wi-Fi kost extra energie. Meer informatie over het installeren van een Wi-Fi-
verbinding vindt u in Wi-Fi gebruiken verder in dit hoofdstuk.
Wanneer u buiten het bereik van een draadloos netwerk bent, kunt u GPRS
of een inbelverbinding gebruiken om verbinding te maken met internet of
uw bedrijfsnetwerk. Het toestel heeft twee groepen verbindingsinstellingen:
Mijn ISP
(Internet Serviceprovider) en
Mijn Werk-netwerk
. De instellingen
van Mijn ISP worden gebruikt om met internet te verbinden, en de instellingen
Mijn kantoornetwerk kunnen worden gebruikt om een verbinding te maken
met een thuis- of bedrijfsnetwerk.
Een GPRS -verbinding met internet instellen
GPRS is een extra dienst om informatie te versturen en te ontvangen via een
mobiel telefoonnetwerk. U kunt GPRS gebruiken om verbinding te maken met
internet of om MMS te versturen en te ontvangen op uw toestel. U wordt per
KB (Kilobyte) gefactureerd door uw serviceprovider wanneer u informatie via
GPRS verzendt of ontvangt.
Als GPRS-instellingen niet vooraf ingesteld zijn op uw toestel, vraag dan de
Naam toegangspunt
aan uw serviceprovider. Ga ook bij uw serviceprovider
na of een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist zijn.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Verbindingen
.
2.
Tik onder
Mijn ISP
op
Een nieuwe modemverbinding toevoegen
.
3.
Op het scherm
Nieuwe verbinding maken
voert u een naam in voor
de verbinding.
4.
In de lijst
Kies een modus
selecteert u
Mobiele verbinding (GPRS)
en
tik dan op
Volgende
.
Verbinding maken 89
5.
Ga naar Naam toegangspunt, en tik op
Volgende
.
6.
Voer de gebruikersnaam en wachtwoord in indien nodig.
7.
Tik op
Voltooien
.
Opmerkingen
Selecteer het helppictogram ( ) voor hulp.
U kunt verbindingsinstellingen wijzigen via het tabblad Bestaande
verbindingen beheren, op het scherm Verbindingen; vervolgens
voltooit u de verbindingswizard.
90 Verbinding maken
Een inbelverbinding met uw ISP instellen
Als u uw toestel gebruikt om uw ISP te bellen voor internetverbinding, wordt
dit gefactureerd aan de hand van het aantal minuten dat u gebruikt.
Om een inbelverbinding te installeren op uw toestel hebt u dezelfde
instellingen nodig die u gebruikt als u belt vanaf uw computer. Hiertoe behoort
het telefoonnummer van de ISP, uw gebruikersnaam en uw wachtwoord.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Verbindingen
.
2.
Tik onder
Mijn ISP
op
Een nieuwe modemverbinding toevoegen
.
3.
Op het scherm Nieuwe verbinding maken voert u een naam in voor
de verbinding.
4.
In de lijst
Kies een modem
selecteert u
Mobiele verbinding
en tik
dan op
Volgende
.
5.
Voer het telefoonnummer van de ISP in en tik op
Volgende
.
6.
Voer uw gebruikersnaam, uw wachtwoord en enige andere informatie
in die vereist is door uw ISP.
7.
Tik op
Voltooien
.
Een verbinding met een privénetwerk opzetten
1.
Verkrijg de volgende informatie van uw netwerkbeheerder:
Telefoonnummer van de server
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Domein (en andere vereiste instellingen, zoals IP-adres)
2.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Verbindingen
.
3.
Volg in
Mijn Werk-netwerk
de instructies voor elk type verbinding.
Mijn Werk-netwerk de instructies voor elk type verbinding.Mijn Werk-netwerk
4.
Maak de verbindingswizard af, en tik op
Voltooien
.
Een verbinding starten
Zodra een verbinding, zoals GPRS of ISP-inbellen, op het toestel is ingesteld,
kunt u nu een verbinding met internet maken. De verbinding wordt
automatisch gestart als u een programma opent dat een internetverbinding
nodig heeft. Als u bijvoorbeeld Internet Explorer Mobile start om op internet
te surfen, maakt het toestel automatisch verbinding.
Verbinding maken 91
Als u meerdere verbindingstypes op het toestel heeft, kunt u een verbinding
handmatig starten.
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Verbindingen
.
2.
Tik op
Bestaande verbindingen beheren
.
3.
Tik en houd de naam van de gewenste verbinding ingedrukt en tik op
Verbinden
.
De GPRS-verbinding verbreken
Gebruik één van onderstaande opties:
Tik op het
GPRS
-pictogram (
) op de titelbalk en tik op
Verbinding
verbreken
.
Tik op het pictogram
Comm Manager
(
) op het scherm Vandaag en
vervolgens op de knop
Gegevensverbinding
(
).
Druk en houd Stoppen op het toestel drie seconden lang ingedrukt.
6.2 Internet Explorer Mobile
Internet Explorer is een volledig uitgeruste internetbrowser, optimaal voor
gebruik op uw toestel.
Internet Explorer starten
Tik op
Start
>
Internet Explorer
.
Een startpagina instellen
1.
Voer het gewenste adres in op de adresbalk boven in Internet Explorer.
Tik op
om de webpagina te openen.
2.
Tik op
Menu
>
Extra
>
Opties
>
tabblad
Algemeen
.
3.
Gebruik één van onderstaande opties:
Om de pagina die nu wordt weergegeven te gebruiken als
startpagina, tikt u op
Huidige gebr.
.
Om de standaard startpagina te gebruiken, tikt u op
Standaard gebr.
.
Tip Ga naar uw startpagina door te tikken op Menu > Start.
92 Verbinding maken
Favorieten van de pc overzetten
U kunt de favorieten die op de PC zijn opgeslagen overzetten naar het toestel,
door de Internet Explorer Favorieten op de PC te synchroniseren met die op
het toestel.
1.
Klik in ActiveSync op de PC op het menu
Extra
, klik op
Opties
en
selecteer
Favorieten
.
2.
In Internet Explorer op de pc klikt u op
Favorieten > Toevoegen aan
favorieten
en bewaar of verplaats favoriete koppelingen naar de
submap Mobiele Favorieten in de favorietenlijst.
3.
Vebind toestel met pc. Als synchronisatie niet automatisch start, klikt u
op
Sync
.
Een favoriete toevoegen
1.
Ga in Internet Explorer Mobile naar de pagina die u wilt toevoegen.
2.
Tik en houd de pagina vast, en tik op
Toevoegen aan Favorieten
.
3.
Bevestig of verander de naam, en selecteer een map om de koppeling
op te slaan.
4.
Tik op
Toevoegen
.
Een favoriete koppeling of map verwijderen
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu > Favorites >
tabblad
Toevoegen/verwijderen
.
2.
Selecteer het item dat u wilt verwijderen en tik op
Verwijderen
.
De grootte van tekst op webpagina’s veranderen
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu
>
In-/uitzoomen
en tik op de
gewenste grootte.
De manier waarop webpaginas het scherm vullen veranderen
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu
>
Beeld
.
2.
Tik op één van de volgende opties:
Eén kolom
. Schikt de inhoud in één kolom die net zo breed is als het
scherm. Dit betekent dat u zelden horizontaal hoeft te schuiven.
Standaard
. Maakt het beeld op zoals u gewend bent op en desktop
computer, maar maakt items kleiner en schikt de inhoud zodanig,
dat u het meeste kunt zien zonder horizontaal te hoeven schuiven.
Bureaublad
. Behoudt dezelfde opmaak en grootte als op een
desktop computer, zodat u zowel horizontaal als verticaal moet
schuiven.
Verbinding maken 93
De Geschiedenislijst wissen
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu
>
Extra
>
Opties
>
tabblad
Geheugen
.
2.
Tik op
Geschiedenis wissen
.
Een afbeelding van een webpagina opslaan
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op een afbeelding, houd deze vast en
tik op
Afbeelding opslaan
.
2.
Gebruik één van onderstaande opties:
Om de afbeelding op te slaan in
Mijn afbeeldingen
op het toestel,
tikt u op
Ja
.
Om de afbeelding op een andere plek op te slaan, zoals op de
opslagkaart, tikt u op
Opslaan als
.
Tijdelijke internetbestanden verwijderen
Uw toestel bewaart tijdelijk webpagina’s die vaak worden bezocht of
die onlangs zijn bezocht. Hierdoor kunnen deze pagina’s sneller worden
opgevraagd. U kunt deze bestanden verwijderen om ruimte vrij te maken.
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu
>
Extra
>
Opties
>
tabblad
Geheugen
.
2.
Tik op
Bestanden verwijderen
. Alle pagina’s die op het apparaat zijn
opgeslagen, inclusief de inhoud van off line favorieten, worden verwijderd.
Beveiligingsinstellingen instellen
Cookies zijn kleine bestanden die informatie bevatten over uw identiteit en
voorkeuren, zodat een pagina de informatie die u nodig heeft kan weergeven.
De pagina stuurt het bestand, dat wordt opgeslagen op uw toestel.
1.
Tik in Internet Explorer Mobile op
Menu
>
Extra
>
Opties
>
tabblad
Beveiliging
.
2.
Om te voorkomen dat Internet Explorer Mobile cookies accepteert, wist
u het keuzevak
Cookies toestaan
.
3.
Selecteer de selectievakken voor eventuele andere beveiligingsopties
en tik op
OK
.
94 Verbinding maken
6.3 Comm Manager gebruiken
Comm-beheer (Comm Manager) functioneert als een regelcentrum waarmee u
bepaalde telefoonfuncties kunt in- en uitschakelen en gegevensverbindingen
kunt beheren.
Comm Manager openen
Tik op het pictogram
Comm Manager
(
) op het scherm Vandaag.
Selecteer de corresponderende knop om een eigenschap in of uit te schakelen.
1
2
3
5
6
7
4
1
Tik om de telefoon in en uit te schakelen.
2
Tik om
Wi-Fi in en uit te schakelen. Tik op
Instellingen > WLAN-instellingen
om Wi-Fi op het toestel te configureren. Zie Wi-Fi gebruiken voor informatie.
3
Tik om de actieve dataservices (bijv. GPRS) af te sluiten. U kunt in Comm
Manager geen nieuwe verbindingen met gegevensdiensten maken.
4
Tik op
ActiveSync te openen zodat u het toestel kunt synchroniseren met de
computer.
Voor meer informatie over de configuratie van instellingen van
ActiveSync, zie Hoofdstuk 4.
5
Tik op
Bluetooth in en uit te schakelen. Tik op
Instellingen > Bluetooth-instelingen
om Bluetooth op het toestel te configureren. Zie “Bluetooth gebruiken” voor
informatie.
6
Tik om heen en weer te schakelen tussen het automatisch ophalen (wanneer
items aankomen) of het handmatig ophalen van Outlook e-mail. Zie
"Synchronisatie inplannen met Exchange Server" in Hoofdstuk 4.
7
Tik om te schakelen tussen het inschakelen van de
beltoon van de telefoon of
de telefoon instellen op de
tril/dempenstand.
Verbinding maken 95
6.4 Bluetooth gebruiken
Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie voor het korte bereik.
Apparaten met Bluetooth-mogelijkheden kunnen informatie uitwisselen
binnen een afstand van ongeveer 10 meter, zonder enige fysieke verbinding.
U kunt zelfs informatie stralen naar een apparaat in een andere kamer, zolang
het maar binnen het bereik van de signaaldekking van Bluetooth is.
Bluetooth kan als volgt gebruikt worden:
Informatie zoals bestanden, afspraken, taken en contactpersoonkaarten
naar andere apparaten met Bluetooth-mogelijkheden stralen.
Informatie synchroniseren tussen uw toestel en computer via Bluetooth.
Een Bluetooth-hoofdtelefoon (of ander Bluetooth-toestel zoals een
carkit) gebruiken met uw toestel om hands-free te bellen.
Een Bluetooth-dienst gebruiken. Zodra u verbinding hebt met een
ander toestel of met een computer via Bluetooth, kunt u services
gebruiken die beschikbaar zijn op dat toestel.
Een verbinding maken tussen uw toestel en een andere Bluetooth-
telefoon om die telefoon als modem te gebruiken.
Opmerking U hebt een andere telefoon nodig om als modem te fungeren als uw
Pocket PC-toestel geen telefoonmogelijkheid heeft.
Bluetooth-standen
Op het toestel functioneert Bluetooth in drie verschillende standen:
Aan
. Bluetooth is ingeschakeld. Uw toestel kan andere Bluetooth-
apparaten detecteren, maar niet andersom.
Uit
. Bluetooth is uitgeschakeld. In deze stand kunt u met Bluetooth
geen informatie ontvangen of versturen. U kunt deze modus gebruiken
om energie te besparen of op plaatsen waar het gebruik van een radio
verboden is, zoals aan boord van een vliegtuig of in ziekenhuizen.
Zichtbaar
. Bluetooth is ingeschakeld, en andere Bluetooth-toestellen
kunnen uw toestel detecteren.
Opmerking Bluetooth is standaard uitschakeld. Als u het inschakelt, en vervolgens
het apparaat uitschakelt, wordt Bluetooth ook uitgeschakeld. Wanneer
u het apparaat weer inschakelt, wordt Bluetooth automatisch
ingeschakeld.
96 Verbinding maken
Bluetooth inschakelen en uw toestel zichtbaar maken
1.
Tik op het toestel op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Bluetooth
.
2.
Selecteer de selectievakken
Bluetooth inschakelen
en
Dit apparaat
zichtbaar maken voor andere apparatuur
.
3.
Tik op
OK
.
Bluetoothverbindingen
Een Bluetoothverbinding is een koppeling die u aanbrengt tussen uw toestel
en een ander Bluetoothtoestel, om informatie op een veilige manier uit te
wisselen. Om een verbinding te maken tussen twee apparaten, moet u dezelfde
wachtwoordsleutel/PIN-code invoeren op beide apparaten.
Een verbinding tot stand brengen tussen twee apparaten is eenmalig. Wanneer
een verbinding eenmaal is gemaakt, herkennen de apparaten de verbinding en
wisselen ze informatie uit zonder opnieuw een wachtwoordcode in te voeren.
Zorg dat Bluetooth is ingeschakeld en zichtbaar is op de twee apparaten.
Een Bluetoothverbinding maken
1.
Tik op het toestel op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Bluetooth
.
2.
Tik op het tabblad
Apparaten
op
Nieuw apparaat toevoegen
. Uw toestel
zoekt dan andere Bluetooth toestellen en geeft deze weer in het vak.
3.
Tik op de gewenste apparaatnaam in het vak.
4.
Tik op
Volgende
.
5.
Bepaal een wachtwoordcode om een veilige verbinding tot stand te
brengen. De wachtwoordcode kan 1 tot 16 tekens bevatten.
6.
Tik op
Volgende
.
7.
Wacht totdat het andere toestel de verbinding accepteert. De
ontvangende partij moet dezelfde wachtwoordcode invoeren.
8.
Vervolgens wordt de naam van het gekoppelde toestel weergegeven.
U kunt een nieuwe naam voor het toestel bewerken en opgeven.
9.
Kies de keuzevakken van de diensten die u van het gekoppelde toestel
wilt gebruiken.
10.
Tik op
Voltooien
.
Verbinding maken 97
Een Bluetoothverbinding accepteren
1.
Zorg dat Bluetooth is ingeschakeld en dat deze in de zichtbare stand staat.
2.
Tik op
Ja
als u wordt gevraagd een verbinding met het andere toestel
te maken.
3.
Voer een wachtwoordcode in (dezelfde wachtwoordcode die op het
toestel dat de verbinding vraagt is ingevoerd), om een beveiligde
verbinding te maken. De wachtwoordcode moet tussen de 1 en 16
tekens hebben.
4.
Tik op
Volgende
.
5.
Tik op
Voltooien
. U kunt nu informatie uitwisselen met het andere toestel.
De naam van een Bluetoothverbinding veranderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Bluetooth
.
2.
Tik op de verbinding en houd deze vast op het tabblad
Apparaten
.
3.
Tik in het snelmenu op
Bewerken
.
4.
Voer een naam in voor de verbinding.
5.
Tik op
Opslaan
.
Een Bluetoothverbinding verwijderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Bluetooth
.
2.
Tik op de verbinding en houd deze vast op het tabblad
Apparaten
.
3.
Tik op
Verwijderen
.
Een Bluetooth handsfree of stereo headset
aansluiten
Om handsfree te bellen, kunt u een Bluetooth handsfree-hoofdtelefoon
gebruiken zoals een carkit.
Het toestel ondersteunt ook
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile), dit
is stereogeluid via Bluetooth. Dit betekent dat u een Bluetooth stereoheadset
op het toestel kunt gebruiken om handsfree te telefoneren en stereomuziek te
beluisteren. Controleer of de stereoheadset ook A2DP ondersteunt.
Net als bij het aansluiten van elk ander Bluetooth-apparaat, dient u een
wachtwoordcode in te voeren als u een Bluetooth handsfree of stereo
headset aansluit. De wachtwoordcode kan niet worden veranderd op een
Bluetooth-hoofdtelefoon. Voordat u verbinding maakt, dient u de
wachtwoordcode op te zoeken in de documentatie van de fabrikant.
98 Verbinding maken
Een Bluetooth handsfree of stereoheadset aansluiten
1.
Zorg ervoor dat beide toestelen en de Bluetooth-headset ingeschakeld
zijn en zich in elkaars nabijheid bevinden en dat de headset zichtbaar
is. Kijk in de documentatie van de fabrikant om de hoofdtelefoon op
zichtbare modus in te stellen.
2.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Verbindingen
.
3.
Tik op
Bluetooth >
tabblad
Apparaten
>
Nieuw apparaat toevoegen
.
Uw toestel zoekt naar andere apparaten die op Bluetooth ingeschakeld
zijn en toont ze in de lijst.
4.
Tik op de naam van de Bluetooth-headset en vervolgens op
Volgende
.
5.
Voer de wachtwoordcode van de Bluetooth-headset in en tik op
Volgende
.
6.
Zorg dat het selectievak
Handsfree
is geselecteerd.
Als
u een Bluetooth stereoheadset heeft, controleer dan ook of het
selectievak
Draadloos stereo
is geselecteerd.
7.
Tik op
Voltooien
.
Opmerking Als de verbinding met de Bluetooth stereoheadset wordt verbroken,
schakel de headset dan in en herhaal bovenstaande stappen 1 tot 3.
Tik en houd de naam van de Bluetooth stereoheadset ingedrukt en tik
op Inst. als draadloos stereo.
Verbinding maken 99
Informatie zenden met Bluetooth
U kunt informatie, zoals contacten, afspraken, taken en bestanden van uw toestel
naar uw computer of naar een ander op Bluetooth-toestel verzenden.
Opmerking Als uw computer Bluetooth niet ondersteunt, moet u een Bluetooth-
adapter of -dongle gebruiken op uw computer.
Gegevens van uw toestel naar een computer verzenden
1.
Schakel Bluetooth in op uw toestel, en maak uw toestel zichtbaar. Voor
informatie hierover, zie “Bluetooth inschakelen en uw toestel zichtbaar
maken.
2.
U moet Bluetooth op uw computer instellen op de zichtbare modus.
Gebruik één van onderstaande opties:
Als uw computer Windows XP SP2 heeft en de ingebouwde of externe
Bluetooth-adapter ondersteund wordt door Windows XP SP2, open
dan
Bluetooth-apparaten
in het Con guratiescherm. Klik op het
tabblad
Opties
en selecteer de opties
Detectie inschakelen
en
Bluetooth-apparaten mogen verbinding met deze computer
maken
.
Als de Bluetooth-adapter op uw computer is gnstalleerd met
een stuurprogramma van een derde, open dan de Bluetooth-
software die is geleverd bij de Bluetooth adapter. Deze software
verschilt per fabrikant, maar in de meeste gevallen kunt u
in het Configuratiescherm een hulpprogramma
Bluetooth
Confi guratie
vinden. Als de Bluetooth-con guratie is geopend,
klikt u op het tabblad
Toegankelijkheid
en selecteer
Andere
Bluetooth-apparaten kunnen verbinding maken met deze
computer
. Zie de documentatie van de Bluetooth-adapter voor
meer informatie.
3.
Breng een Bluetooth-verbinding tot stand tussen de twee apparaten.
Voor informatie over het maken van een verbinding, zie “Bluetooth-
verbindingen.
Nadat
een verbinding is opgezet, is uw computer klaar om Bluetooth-
gegevens te ontvangen.
4.
Tik op en houd een item vast dat u wilt verzenden. Het item kan een afspraak
in uw agenda zijn, een taak, een contactpersoonkaart of een bestand.
100 Verbinding maken
5.
Verzend een contactpersoon door te tikken op
Menu > Contactpersoon
verzenden > Uitstralen
.
Wilt
u andere soorten informatie doorstralen, tik dan op
Menu > [soort item]
uitstralen
.
6.
Tik op de naam van het apparaat dat het item moet ontvangen.
7.
Als u een Outlook-item verzendt dat niet automatisch wordt toegevoegd
aan Outlook, selecteer dan
Bestand > Importeren en exporteren
in
Outlook om het te importeren.
Om gegevens te verzenden naar een Bluetooth-toestel zoals een andere
Pocket PC, volg dan de stappen 3 tot en met 6 in de hierboven vermelde
procedure.
Opmerking Als de computer of toestel waarnaar u wilt stralen niet in de
Bluetoothlijst van het toestel verschijnt, controleer dan of Bluetooth
is ingeschakeld en is ingesteld op zichtbaar.
Een Bluetooth-straal ontvangen
Het toestel detecteert en meldt geen inkomende Bluetooth-stralen tenzij u
dit instelt.
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Verbindingen
> Uitstralen
.
2.
Selecteer het selectievak
Alle inkomende stralen ontvangen
.
3.
Zorg dat het toestel is ingeschakeld, zichtbaar is, en binnen bereik van
het toestel dat de informatie uitrstraalt.
4.
Als u wordt gevraagd een inkomende straal te ontvangen, tik dan op
Ja
om de uitgestraalde informatie te ontvangen.
Verbinding maken 101
Bluetooth Explorer delen van bestanden via Bluetooth
Bluetooth Explorer
zoekt andere Bluetooth-apparaten waarop het delen van
bestanden is ingeschakeld zodat u toegang heeft tot de gedeelde Bluetooth-
map. U kunt bestanden uit de gedeelde map kopren, en submappen
maken. Als u op het toestel
Delen van bestanden via Bluetooth
inschakelt,
kunnen andere Bluetooth-apparaten ook toegang krijgen tot uw gedeelde
Bluetooth-map.
Bluetooth Explorer en het delen van bestanden via Bluetooth inschakelen
op het toestel
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Verbindingen
> Bluetooth >
tabblad
FTP
.
2.
Selecteer het selectievak
Bluetooth Explorer inschakelen
. De
apparaatmap
/Bluetooth
wordt dan zichtbaar in de Verkenner.
3.
Selecteer het selectievak
Delen van bestanden inschakelen
.
U
kunt de standaard gedeelde map van Bluetooth gebruiken, of op
Bladeren
tikken om een andere map te delen.
Bluetooth Explorer gebruiken
1.
Bluetooth Explorer is geïntegreerd met Verkenner. U kunt het openen
door te tikken op
Start > Programmas > Bluetooth Explorer
of door
te tikken op de map
Bluetooth
in de map Mijn apparaat in Verkenner.
2.
Bluetooth Explorer zoekt vervolgens andere Bluetooth-apparaten die
bestanden delen. Tik in de lijst op het Bluetooth-toestel waar u naar
wilt verbinden. Wellicht dient u een wachtwoordcode in te voeren om
een verbinding met het geselecteerde toestel te kunnen maken.
102 Verbinding maken
3.
Als in de gedeelde Bluetooth-map van het andere toestel bestanden
staan, kunt u deze zien in het venster Bluetooth Explorer.
Selecteer
één of meer bestanden, en tik op
Menu > Bewerken
en
knop of kopieer de bestanden.
4.
Tik tweemaal op
Omhoog
.
5.
Ga naar de map op het toestel waar de bestanden naar geplakt moeten
worden, en tik op
Menu > Bewerken > Plakken
.
Het Bluetooth-apparaat gebruiken als modem
U kunt uw toestel met een laptop of pc verbinden via Bluetooth en het toestel
als modem voor de computer gebruiken.
Opmerking Als uw computer Bluetooth niet ondersteunt, moet u een Bluetooth-
adapter of -dongle gebruiken op uw computer.
De computer kan de internetverbinding van het toestel gebruiken als u op het
toestel Gedeeld internet activeert, en vervolgens een Bluetooth PAN-netwerk
(Personal Area Network) opzet tussen de computer en het toestel.
1.
Schakel Bluetooth op het toestel in en stel het in op zichtbare modus.
2.
Initieer een Bluetoothverbinding vanaf het toestel via de stappen
in “Een Bluetoothverbinding maken.
Daarnaast
kunt u als volgt een Bluetoothverbinding tot stand brengen
vanaf de computer (gebaseerd op Windows XP SP2):
a.
Dubbelklik in het Configuratiescherm of Systeemvak op het
pictogram
Bluetooth-apparaten
.
b.
Klik in het venster Bluetooth-apparaten op
Toevoegen
.
c.
De Wizard Bluetooth-apparaat toevoegen wordt geopend. Selecteer
het selectievak
Mijn apparaat is ingesteld en kan worden
gevonden
en klik op
Volgende
.
d.
De wizard detecteert uw toestel en toont de naam in het dialoogvak.
Selecteer de apparaatnaam en klik op
Volgende
.
e.
Selecteer
Ik wil zelf een sleutel kiezen
, en voer een wachtwoord-
sleutel in (1 tot 16 tekens) om een beveiligde verbinding tussen uw
toestel en de computer tot stand te brengen. Klik op
Volgende
.
Verbinding maken 103
f.
Er verschijnt een bevestigingsbericht op uw toestel. Tik op
Ja
om de
verbinding te aanvaarden, voer dezelfde wachtwoordcode in en tik
op
Volgende
.
g.
Klik op de computer op
Voltooien
om de wizard te verlaten.
h.
Op het Instellingenscherm van de verbinding kunt u de weergavenaam
voor de computer wijzigen; tik daarna op
Voltooien
.
3.
Open vervolgens het programma Gedeeld internet op het toestel. Tik
op
Start > Programmas > Gedeeld Internet
.
4.
Selecteer
Bluetooth PAN
als de
Pc-verbinding
.
5.
Selecteer uit de lijst
Netwerkverbinding
de naam van de verbinding
die het toestel gebruikt om verbinding met internet te maken.
6.
Tik op
Verbinden
.
7.
Zet op de computer een PAN-netwerk met het toestel op:
a.
Tik op
Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen
.
b.
Klik onder
PAN (Personal Area Network)
, op het pictogram
Bluetooth-netwerkverbinding
.
c.
Klik onder
Netwerktaken
op
Bluetooth-netwerkapparaten
weergeven
.
d.
Selecteer uw toestel in het dialoogvenster Bluetooth-PAN-apparaten
en klik vervolgens op
Verbinden
.
8.
Controleer op het scherm Gedeeld internet van het toestel of de
verbindingsstatus wordt weergegeven, die aangeeft dat de computer
is verbonden met internet via het toestel als Bluetooth-modem.
Een andere Bluetooth-telefoon als modem gebruiken
U kunt een andere Bluetooth-telefoon gebruiken als modem voor uw
toestel om een internetverbinding te maken of om andere gegevens door
te geven.
Hiertoe maakt u een Bluetooth-modemverbinding op uw toestel en stuurt u
gegevens naar de telefoon via de Bluetooth. De telefoon geeft de informatie
over het mobiele-telefoonnetwerk door en stuurt dan elke gegevens die u
gevraagd had over de verbinding terug naar uw toestel.
104 Verbinding maken
Wanneer u eenmaal een modemverbinding naar de Bluetooth telefoon
heeft gemaakt, kunt u deze, telkens wanneer u de telefoon als modem wilt
gebruiken, hergebruiken. Zorg ervoor dat Bluetooth ingeschakeld en zichtbaar
is op beide apparaten, en dat de twee zich binnen elkaars bereik bevinden.
Opmerking U hebt een andere telefoon nodig om als modem te fungeren als uw
Pocket PC-toestel geen telefoonmogelijkheid heeft.
Een Bluetooth-telefoon als modem gebruiken voor uw toestel
1.
Tik op het toestel op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Verbindingen
>
Verbindingen
.
2.
Tik op
Een nieuwe modemverbinding toevoegen
.
3.
Voer een naam in voor de verbinding.
4.
In de lijst
Kies een modem
, tikt u op
Bluetooth
.
5.
Tik op
Volgende
.
6.
Als de telefoon in de lijst
Mijn verbindingen
verschijnt, ga dan verder
met stap 11.
7.
Als het apparaat niet verschijnt in de lijst
Mijn verbindingen
, tik dan
op
Nieuw apparaat toevoegen
en volg de resterende stappen.
8.
Selecteer de telefoon uit de lijst en tik op
Volgende
.
9.
Voer een wachtwoordcode in en tik op
Volgende
.
10.
Voer dezelfde wachtwoordsleutel in op de telefoon en tik op
Voltooien
.
11.
In de lijst
Mijn verbindingen
op het toestel selecteert u de telefoon
en tikt op
Volgende
.
12.
Voer het telefoonnummer in dat u wilt draaien voor deze verbinding
en tik op
Volgende
.
13.
Voer de vereiste aanmeldinformatie in voor deze verbinding en tik op
Voltooien
.
Verbinding maken 105
6.5 Wi-Fi gebruiken
Wi-Fi maakt draadloze internetverbinden mogelijk over afstanden tot 100
meter. Om Wi-Fi op uw toestel te gebruiken, hebt u toegang nodig tot een
draadloos toegangspunt van uw serviceprovider. Wanneer u in een openbare
ruimte bent zoals in een café of restaurant, hebt u toegang nodig tot een
openbaar draadloos toegangspunt (ook “hotspots” genaamd).
Opmerking De beschikbaarheid en de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal van uw toestel
hangt af van het nummer, de infrastructuur en andere objecten in het
pad van het signaal.
Verbinding met een draadloos netwerk maken
1.
Open de
Comm Manager
.
2.
Tik op de
WLAN
-knop om de draaadloze functie in/uit te schakelen.
Het WLAN-pictogram geeft de draadloze status aan.
: Wi-Fi is ingeschakeld.
: Wi-Fi is uitgeschakeld.
3.
Nadat Wi-Fi ingeschakeld is, zoekt uw toestel naar beschikbare
draadloze netwerken in uw gebied. De netwerknamen van de
gedetecteerde draadloze netwerken verschijnen op een pop-up
venster. Tik op het gewenste draadloze LAN en tik vervolgens op
OK
.
4.
Tik in het volgende venster dat verschijnt op
Internet
als het betreff ende
LAN uw toestel met internet verbindt. U kunt ook op
Werk
tikken als het
Werk tikken als het Werk
draadloze LAN een verbinding met een privé-netwerk tot stand brengt.
106 Verbinding maken
5.
Als het draadloze LAN is beveiligd met een netwerksleutel, voert u
deze sleutel in en tikt u op
Verbinden
.
D
e
volgende
keer dat u uw toestel gebruikt om draadloze netwerken te
vinden, zult u het pop-up berichtenvenster niet opnieuw zien. U wordt
niet meer gevraagd om de netwerksleutel (tenzij u een harde reset
uitvoert, die alle aangepaste instellingen op uw toestel verwijdert).
Opmerking Wi-Fi netwerken configureren zichzelf, wat betekent dat er geen
bijkomende stappen nodig zijn om verbinding te maken met een
Wi-Fi netwerk. Wel kan het nodig zijn een gebruikersnaam en een
wachtwoord te geven voor bepaalde gesloten draadloze netwerken.
Accustroom besparen terwijl u verbonden bent met een draadloos netwerk
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Verbindingen
>
Wireless LAN
om het scherm Wireless LAN-instellingen te openen.
2.
Verschuif op het tabblad
Energiebeheer
van Wireless LAN-instellingen
de schuifknop
Energiebesparende modus
naar een positie die de
prestaties optimaliseert met minder energieverbruik.
Verplaats
de schuifregelaar bijvoorbeeld naar links voor een optimale
WLAN-prestatie, of naar rechts voor optimaal energiegebruik.
Verbinding maken 107
De status van wireless LAN controleren
U kunt de status van de huidige draadloze verbinding controleren op de
volgende drie schermen van het apparaat:
Titelbalk
. Als u Wi-Fi op het toestel inschakelt, verschijnt het Wi-Fi AAN
pictogram (
. Als u Wi-Fi op het toestel inschakelt, verschijnt het Wi-Fi AAN
) op de titelbalk.
Nadat
Wi-Fi ingeschakeld is, zoekt uw toestel naar beschikbare
draadloze netwerken en het signaal-pictogram (
Wi-Fi ingeschakeld is, zoekt uw toestel naar beschikbare
) verschijnt op de
titelbalk. De pijlen in dit pictogram bewegen terwijl het toestel naar
een signaal zoekt. Als uw toestel in verbinding staat met een netwerk,
stoppen de pijlen met bewegen.
Hoofdtabblad Draadloos LAN scherm
. Hier ziet u de naam van
het netwerk waarmee uw toestel momenteel verbonden is. De
confi guratie en de signaalkwaliteit van het draadloze netwerk worden
ook getoond.
Het scherm Draadloze netwerken configureren
. Tik op
Start >
Instellingen >
tabblad
Verbindingen
> Wi-Fi
>
tabbla
d
Draadloos
.
Dit scherm toont de draadloze netwerken die nu beschikbaar zijn.
108 Verbinding maken
Wi-Fi: tabblad Wireless
Wireless LAN: tabblad Hoofd
Om met een netwerk te verbinden, selecteert en houdt u het
gewenste netwerk vast en selecteert u
Verbinden
.
Tik op een draadloos netwerk in de lijst om de status te zien of de
verbindingsinstellingen te wijzigen.
U kunt, indien beschikbaar, ook nieuwe draadloze netwerken
toevoegen door te tikken op
Nieuw toevoegen
.
Verbinding maken 109
6.6 Gedeeld internet gebruiken
Gedeeld internet
verbindt uw pc of notebook computer met internet via de
gegevensverbinding van het toestel (zoals GPRS of EDGE). U kunt de verbinding
maken via usb of Bluetooth.
Volg de procedures in dit deel om uw toestel in te stellen als een usb-modem.
Informatie over het instellen van het toestel als Bluetooth-modem vindt u in
“Het Bluetooth-apparaat gebruiken als modem in dit hoofdstuk.
Opmerkingen
Controleer of het toestel een SIM-kaart heeft, en of een GPRS- of
inbelverbinding is opgezet op het toestel. Als op het toestel
nog geen gegevensverbinding is opgezet, tik dan op Menu >
Verbindingsinstellingen op het scherm Gedeeld Internet. Zie voor
meer informatie over het installeren van een GPRS verbinding “Een
GPRS-verbinding met internet instellen”. Zie voor meer informatie
over het instellen van een inbelverbinding “Een inbelverbinding met
uw ISP instellen.
Als u een usb-kabelverbinding wilt gebruiken, dient u eerst Microsoft
ActiveSync versie 4.2 of hoger op de computer te installeren.
Voordat u Gedeeld internet gebruikt, schakeld u ActiveSync op de
computer uit.
Het toestel instellen als usb-modem
1.
Tik op het toestel op
Start > Programmas >
Gedeeld Internet
.
2.
In de lijst
PC-verbinding
selecteert u
USB
.
3.
Selecteer in de lijst
Netwerkverbinding
de naam van de verbinding die het toestel
gebruikt om verbindint met internet te
maken.
4.
Sluit een usb-kabel aan tussen het toestel
en de computer.
5.
Tik op
Verbinden
.
De internetverbinding verbreken
Tik op het scherm Gedeeld internet op
Verbinding verbreken
.
110 Verbinding maken
6.7 Spb GPRS Monitor gebruiken
Spb GPRS Monitor
meet de hoeveelheid gegevensoverdrachten die via
GPRS of een inbelverbinding zijn gemaakt, en berekent de kosten van het
netwerkgebruik. Via dit programma kunt u bijhouden hoeveel gegevens
het toestel ontvangen en verzonden heeft, en controleren hoeveel het
netwerkgebruik kost door rekening te houden met de details van uw
abonnement: hoeveelheid gegevens, blokformaat van gegevens, enz.
Daarnaast kunt u de verbindingskosten en netwerkverkeer zien, rapportages
van het netwerkgebruik maken en deze rapportages exporteren in CSV-
bestanden voor gebruik in Microsoft® Excel en Access.
GPRS Monitor installeren
Het programma GPRS Monitor staat op de cd. Installeer het op het toestel
door het installatieprogramma op de computer uit te voeren. Volg de
instructies op het scherm van de computer en op het toestel om de installatie
te voltooien.
Het Vandaag plug-in
Nadat GPRS Monitor op het toestel is geïnstalleerd, vindt u het pictogram
van het programma in
Start > Programmas
. GPRS Monitor wordt daarnaast
toegevoegd als uitbreiding voor het scherm Vandaag. Deze uitbreiding toont
statistieken over de verbinding, een helderheidspaneel, batterijscherm en
snelkoppelingen.
1
2 3 4 5 6
1
Tik om het venster van GPRS Monitor teopenen waar u controle kunt instellen,
kosten en netwerkverkeer kunt weergeven en rapportages kunt genereren.
2
Tik op de controlebalk om het verlichtingsniveau aan te passen.
3
Dit is de accumonitor. Tik er op voor toegang tot Energiebeheer.
Verbinding maken 111
4
Tik om te schakelen tussen het maken en verbreken van de verbinding met de
standaard gegevensverbinding.
5
Tik om Internet Explorer Mobile te openen.
6
Tik om Berichten te openen.
Items op de Vandaag-uitbreiding weergeven of verbergen
1.
Tik op
Start > Instellingen >
tabblad
Persoonlijk
> Vandaag
.
2.
Tik op het tabblad
Items
op
GPRS Monitor
en vervolgens op
Opties
.
3.
Geef op het tabblad
Weergave
de vernieuwingsfrequentie
voor statistieken op, de tijdperiode voor het monitoren van
gegevensoverdrachten en de informatietypes die op de uitbreiding
moeten worden weergegeven.
4.
Kies op het tabblad
Extra items
of het helderheidspaneel,
batterijscherm en snelkoppelingen moeten worden weergegeven op
de uitbreiding of niet.
5.
Tik op
OK
.
Het pictogram en venster van GPRS Monitor
Een andere wijze om statusinformatie te tonen is door het pictogram van
GPRS Monitor op de titelbalk te laten verschijnen. Dit pictogram geeft de
verbindingssnelheid, gegevensoverdrachten en batterijstatus van GPRS/
inbelverbinding weer.
Het pictogram van GPRS Monitor op de titelbalk weergeven
1.
Tik op
Start > Programmas > GPRS Monitor
.
2.
Tik op
Extra > Opties >
tabblad
Pictogrammen
.
3.
Selecteer het selectievak
Werkbalkpictogram tonen
.
4.
Het pictogram van GPRS Monitor laat standaard drie balken zien die
overeenkomen met de volgende statusinformatie:
112 Verbinding maken
Balkpictogram 2:
Verkeer (Volledige balk
komt overeen met
100%. Elke balk is 20%.)
Balkpictogram 3: Accu
(Elke balk komt overeen
met 20% van de totale
capaciteit.)
Balkpictogram 1: Snelheid
(Volledige balk komt overeen met
19KB/sec.)
Tik
op
Aanpassen
om de statusinformatie op het pictogram te veranderen.
Het venster van GPRS Monitor aanpassen
Als u op het pictogram GPRS Monitor
op de titelbalk tikt, verschijnt een vernster
met daarin gedetailleerde statistieken over
gegevensoverdrachten, zoals de gegevensgrootte
die net is overgedragen en de kosten, de
hoeveelheid gegevens die nog kunnen worden
overgedragen en nog veel meer.
Tik op het scherm van de GPRS Monitor op
Extra > Opties >
tabblad
Pop-up
en kies welke
statistieken op het pop-upvenster moeten
worden weergegeven.
Monitoren en meldingen opzetten
De verbinding die moet worden gecontroleerd selecteren
1.
Tik op het scherm van GPRS Monitor op
Extra > Opties >
tabblad
Verbinding
.
2.
Selecteer het selectievak
Monitoring inschakelen
.
3.
Selecteer op de lijst
Verbinding
de verbinding die u wilt monitoren.
Tip GPRS Monitor kan zowel de gegevensoverdrachten via uw plaatselijke
serviceprovider in de gaten houden, als de internationale serviceproviders
als u gegevens verzendt of ontvangt via roaming. U kunt meerdere profielen
opzetten, waarbij elke is geconfigureerd met de details van het serviceplan
van een bepaalde serviceprovider. Voor meer informatie over profielen, zie
"Meerdere profielen opzetten".
Verbinding maken 113
De details van uw servicespecificaties opgeven
De servicespecificaties, of het tarief, bepaalt de prijs die u bepaalt voor
gegevensoverdrachten. Het tarief kan een vast tarief zijn of tijdsafhankelijk,
afhankelijk van het gebruik van een GPRS- of inbelverbinding voor de
gegevensoverdrachten.
Neem contact op met uw serviceprovider voor informatie over de tarieven, en
voer de informatie in op het tabblad
Tarief
of op het tabblad
Tarief of op het tabblad Tarief
Tarief Details
op het Optiescherm.
Opmerking De berekening van de kosten van het netwerkgebruik is gebaseerd op
de informatie die u opgeeft, en is slechts een schatting. Het werkelijke
bedrag berekend door uw serviceprovider kan verschillen.
Opties: tabblad Tarief
Opties: tabblad Tarief Details
De meldingen voor de verkeersbeperkingen opzetten
U kunt meldingen instellen bij verkeersbeperkingen als u op de hoogte wilt
blijven wanneer een overdrachtlimiet is bereikt.
1.
Tik op het scherm GPRS Monitor op
Extra > Opties
.
2.
Schakel de meldingen in op de tabbladen
Dagelij
en
Maandwaarschuwing
. U kunt een maximum van drie dagelijkse en
drie maandelijkse beperkingen instellen.
Als
het netwerkverkeer één van deze limieten bereikt ontvangt u een
melding.
114 Verbinding maken
Meerdere profielen opzetten
Als u netwerkverkeer genereert met het toestel, worden in verschillende
situaties andere tarieven berekend. Dit kan ook het geval zijn als het toestel via
een ander type netwerk verbinding moet maken om gegevens te verzenden
of ontvangen. Typische situaties waarin andere kosten worden berekend zijn
GPRS-roaming en andere verbindingen, zoals bijv. WAP. Voor deze situaties
kunt u meerdere profielen opzetten in GPRS. Deze meten dan het verkeer en
de kosten voor elk type verbinding.
Meerdere profielen opzetten en configureren
1.
Tik in het scherm GPRS Monitor op
Extra > Profielen
.
2.
Selecteer een profi el dat u wilt aanpassen.
3.
Selecteer de verbinding die met dit profi el moet worden geassocieerd
en schakel het monitoren van deze verbinding in. Volg de stappen
in “De verbinding die moet worden gecontroleerd selecteren om dit
te doen.
4.
Voer de tarieven in die worden berekend voor deze verbinding. Voor
meer informatie over tarieven, zie “De details van uw servicespecifi caties
opgeven.
5.
Herhaal stappen 1 tot en met 4 om meer profi elen in te stellen.
6.
Als u klaar bent met de instelling van het profi el tikt u op
OK
.
Schakelen tussen profielen
1.
Tik in het scherm GPRS Monitor op
Extra > Profielen
.
2.
Kies het gewenste profi el, of kies
Profiel automatisch veranderen
zodat GPRS Monitor automatisch het actieve profi el verandert,
gebaseerd op de verbinding die wordt gebruikt.
3.
Tik op
OK
.
Verbinding maken 115
Grafieken en rapporten bekijken
In GPRS Monitor kunt u grafieken zien met de kosten van de netwerkverbinding
en het netwerkverkeer, en bovendien gedetailleerde verslagen zien van het
netwerkgebruik in een bepaalde periode. Deze verslagen kunnen worden
geëxporteerd naar CSV-bestanden die in Excel, Access of andere spreadsheet-
en databanksoftware kunnen worden geopend.
Grafieken bekijken en rapporten genereren
In het scherm van GPRS Monitor:
Tik op het tabblad
Grafiek
om een grafi ek te zien met de kosten van
Grafiek om een grafi ek te zien met de kosten van Grafiek
het netwerk en het netwerkverkeer.
Tik op het tabblad
Rapport
om verslagen te genereren over
netwerkverkeer en tarieven.
Voor meer informatie over het gebruik van Spb GPRS Monitor, zie Help op
het toestel.
6.8 Terminal Services-client gebruiken
Met de
Terminal Services-client
kunt u zich aanmelden op een PC die Terminal
Services of Extern bureaublad (Remote Desktop) draait, en alle beschikbare
bronnen van die PC gebruiken. Bijvoorbeeld, in plaats van het uitvoeren van
Word Mobile op uw apparaat, kunt u de PC-versie van Word uitvoeren, en
beschikbare. doc bestanden op die PC gebruiken.
Verbinden met een Terminal-server
1.
Tik op het toestel op
Start
>
Programmas
>
Terminal Services-client
.
2.
Voer de naam van de server in.
3.
U kunt ook een naam van een server selecteren bij
Recente servers
,
tenminste, als u eerder een verbinding met een server heeft gemaakt.
4.
Selecteer het selectievak
Grootte serverbureaublad aanpassen aan
scherm
als u programmas wilt gebruiken die een speciale grootte
hebben voor het toestel.
5.
Tik op
Verbinden
.
116 Verbinding maken
Navigeren binnen Terminal Services Client
Wanneer u in verbinding staat met een externe server, ziet u verschillende
horizontale en verticale schuifbalken. Gebruik deze rolbalken om de content
op de PC te verschuiven, of het PC-scherm door het venster van Terminal
Services-client te schuiven.
Om te zorgen dat u het PC-scherm verschuift door Terminal Services-client,
gebruikt u de vijf richtingstoetsen aan de onderkant van het venster van
Terminal Services-client. Om de informatie beter op het scherm te laten
passen, selecteert u het selectievak
Grootte serverbureaublad aanpassen
aan scherm
. Voor het beste resultaat, moeten de programmas op de desktop
PC worden gemaximaliseerd.
De verbinding verbreken zonder een sessie te beëindigen
1.
Tik vanuit het scherm Terminal Services-client op het apparaat op
Start
>
Afsluiten
.
2.
Tik op
Verbinding verbreken
.
Opmerkingen
Gebruik het Start menu van het toestel niet.
Als een netwerkbeheerder Terminal Services-client op uw apparaat
zo heeft ingesteld dat de verbinding met verbroken sessies worden
hersteld, en uw eerder de verbinding met een Terminal Server heeft
verbroken zonder de sessie te beëindigen, herstelt de Terminal
Services-client de verbinding met die sessie.
De verbinding verbreken na het beëindigen van een sessie
1.
Tik vanuit het scherm Terminal Services-client op het toestel op
Start
>
Afsluiten
.
2.
Tik op
Afmelden
.
7.1 E-mail en tekstberichten
7.2 MMS-berichten
7.3 Pocket MSN Messenger
7.4 Agenda
7.5 Contactpersonen
7.6 Taken
7.7 Notities
Hoofdstuk 7
Berichten uitwisselen en
Outlook gebruiken
118 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.1 E-mail en tekstberichten
Berichten
is de plek waar u al uw e-mailaccounts en tekstberichtaccounts kunt
vinden. U kunt Outlook e-mail, Internet e-mail verzenden en ontvangen via
een Internet service provider (ISP), alsmede SMS-berichten (Short Messaging
Service) via uw mobiele telefoonnetwerk. U kunt ook toegang krijgen tot
zakelijke e-mail via een VPN verbinding.
Wizard E-mailinstellingen
Voordat u e-mails kunt verzenden en ontvangen, moet u op het toestel een
e-mailaccount opzetten. Met de wizard voor E-mailinstellingen is het opzetten
en instellen van Outlook e-mail en POP3/IMAP4-accounts op het toestel
makkelijk te doen.
E-mailaccounts opzetten met de wizard E-mailinstellingen
1.
Tik op
Start > Berichten
.
2.
Tik op
Menu > Extra > Nieuw account
om de wizard E-mailinstellingen
te openen.
3.
De wizard E-mailinstellingen leidt u stap voor stap door het proces.
Voor meer informatie over het opzetten van een e-mailaccount van Outlook,
zie ”Outlook e-mail opzetten. Voor informatie over het instellen van POP3 of
IMAP4, zie “Een POP3/IMAP4 e-mailaccount opzetten.
Outlook e-mail opzetten
Als u voor het eerst ActiveSync op de computer start, vraagt de Wizard
Instelling synchronisatie u een synchronisatierelatie in te stellen. Dit biedt u de
mogelijkheid om Outlook e-mail en andere gegevens tussen uw toestel en uw
computer of de Exchange Server te synchroniseren. Als u synchronisatie al via de
wizard hebt ingesteld, dan is uw toestel klaar om Outlook e-mail te verzenden
en te ontvangen. Voor informatie over de Wizard Instelling synchronisatie zie
ActiveSync op de pc installeren en instellen in Hoofdstuk 4.
Als u nog geen synchronisatierelatie hebt ingesteld, doe dan het volgende
om uw toestel in te stellen voor synchronisatie met Outlook e-mail:
1.
Voor synchronisatie op afstand, dient u een draadloze verbinding
(GPRS of ISP dial-up) op te zetten. Voor meer details, zie de procedures
in Verbinding met internet maken in Hoofdstuk 6.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 119
2.
Koppel uw toestel los van uw computer of LAN. (Als u een over-the-air
verbinding hebt, is het niet nodig om de verbinding te verbreken).
3.
Tik op
Start > Programmas > ActiveSync
.
4.
Als u e-mails rechtstreeks met de Exchange Server op een privé-netwerk
zoals uw bedrijfsnetwerk wilt synchroniseren, volg dan de stappen in
“Outlook informatie synchroniseren met Exchange Server” in hoofdstuk 4
.
5.
Kies de soorten informatie die u wilt synchroniseren. Zorg dat
E-mail
is geselecteerd. Volg de stappen in “Veranderen welke informatie
gesynchroniseerd wordt” in Hoofdstuk 4 voor meer details.
Wanneer u handmatig Outlook e-mail op uw toestel wilt verzenden of
ontvangen, verbind u uw toestel gewoon met uw computer, LAN, of
over-the-air verbinding. Selecteer vervolgens
Sync
op het ActiveSync scherm
op uw toestel of selecteer
Menu > Verzenden/Ontvangen
in Outlook.
Voor details over het inplannen van automatische synchronisatie of het
instellen van een synchronisatietijd met de Exchange Server, zie “Synchronisatie
inplannen met Exchange Server in Hoofdstuk 4.
Een POP3 / IMAP4 e-mailaccount opzetten
Maak een POP3 of IMAP4-e-mailaccount aan op het toestel als u een
e-mailaccount heeft bij een internet serviceprovider (ISP) of een account dat
een VPN-serververbinding gebruikt (meestal een werkaccount).
1.
Tik op
Start
>
Berichten
.
2.
Tik op
Menu
>
Extra
>
Nieuw account
.
3.
Kies in het venster E-mailinstellingen de optie
Overig (POP3/IMAP)
in
de lijst
Uw e-mailprovider
en tik vervolgens op
Volgende
.
4.
Voer uw e-mailadres in en tik op
Volgende
.
Bij
Autoconfiguratie
wordt geprobeerd de benodigde instellingen van de e-mail server te
downloaden, zodat u deze niet zelf hoeft in te voeren.
5.
Als
Autoconfiguratie
eenmaal klaar is, tikt u op
Volgende
.
6.
Voer uw naam in (de naam die wordt weergegeven als u e-mail
verstuurt), gebruikersnaam en wachtwoord; tik op
Volgende
.
120 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Vink het selectievakje
Wachtwoord opslaan
aan als u het wachtwoord wilt
opslaan, zodat u het niet opnieuw hoeft in te voeren.
Als
Autoconfiguratie
is gelukt, zijn de velden
Uw naam
en
Gebruikersnaam
automatisch ingevuld. Klik op
Volgende
en vervolgens
Voltooien
om de
instellingen van uw account te voltooien, of selecteer
Opties
onder
Serverinformatie
om toegang te krijgen tot andere instellingen.
Bijvoorbeeld:
Het tijdsinterval voor het downloaden van nieuwe berichten veranderen.
De hoeveelheid berichten die worden gedownload en de verifi catiewijze
voor uitgaande mails beperken.
Download volledige of gedeeltelijke e-mails.
Als
Autoconfiguratie
gelukt is, of als u een account heeft op een VPN server,
neem dan contact op met uw internetaanbieder of netwerkbeheerder voor
de volgende informatie, en voer deze zelf in:
Instelling Beschrijving
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in die door de internetaanbieder of
netwerkbeheerder aan u is toegekend. Dit is vaak het eerste
deel van uw e-mailadres, het deel dat voor het @-teken staat.
Wachtwoord
Kies een sterk wachtwoord. U kunt het wachtwoord opslaan,
zodat u dit niet telkens hoeft in te voeren wanneer u een
verbinding met de e-mail server maakt.
Accounttype
Kies POP3 of IMAP4.
Accountnaam
Voer een unieke naam in voor het account, zoals Werk of
Thuis. Deze naam kan later niet worden gewijzigd.
Inkomende
mailserver
Voer de naam in van uw e-mailserver (POP3 of IMAP4).
Uitgaande
mailserver
Voer de naam in van uw uitgaande e-mailserver (SMTP).
Domein
Niet nodig voor een account bij een internetaanbieder. Kan
nodig zijn voor een zakelijk account.
SSL-verbinding
vereisen
Selecteer dit om er zeker van te zijn dat u altijd e-mail
ontvangt voor deze account met een SSL-verbinding. Zo
kunt u persoonlijke informatie nog veiliger ontvangen.
Opmerking: als u dit selecteert en uw ISP geen SSL-verbinding
ondersteunt, kunt u geen verbinding maken om e-mail te
ontvangen.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 121
Instelling Beschrijving
Voor uitgaande
e-mail is
verificatie vereist
Selecteer dit als de server voor uitgaande e-mail (SMTP)
verificatie eist. Uw gebruikersnaam en wachtwoord van
hierboven worden gebruikt.
Aparte
instellingen
gebruiken
Selecteer dit als de server voor uitgaande e-mail een andere
gebruikersnaam en wachtwoord dan hierboven vraagt.
Instellingen uitgaande server:
Gebruikersnaam
Voer uw gebruikersnaam in voor de server voor uitgaande e-mail.
Wachtwoord
Voer uw wachtwoord in voor de server voor uitgaande e-mail.
Domein
Voer het domein in van de server voor uitgaande e-mail.
SSL vereisen voor
uitgaande e-mail
Selecteer dit om te verzekeren dat u met dit account
altijd e-mails verstuurt via een SSL-verbinding. Zo kunt
u persoonlijke informatie nog veiliger versturen. Let op
dat als u dit selecteert, en uw internetaanbieder een SSL-
verbinding niet ondersteunt, u geen e-mail kunt versturen.
Tip U kunt naast uw Outlook e-mailaccount verschillende andere e-mailaccounts
opzetten.
Berichten verzenden en ontvangen
Een bericht samenstellen en versturen
1.
Tik in de berichtenlijst op
Menu
>
Ga naar
en selecteer een account.
2.
Tik op
Nieuw
.
3.
Voer het e-mailadres of mobiel telefoonnummer in van één of meer
ontvangers, gescheiden met een puntkomma. Voor toegang tot
adressen en telefoonummers van Contactpersonen, tikt u op
Aan
.
4.
Voer het bericht in. Om snel algemene berichten toe te voegen tikt u
op
Menu
>
Mijn tekst
en tik vervolgens op het gewenste bericht.
5.
Om de spelling te controleren tikt u op
Menu
>
Spelling controleren
.
6.
Tik op
Verzenden
.
Tips
Om symbolen in te voeren tikt u op Shift op het toetsenbord op het scherm.
Om de prioriteit in te stellen, tikt u op Menu > Berichtopties.
Als u off line werkt, worden e-mailberichten naar de map Postvak UIT
verplaatst en de volgende keer dat u verbinding maakt verzonden.
122 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Als een tekstbericht verstuurt en wilt weten of het is ontvangen, tik
dan voordat u het bericht schrijft op Menu > Extra > Opties. Tik op
Tekstberichten en selecteer het keuzevak Bezorgingsbevestiging
vragen.
Een bericht beantwoorden of doorsturen
1.
Open het bericht en tik op
Beantw.
, of op
Menu
>
Allen beantw.
, of
op
Menu
>
Doorsturen
.
2.
Voer uw antwoord in. Om snel algemene berichten toe te voegen, tikt
u op
Menu
>
Mijn tekst
en tikt u op het gewenste bericht.
3.
Om de spelling te controleren tikt u op
Menu
>
Spelling controleren
.
4.
Tik op
Verzenden
.
Tips Voor meer berichtkopinformatie rolt u naar boven.
Om altijd het originele bericht bij te voegen, tikt u op Menu > Extra > Opties >
tabblad Bericht, en kiest u vervolgens het keuzevak Oorspronkelijk bericht
in antwoord bijvoegen.
Als u het originele bericht niet bewerkt, verstuurt u met het Outlook
e-mailaccount minder gegevens. Afhankelijk van uw abonnement, kan dit
kosten besparen.
Uw e-mailadres niet vermelden wanneer u iedereen beantwoordt
Als u alle ontvangers van uw e-mail beantwoordt, zal uw eigen e-mailadres
ook worden toegevoegd aan de lijst van de ontvangers. U kunt ActiveSync
aanpassen zodat uw e-mailadres uit de lijst van de ontvangers wordt
gehaald.
1.
Tik in ActiveSync op het toestel op
Menu > Opties
.
2.
Selecteer het
E-mail
-informatietype en tik op
Instellingen
.
3.
Tik op
Geavanceerd
.
4.
Voer in het vak
Primair e-mailadres
uw e-mailadres in.
5.
Tik op
OK
.
Een bijlage toevoegen aan een bericht
1.
Tik in een nieuw bericht op
Menu
>
Invoegen
en tik op het item dat u
wilt bijvoegen:
Afbeelding
,
Spraaknotitie
, of
Bestand
.
2.
Selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen, of neem een spraaknotitie op.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 123
Bijlagen ontvangen
Een bijlage dat bij een e-mail bericht hoort of dat is gedownload van een server,
verschijnt onder het onderwerp van het bericht. Tik op de bijlage en het wordt
geopend als het al volledig is gedownload, of het wordt gemarkeerd om te
worden gedownload als u de volgende keer e-mail verstuurt en ontvangt.
U kunt bijlagen ook automatisch downloaden met uw berichten als u een
Exchange Server mailaccount heeft.
Als u een Outlook e-mailaccount hebt, doe dan het volgende:
1.
Tik op
Start > Programmas > ActiveSync
.
2.
Tik op
Menu
>
Opties
.
3.
Tik op
E-mail >
Instellingen
, en kies
Bestandsbijlagen bijvoegen
.
Als u een IMAP4 e-mailaccount hebt bij een Internet service provider (ISP)
of een account waartoe u toegang hebt via een VPN-serververbinding
(normaliter een werkaccount), doe dan het volgende:
1.
Tik op
Start
>
Berichten
.
2.
Tik op
Menu > Extra
>
Opties
.
3.
Tik op de naam van het IMAP4 account.
4.
Tik op
Volgende
totdat u
Serverinformatie
bereikt en tik op
Opties
.
5.
Tik op tweemaal
Volgende
en kies
Volledige kopieën van berichten
downl.
en
Bijlagen ophalen bij het ophalen van het volledige
bericht
.
Tip Om bijlagen op te slaan op een opslagkaart in plaats van op het toestel,
selecteert u Menu > Extra > Opties > tabblad Opslag en schakel vervolgens
het selectievakje
Bijlagen op opslagkaart opslaan in.
124 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Berichten downloaden
De wijze waarop u berichten downloadt, is afhankelijk van uw accounttype:
Om e-mail bij een Outlook e-mail account ter versturen en te ontvangen,
start u synchronisatie met ActiveSync. Voor meer informatie, zie
“Outlook e-mail instellen” in dit hoofdstuk.
Om e-mail berichten te verzenden en te ontvangen voor een
e-mailaccount dat u hebt bij een ISP of waartoe u toegang hebt via
een VPN-serververbinding (normaliter een werkaccount), download
berichten via een mailserver op afstand. Voor meer informatie, zie
“Berichten downloaden van de server, verderop in dit hoofdstuk.
Tekstberichten worden automatisch ontvangen wanneer de telefoon
wordt ingeschakeld. Wanneer uw telefoon is uitgeschakeld, worden
berichten door service provider bijgehouden tot de volgende keer dat
uw telefoon wordt ingeschakeld.
Berichten downloaden van de server
Om e-mailberichten te verzenden en te ontvangen voor een e-mailaccount dat
u hebt met een ISP of waartoe u toegang hebt met een VPN-serververbinding
(normaliter een werkaccount), moet u eerst een verbinding maken met internet
of uw bedrijfsnetwerk, al naargelang de account.
1.
Tik op
Menu
>
Ga naar
en tik op het account dat u wilt gebruiken.
2.
Tik op
Menu
>
Verzenden/ontvangen
. De berichten op uw toestel
en e-mailserver worden gesynchroniseerd: nieuwe berichten worden
gedownload naar de map Postvak IN van het toestel, berichten in de
map Postvak UIT op het toestel worden verstuurd, en berichten die op
de server zijn verwijderd worden verplaatst naar de map Postvak IN op
het toestel.
Tip Als u het hele bericht wilt lezen, selecteer Menu > Bericht downloaden terwijl
u in het berichtenvenster bent. Als u in de berichtenlijst bent, selecteer en houd
het bericht vast, en selecteer Bericht downloaden. De volgende keer dat u een
verbinding maakt en e-mail ophaalt, wordt het bericht gedownload. Hierdoor
worden ook bijlagen bij het bericht gedownload, tenminste als deze opties zijn
ingesteld voor het e-mailaccount.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 125
Tekstberichten van en naar de SIM-kaart kopiëren
1.
Tik op
Start > Berichten
.
2.
Tik op
Menu > Ga naar > Tekstberichten
.
3.
Selecteer in de berichtenlijst het tekstbericht dat u wilt kopiëren.
4.
Gebruik één van onderstaande opties:
Om een tekstbericht naar de SIM-kaart te kopiëren, tikt u op
Menu >
Naar SIM-kaart kopiëren
.
Om een tekstbericht van de SIM-kaart naar uw toestel te kopiëren,
tikt u op
Menu > Naar Postvak IN kopiëren
.
Opmerking Tekstberichten op de SIM-kaart worden automatisch weergegeven in
de map Postvak IN. Kopieert u ze naar het toestel, dan staan in de map
Postvak IN dubbele berichten als de SIM-kaart in gebruik is.
Een apart bericht ondertekenen en coderen
Een Outlook e-mail coderen beschermt de privacy van het bericht door
het om te zetten van gewoon leesbare tekst in gecodeerde (vervormde)
tekst. Alleen de ontvanger die de verificatiesleutel heeft kan het bericht
ontsleutelen.
Het digitaal ondertekenen van een bericht pas uw certificaat met de
verificatiesleutel toe op het bericht. Dit bewijst aan de ontvanger dat het
bericht van u afkomstig is en niet van een bedrieger of hacker, en dat het
bericht niet veranderd is.
Een nieuw digitaal ondertekenen en coderen
1.
Tik in de berichtenlijst op
Menu > Ga naar > Outlook E-mail
.
2.
Tik op
Nieuw
.
3.
Tik op
Menu > Berichtopties
.
4.
Selecteer de selectievakken
Bericht coderen
en
Bericht ondertekenen
en tik op
OK
.
De digitale handtekening van een ontvangen ondertekend
bericht controleren
1.
Open het digitaal ondertekende Outlook e-mailbericht.
2.
Tik bovenin het bericht op
Handtekeningstatus weergeven
.
3.
Tik op
Menu > Certificaat controleren
.
126 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Tik op
Menu > Certificaat weergeven
om de gegevens op het certificaat
in het bericht te lezen.
Opmerking Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een digitale handtekening
niet geldig is. Zo kan bijvoorbeeld het certificaat van de verzender zijn
verloren, het kan ingetrokken zijn door de controlerende instantie
van het certificaat, of de server die het certificaat controleert is niet
beschikbaar. Neem contact op met de verzender om het probleem te
melden.
Mappen beheren
Elk mailaccount heeft zijn eigen mappenhiërarchie met vijf standaard
bericht -mappen: Postvak IN, Postvak UIT, Verwijderde items, Concepten,
en Verzonden items. De berichten die ontvangen en verzonden zijn via het
account, worden opgeslagen in deze mappen. Ook kunt u extra mappen
binnen de bestaande structuur maken. De map Verwijderde items bevat
berichten die zijn verwijderd van het toestel. Het gedrag van de mappen
Verwijderde items en Verzonden items, is afhankelijk van de opgegeven
Berichtopties.
Indien u een Outlook e-mailaccount gebruikt, zullen e-mailberichten in
Postvak IN in Outlook automatisch met uw toestel worden gesynchroniseerd.
U kunt kiezen extra mappen te synchroniseren door deze aan te wijzen voor
synchronisatie. De gemaakte mappen en verplaatste berichten worden
gespiegeld” op de e-mailserver. Als u bijvoorbeeld twee berichten uit de
map Postvak IN verplaatst
naar de map met de naam Familie, en u heeft
Familie aangewezen voor synchronisatie, maakt de server een kopie van de
map Familie, en worden de berichten naar die map gekopieerd. U kunt dan
de berichten lezen terwijl u weg bent van de PC.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 127
Als u een tekstberichtaccount gebruikt, worden berichten opgeslagen in de
map Postvak IN.
Als u een POP3-account gebruikt, en u e-mailberichten verplaatst naar de
gemaakte map, wordt de koppeling tussen berichten op het toestel en hun
kopieën op de e-mailserver verbroken. De volgende keer dat u verbinding
maakt, detecteert de e-mailserver dat berichten in de map Postvak IN op
het toestel ontbreken, en verwijdert deze berichten van de e-mailserver. Dit
voorkomt dat u dubbele exemplaren van een bericht heeft, maar betekent ook
dat u niet langer toegang heeft tot berichten die u verplaatst naar mappen
die ergens anders zijn gemaakt dan op het toestel.
Als u een IMAP4-account gebruikt, worden gemaakte mappen en verplaatste
e-mail berichten gespiegeld” op de e-mailserver. Zodoende heeft u, telkens
wanneer u verbinding maakt met de e-mailserver toegang tot berichten, of het
nu via het toestel of via de PC gebeurt. Deze synchronisatie van mappen treedt
op wanneer u verbinding maakt met de e-mailserver, nieuwe mappen maakt,
mappen verwijdert of de naam van mappen verandert wanneer u verbonden
bent. U kunt ook voor elke map verschillende downloadopties instellen.
7.2 MMS -berichten
Het maken van Multimedia berichten (
MMS
) en ze delen met uw vrienden en
familie is met dit toestel vrij eenvoudig. U kunt fotos of afbeeldingen als bijlage
verzenden of een video- en een audioclip in een MMS. U kunt zelfs de camera
van het toestel gebruiken om fotos en videoclips te maken terwijl u een nieuw
MMS-bericht maakt, en deze vervolgens meesturen met het bericht.
Opmerkingen
Let op dat MMS een dienst is waar u voor moet betalen. Om MMS te
kunnen gebruiken, worden de kosten in rekening gebracht van uw
mobiel abonnement. Neem contact op met uw mobiele telefonie
service provider om dit op te nemen in uw bundel.
Controleer of de grootte van de MMS binnen de grenzen blijft van
de mobiele service provider als u iets naar een andere mobiele
telefoongebruiker of naar een e-mailadres verstuurt.
128 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Toegang krijgen tot MMS
1.
Tik op
Start >
Berichten
.
2.
Tik op
Menu >
Ga naar
>
MMS
.
MMS-berichtmappen
MMS-instellingen veranderen
Als u een MMS-bericht verstuurt, wordt eerst een SMS-melding naar de
ontvanger verzonden, en wordt uw MMS-bericht tijdelijk opgeslagen op een
MMS-server van uw mobiele serviceprovider. Als anderen u een MMS-bericht
toesturen, zal het MMS-bericht ook op de MMS- server worden opgeslagen
totdat het door u wordt opgehaald. Vandaar dat uw toestel moet zijn
geconfigureerd met de locatie van de MMS-server zodat u in staat bent om
MMS-berichten met uw toestel te verzenden en te ontvangen.
Als u uw toestel aanschaft, is het aan van te voren geprogrammeerd met de
MMS-serverinstellingen van uw mobiele service provider. Als u per ongeluk
de vooraf geprogrammeerde instellingen verliest of u bent op een andere
mobiele service provider overgestapt, dient u de volgende stappen te volgen
om de MMS-instellingen te configureren.
MMS-instellingen configureren
1.
Tik op
Start
>
Berichten
.
2.
Tik op
Menu
>
Extra > Opties
.
3.
Tik op
MMS
in de accountlijst om de instellingen te configureren. Het
MMS configuratiescherm verschijnt.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 129
4.
Schakel op het tabblad
Voorkeuren
de gewenste selectievakjes in of
uit. U kunt ervoor kiezen om uw MMS-berichten op te halen, berichten
onmid del lijk te herstellen, een bericht te accepteren of te verwijderen,
en een afl everings bewijs te vragen wanneer het bericht is gelezen. Ook
kunt u een resolutie opgeven voor afbeeldingen die worden verzonden
en het aantal pogingen voor het verzenden van een bericht.
5.
Tik op het tabblad
Servers
en controleer of uw toestel al is
geprogrammeerd met MMS-serverinstellingen.
Als
er geen instellingen vooraf zijn geconfi gureerd, tik dan op
Nieuw
en
voer de volgende gegevens in, die u van uw netwerkprovider kunt krijgen:
Servernaam
. Een beschrijvende naam, zoals de naam van uw
mobiele serviceprovider.
Gateway
. Locatie van de MMS-server, meestal in de vorm van een
IP-adres.
Poortnummer
. HTTP-poortnummer voor het maken van een
verbinding met de MMS-server en voor bestandsoverdracht.
Serveradres
. Het URL-adres van de MMS-server.
Verbinden via
. Selecteer de verbinding die uw toestel gebruikt voor
MMS.
Maximale verzendgrootte
. Selecteer de maximum toegelaten
omvang voor het verzenden van MMS-berichten door uw mobiele
service provider.
WAP-versie
. Selecteer
WAP 1.2
of
WAP 2.0
, afhankelijk van de versie
die gebruikt wordt door uw aanbieder.
130 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
6.
Tik op
OK
.
De
MMS-serverinstellingen worden toegevoegd als een item in het
MMS-confi guratiescherm.
Opmerking Als u verschillende MMS-service providers toevoegt aan het MMS-
configuratiescherm, kunt u er één kiezen als uw standaard MMS-provider.
Selecteer de naam van de MMS-provider in de lijst en klik dan op
Als standaard instellen.
MMS-berichten maken en verzenden
Na het configureren van de vereiste instellingen, kunt u beginnen met het
opstellen en het verzenden van een MMS-berichten.
Een MMS-bericht opstellen
U kunt MMS-berichten samenstellen uit een combinatie van verschillende
dias, waarbij elke dia een foto, audio- of videoclip en/of tekst is.
1.
Tik in het MMS-scherm op
Nieuw
.
2.
Als u het scherm Een MMS kiezen ziet, tik dan op een bestaand sjabloon,
of tik op
Aangepast
om een blanco MMS-bericht te openen.
Opmerking
Indien u er de voorkeur aan geeft om altijd een blanco MMS-bericht
te gebruiken, schakel dan het selectievakje Altijd aangepast selecteren in.
3.
Voer bij
Aan
het telefoonnummer of e-mailadres van de ontvanger
in, of tik op
Aan
,
Cc
, of
Bcc
om een telefoonummer of e-mailadres te
kiezen vanuit Contactpersonen.
4.
Voer het onderwerp van het bericht in.
5.
Tik op het pictogram
Invoegen
(
) om een foto of videoclip te
selecteren en in te voegen.
Als
u een foto of videoclip selecteert, kunt u:
Tikken op
om het eerst weer te geven, vervolgens tikken op
Selecteren
om de geselecteerde foto of videoclip te gebruiken en
in te voegen in het MMS-bericht dat u maakt.
Tikken op
om een foto te maken en deze in te voegen in het
MMS-bericht.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 131
Tik op
om een MMS-videoclip op te nemen en deze in te voegen
in het MMS-bericht.
Tikken op het pictogram
Afsluiten
om de selectie te verlaten en
terug te keren naar het MMS-bericht.
6.
Voer tekst in en voeg audioclips in door op de respectieve gebieden te
tikken. Zie “Tekst toevoegen aan een MMS-bericht en “Een audioclip
toevoegen aan een MMS-bericht ” voor details.
7.
Tik op
of op
Menu > Dia’s > Dia invoegen
om meer dia’s toe te
voegen. Herhaal stap 5 en 6 om een foto/videoclip, tekst en audioclip
in te voegen in elke aanwezige dia.
Terwijl
u met een dia bezig bent, kunt u:
Tikken op
voor een voorbeeld van de dia.
Tikken op
om naar de vorige dia te gaan.
Tikken op
om naar de volgende dia te gaan.
8.
Terwijl u een MMS-bericht opmaakt, kunt u ook het volgende doen:
Tik op
Menu > Opties > Achtergrond
om een achtergrondkleur te
kiezen.
Tik op
Menu > Opties > Tekstindeling
, en kies vervolgens of de
tekst boven, onder, links of rechts van de foto/video moet worden
geplaatst.
Tik op
Menu > Opties > Verzendopties
om de zendtijd, geldigheid,
prioriteit, klasse en andere instellingen voor een bericht te bepalen.
Tik op
Bjialgemenu
om een visitekaart, afspraak of bestand toe te
voegen als bijlage.
9.
Tik op
Verzenden
om het MMS-bericht te verzenden.
Opmerkingen
U kunt een MMS-bericht ook direct versturen vanuit de programma’s
Afbeeldingen en video’s of Camera. Gebruik één van onderstaande
opties:
Tik in Afbeeldingen en video's een afbeelding uit Mijn afbeeldingen, en
tik op Menu > Verzenden. Tik bij Selecteer een account op MMS.
Neem een foto of maak een MMS-videoclip met de camera en tik
vervolgens het pictogram Verzenden. Selecteer in het dialoogvenster
Bestand verzenden Verzenden via MMS.
132 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een MMS-bericht van een sjabloon maken
Tik in een MMS-bericht op
Menu
> Sjabloon >
Nieuw van sjabloon
om
een bericht te maken met behulp van een vooraf gemaakt sjabloon.
Opmerking Open het bericht en tik op Menu > Sjabloon > Opslaan als sjabloon om
een bericht als sjabloon op te slaan.
Tekst toevoegen MMS-bericht
Als u tekst in een MMS-bericht typt, kunt u als volgt te werk gaan:
Tik in het tekstvak en type uw eigen tekst in.
Algemene woorden en frasen kiezen. Tik op
om tekst te kiezen uit
de lijst Mijn tekst.
Tik op
om een emoticon toe te voegen
.
Ook kunt u een koppeling naar een webpagina toevoegen
. Tik op
Ook kunt u een koppeling naar een webpagina toevoegen
en kies vervolgens een adres van een webpagina uit de lijst met
favorieten van internet.
Tip Om een zin te bewerken of te verwijderen uit de lijst Mijn tekst, selecteer en houd
een zin(sdeel) vast, selecteer dan Bewerken of Verwijderen uit het snelmenu.
Voeg een nieuwe frase toe aan de lijst door op Nieuw te tikken.
Een audioclip toevoegen aan een MMS-bericht
U kunt audiofragmenten toevoegen aan uw MMS-bericht. U kunt echter slechts
één audioclip per dia toevoegen.
1.
Tik op
Audio invoegen
.
De
map
Mijn documenten wordt standaard weergegeven. Tik op
Mijn muziek of op een andere map met geluidsbestanden. Als u door
mappen bladert, tikt u op de pijl omlaag (
) om terug te keren naar
de bovenliggende map.
2.
Selecteer een audiobestand. Indien geselecteerd, kunt u:
Op
tikken om de audioclip af te spelen.
Op
tikken om te pauzeren, of op
tikken om het afspelen te
stoppen.
Op
Selecteren
tikken om het in het MMS-bericht te voegen.
Op het pictogram
Afsluiten
tikken om de selectie te verlaten en
terug te keren naar het MMS-bericht.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 133
Een nieuwe audioclip opnemen en deze toevoegen aan het
MMS-bericht door op
te tikken. Het venster Opnemen verschijnt
dan. Tik op
Opnemen
om de opname te starten, en op
Stoppen
om
de opname te stoppen. Tik op
Afspelen
om de opgenomen audioclip
af te spelen en tik vervolgens op
Gereed
. De nieuwe audioclip wordt
automatisch in het MMS-bericht gevoegd.
MMS-berichten weergeven , beantwoorden en blokkeren
Een MMS-bericht weergeven
Gebruik de knoppen van afspeelbeheer
,
, en
.
Tik op
Objecten
om een lijst te zien met bestanden die in het bericht
zitten. Op het scherm Berichtobjecten heeft u de volgende opties:
Wilt u een bestand opslaan, selecteer het dan en tik op
Menu >
Opslaan
.
Wilt u de inhoud van een tekstbestand opslaan in de lijst Mijn tekst,
tik dan op
Menu > Opslaan in Mijn tekst”
.
Wilt u een foto toekennen aan een contactpersoon, tik dan op
Menu >
Toekennen aan contactpersoon
.
Een MMS-bericht beantwoorden
Tik op
Menu
>
Beantw.
om een antwoord te sturen aan de verzender
van het bericht, of tik op
Menu
>
All beantw
.
om alle personen te
beantwoorden die bij Aan, CC en BCC staan.
MMS-berichten van een bepaalde persoon blokkeren
U kunt er voor kiezen bepaalde telefoonnummers te blokkeren zodat deze u
in de toekomst daar geen MMS-berichten van ontvangt.
1.
Bekijk het MMS-bericht en tik dan op
Menu > Berichtdetails weergeven
.
2.
Tik in het venster MMS-details op
dat helemaal rechts van het
telefoonnummer van de afzender staat.
3.
Tik op het telefoonnummer van de zender en houd dit in gedrukt, en
tik vervolgens op
Opslaan aan zwarte lijst
in het snelmenu.
Opmerking Door ongewenste telefoonnummers toe te voegen aan de zwarte lijst,
kunt u in de toekomst geen MMS-berichten hiervan ontvangen. U kunt
de MMS zwarte lijst bewerken door op de MMS-berichtenlijst
,
te tikken
op Menu > Extra > Opties > MMS > tabblad Zwarte lijst. Hier kunt u een
telefoonnummer van de zwarte lijst verwijderen.
134 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.3 Pocket MSN Messenger
MSN Messenger
biedt de eigenschappen van MSN Messenger op uw toestel.
Met Pocket MSN Messenger kunt u:
Berichtjes verzenden en ontvangen.
Zien welke contactpersonen on line en off line zijn.
Statusupdates instellen voor bepaalde contactpersonen zodat u weet
wanneer ze on line komen.
Contactpersonen blokkeren zodat ze uw status niet kunnen zien en u
geen berichten kunnen sturen.
Voordat u MSN Messenger kunt gebruiken, dient u met uw toestel een
verbinding met internet te maken. Voor informatie over het instellen van een
internetverbinding, zie “Verbinding met internet maken in Hoofdstuk 6.
Opmerking U heeft een Microsoft .NET Passport of een Hotmailaccount nodig om MSN
Messenger te kunnen gebruiken. Als u een e-mailadres via Hotmail.com of
MSN.com heeft, dan heeft u al een Passport. Om een Passportaccount te
krijgen gaat u naar http://www.passport.com. Om een Hotmailaccount
te krijgen, gaat u naar http://www.hotmail.com.
MSN Messenger starten
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Pocket MSN
.
2.
Tik op
MSN Messenger
.
Aan- of afmelden
Meld u aan door ergens op het scherm van MSN Messenger te tikken.
Voer het e-mailadres en wachtwoord in van uw Passport- of
Hotmailaccount, en tik op
Aanmelden
. Aanmelden kan enkele
minuten duren, afhankelijk van de snelheid van uw verbinding.
Meld u af door op
Menu
>
Afmelden
te tikken. Uw status verandert in
Offl ine
.
Contactpersonen toevoegen of verwijderen
Voeg een contactpersoon toe door te tikken op
Menu
>
Een
contactpersoon toevoegen
, en volg de instructies op het scherm.
Verwijder een contactpersoon door op de betreff ende naam te tikken
en vast te houden, en tik dan op
Contactpersoon verwijderen
.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 135
Een expresbericht verzenden
1.
Tik op de contactpersoon aan wie u een bericht wilt sturen.
2.
Tik uw bericht in het tekstbericht onderin het scherm, en tik op
Verzenden
.
Tip U kunt snel veel voorkomende frasen toevoegen via Menu > Mijn tekst en
selecteer de frase in de lijst.
7.4 Agenda
Gebruik
Agenda
om afspraken in te plannen, zoals vergaderingen en andere
gebeurtenissen. Uw afspraken van die dag kunnen op het scherm Vandaag
worden weergegeven. Als u Outlook op de PC gebruikt, kunt u afspraken tussen
toestel en PC synchroniseren. U kunt Agenda ook instellen om u te herinneren
aan afspraken; dit kan met een geluid of een knipperend licht.
U kunt op diverse manieren de afspraken weergeven (dag, week, maand,
jaar en agenda). Om gedetailleerde informatie over een afspraak te zien, tikt
u op de afspraak.
Een afspraak inroosteren
1.
Tik op
Start
>
Agenda
.
2.
Tik op
Menu
>
Nieuwe afspraak
.
3.
Voer een naam in voor de afspraak, en voer informatie in zoals
begin- en eindtijden.
4.
Om een afspraak op een hele dag te plannen, tikt u in het vak
Hele dag
op
Ja
.
5.
Als u klaar bent, tikt u op
OK
om terug te keren naar de agenda.
OK om terug te keren naar de agenda.OK
Opmerkingen
Gebeurtenissen die de hele dag duren nemen in Agenda geen
tijdblokken in beslag. In plaats daarvan verschijnen ze in balken
aan de bovenkant van de agenda.
U kunt een afspraak annuleren door op een afspraak te tikken en
vervolgens op Menu >
Afspraak verwijderen.
Tip
Om in de Dagweergave automatisch de tijd in te voeren, tikt u op de tijdsaanduiding
voor de nieuwe afspraak, en tikt u vervolgens op Menu > Nieuwe afspraak.
136 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een vergaderverzoek verzenden
Gebruik Agenda om via e-mail vergaderingen te plannen met contactpersonen
die Outlook of Outlook Mobile gebruiken.
1.
Tik op
Start
>
Agenda
.
2.
Plan een nieuwe afspraak of open een bestaande afspraak en tik op
Bewerken
.
3.
Tik op
Genodigden
.
4.
Tik op de naam van de contactpersoon die u wilt uitnodigen.
5.
U kunt elke andere genodigde uitnodigen door te tikken op
Toevoegen
en op de naam te tikken.
6.
Tik op
OK
.
7.
Het vergaderverzoek wordt de volgende keer dat u uw toestel met de
PC synchroniseert naar de genodigden verstuurd.
Opmerking Wanneer genodigden uw vergaderverzoek accepteren, wordt de
vergadering automatisch toegevoegd aan hun agenda’s. Wanneer
hun antwoorden naar u worden teruggestuurd, wordt uw agenda ook
geüpdate.
Een standaard herinnering instellen voor alle nieuwe afspraken.
U kunt automatisch een herinnering voor alle nieuwe afspraken in uw agenda
inschakelen.
1.
Tik op
Start
>
Agenda
.
2.
Tik op
Menu
>
Opties
>
Afspraken
tabblad.
3.
Selecteer het keuzevak
Herinneringen instellen voor nieuwe items
.
4.
Stel de tijd in waarop de herinnering u moet alarmeren.
5.
Tik op
OK
om terug te keren naar de agenda.
OK om terug te keren naar de agenda.OK
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 137
7.5 Contactpersonen
Contactpersonen
is uw adresboek en bevat informatie over de mensen
en bedrijven waar u mee communiceert. U kunt telefoonnummers,
e-mailadressen, privé-adressen en andere informatie over een contactpersoon
opslaan, zoals verjaardag of andere feestdag. U kunt ook afbeeldingen
toevoegen of een ringtone toekennen aan een contactpersoon.
Vanuit de contactpersonenlijst kunt u snel met mensen communiceren. Tik op
een contactpersoon in de lijst voor een samenvatting van informatie over de
contactpersoon. Vanaf die plek kunt u bellen of een bericht versturen.
Als u Outlook op de PC gebruikt, kunt u contactpersonen tussen toestel en
PC synchroniseren.
Een contact aanmaken op uw toestel
1.
Tik op
Start > Contactpersonen
.
2.
Tik op
Nieuw
en voer de informatie van de contactpersoon in.
3.
Tik op
OK
als u klaar bent.
OK als u klaar bent.OK
Tips
Als u gebeld wordt door iemand die niet in uw contactlijst staat, kunt u een
contactpersoon maken vanuit Oproepen door het telefoonnummer ingedrukt
te houden en vervolgens op Opslaan in Contactpersonen te tikken.
U kunt een telefoonnummer in een bericht opslaan door op het telefoonnummer
te tikken en vervolgens op Menu > Opslaan in Contactpersonen
.
In de lijst met informatie over contactpersonen, ziet u waar u een afbeelding
of beltoon kunt toekennen aan een contactpersoon.
Een contactpersoon aanmaken op de SIM-kaart
1.
Tik op
Start > Programma’s > SIM-beheer
. Dit opent het programma
SIM-beheer.
2.
Tik op
Nieuw
en voer een naam en telefoonnummer voor de
contactpersoon in.
3.
Tik op
Opslaan
om de informatie op de SIM-kaart op te slaan.
138 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Contactgegevens veranderen
1.
Tik op
Start
>
Contactpersonen
.
2.
Tik op de contactpersoon.
3.
Tik op
Menu
>
Bewerken
en voer de veranderingen in.
4.
Tik op
OK
als u klaar bent.
OK als u klaar bent.OK
Tip: U kunt de informatie van de contactpersoon op de SIM-kaart veranderen
door te tikken op Start > Programma's > SIM-beheer. Tik vervolgens op een
SIM-contactpersoon om deze informatie te bewerken. Na de wijziging selecteert
u Opslaan.
Werken met de contactpersonenlijst
U kunt op verschillende manieren de contactpersonenlijst gebruiken en
aanpassen. Hier zijn enkele tips:
1.
Tik op
Start
>
Contactpersonen
.
2.
In de contactpersonenlijst kunt u o.a.:
Met Naamweergave kunt u een contactpersoon zoeken door een
naam of nummer in te voeren, of door de alfabetische index te
gebruiken. Schakel naar Naamweergave door te tikken op
Menu
>
Weergeven op > Naam
.
Om een samenvatting van de informatie over een contactpersoon
te zien, tikt u op de contactpersoon. Vanaf die plek kunt u ook bellen
of een bericht versturen.
Om een lijst te zien met beschikbare handelingen voor een
contactpersoon, tikt u op de contactpersoon en houdt u even vast.
Wilt u een lijst zien van contactpersonen van een bepaald
bedrijf, tik dan op
Menu > Weergeven op > Bedrijf
, en tik op de
bedrijfsnaam.
SIM-contactpersonen kopiëren naar het toestel
Als u op uw SIM-kaart contactpersonen heeft opgeslagen, kunt u deze kopiëren
in Contactpersonen op het toestel.
1.
Tik op
Start > Programmas > SIM-beheer.
2.
Selecteer het gewenste item, of selecteer alle SIM-contactpersonen via
Menu > Alles selecteren
.
3.
Tik op
Menu > Opslaan in contactpersonen
.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 139
Contactpersonen kopiëren naar de SIM-kaart
Slechts één telefoonnummer per contactnaam kan worden opgeslagen
op een SIM-kaart. Wanneer u een contact kopieert naar uw SIM-kaart die
verschillende telefoonnummers bevat, slaat SIM-beheer elk nummer op onder
een afzonderlijke naam.
Om elk nummer onder een andere contactnaam op de SIM-kaart op te slaan,
voegt SIM-beheer een indicator bij aan het eind van elke naam. Standaard
worden /M, /W en /H bijgevoegd om respectievelijk mobiele, werk en vaste
telefoonnummers aan te geven. U kunt deze indicator eerst bewerken voordat
u begint met het kopiëren van de contacten naar uw SIM-kaart. Indicatoren
van andere soorten telefoonnummers blijven leeg zodat u deze zelf kunt
definiëren.
1.
Tik op
Start >
Programmas >
SIM-beheer
, en tik dan op
Menu >
Extra > Opties
.
2.
Selecteer op het scherm Opties de selectievakjes van de types
telefoonnummers die u wilt toevoegen aan de SIM-kaart.
3.
Onder de kolom
Markeren
kunt u de indicatoren wijzigen die aan
een SIM-contactnaam kunnen worden toegevoegd voor elk soort
telefoonnummer. Om dit uit te voeren tikt u op de gewenste indicator
en vervolgens op
Bewerken
, voer de gewenste indicator in en tik op
Opslaan
.
4.
Na wijziging tikt u op
OK
.
5.
Tik op
Menu > Contactpersonen naar SIM
.
6.
Selecteer de selectievakken van de telefoonnummers van contactpersoon
die u naar de SIM-kaart wilt kopiëren en tik op
Opslaan
.
Een contactpersoon op het toestel zoeken
Wanneer uw contactpersonenlijst erg lang is, kunt u op verschillende manieren
een contactpersoon zoeken.
1.
Tik op
Start
>
Contactpersonen
.
2.
Als u niet in de Naamweergave bent, tik dan op
Menu
>
Weergeven
op
>
Naam
.
140 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
3.
Gebruik één van onderstaande opties:
Type een naam of telefoonnummer in het opgegeven tekstvak totdat
de gewenste contactpersoon wordt weergegeven. Om weer alle
contactpersonen weer te geven, tikt u op het tekstvak en wist u de
tekst, of tik op de pijl, rechts van het tekstvak.
Gebruik de alfabetische index die bovenaan de contactpersonenlijst
staat.
Filter de lijst op categorieën. Tik in de contactenlijst op
Menu >
Filter
, en tik vervolgens op een categorie die is toegekend aan een
contactpersoon. Om alle contactpersonen weer te geven, selecteert
u
Alle contactpersonen
.
Een contactpersoon online zoeken
Naast de contactenlijst op uw toestel, kunt u ook toegang krijgen tot
contactgegevens van de Global Address List (GAL) van uw organisatie. GAL is
het adresboek dat alle gebruikers-, groep-, en distributielijste-mailadressen
van uw organisatie bevat. Dit adresboek is opgeslagen op de Exchange Server.
Doordat u er rechtstreeks online toegang toe hebt vanaf uw toestel, is het
snel en gemakkelijk om een vergadering te plannen en onmiddellijk een
e-mail met een uitnodiging voor een vergadering naar iedereen binnen uw
organisatie te verzenden.
Toegang tot GAL is beschikbaar als uw organisatie Microsoft Exchange Server
2003 SP2 gebruikt en als de eerste synchronisatie met de Exchange Server is
voltooid.
1.
Synchroniseer met de Exchange Server als u dit nog niet eerder heeft gedaan.
2.
Tik op
Start > Contactpersonen > Menu > Weergeven op > Naam
.
3.
Gebruik een van onderstaande opties:
Tik in Contactpersonen op
Menu > Online zoeken
.
Tik in een nieuw bericht op het vak
Aan
. Tik op
Menu > Ontvanger
toevoegen > Menu > Online zoeken
.
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 141
In een nieuw vergaderverzoek met Agenda, tikt u op
Genodigden
en tikt u vervolgens op
Menu > Online zoeken
.
4.
Voer de gedeeltelijke of volledige contactnaam in en tik op
Zoeken
. Tik op
Selecteren
om de gewenste contactperso(o)n(en) uit de lijst te kiezen.
Opmerkingen Uw toestel moet voorzien zijn van een dataverbinding.
U kunt zoeken op de volgende gegevens zolang de GAL van
uw organisatie deze gegevens omvat: Voornaam, Familienaam,
E-mailnaam, Weergavenaam, E-mailadres, of Kantoorlocatie.
142 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Informatie van een contactpersonen verzenden via tekstberichten
1.
Tik op
Start > Contactpersonen
, en selecteer vervolgens een
contactpersoon.
2.
Tik op
Menu > Contactpersoon verzenden > Tekstbericht
.
3.
Selecteer de informatie van de contactpersoon die u wilt verzenden en
tik op
Gereed
.
4.
Voer in het nieuwe tekstbericht het mobiele telefoonnummer van de
ontvanger in en tik op
Verzenden
.
7.6 Taken
Gebruik
Taken
om alles wat u nog moet doen bij te houden. Een taak kan
eenmaal of herhaaldelijk (terugkerend) voorkomen. U kunt herinneringen
instellen voor taken, en u kunt ze ordenen in categorieën.
Uw taken worden weergegeven in een takenlijst. Taken die te laat zijn worden
rood.
Een taak maken
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Taken
.
2.
Tik op
Menu > Nieuwe taak
, voer een onderwerk in voor de taak, en
vul informatie in zoals begin- en einddatums, prioriteiten, enz.
3.
Tik op
OK
als u klaar bent.
OK als u klaar bent.OK
Tip U kunt makkelijk een korte taak maken. Tik gewoon op Tik hier voor nieuwe
taak, voer een onderwerp in en tik op de Enter toets op het toetsenbord op
het scherm. Als het invoervak niet beschikbaar is, tik dan op Menu > Opties
en selecteer het keuzevak Invoerbalk Taken weergeven.
De prioriteit van een taak veranderen
Voordat u taken op prioriteit kunt ordenen, moet u een prioriteitsniveau
opgeven voor elke taak.
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Taken
.
2.
Tik op de taak waarvan u de prioriteit wilt veranderen.
3.
Tik op
Bewerken
, en tik in het vak
Prioriteit
op een prioriteitsniveau.
4.
Tik op
OK
om terug te keren naar de taaklijst.
OK om terug te keren naar de taaklijst.OK
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 143
Opmerking Alle nieuwe taken krijgen standaard de prioriteit Normaal.
Een standaard herinnering instellen voor alle nieuwe taken
U kunt automatisch een herinnering voor alle nieuwe taken inschakelen.
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Taken
.
2.
Tik op
Menu
>
Opties
.
3.
Selecteer het keuzevak
Herinneringen
instellen
voor
nieuwe
items
.
4.
Tik op
OK
om terug te keren naar de taaklijst.
OK om terug te keren naar de taaklijst.OK
Opmerking
De nieuwe taken moeten einddatums hebben om de herinnering te
laten functioneren.
Begindatum en einddatum weergeven in de takenlijst
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Taken
.
2.
Tik op
Menu
>
Opties
.
3.
Selecteer het keuzevak
Begindatum en einddatum weergeven
.
4.
Tik op
OK
.
Een taak zoeken
Wanneer uw takenlijst erg lang is, kunt u een subreeks van taken weergeven
of de lijst snel sorteren om een specifieke taak te vinden.
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Taken
.
2.
In de takenlijst doet u:
De lijst sorteren. Tik op
Menu > Weergeven op
, een tik op een optie.
Filter de lijst op categorie. Tik op
Menu > Filter
en tik op de categorie
die u wilt weergeven.
Tip U kunt de taken nog meer filteren door te tikken op Menu > Filter > Actieve
taken of Voltooide taken.
144 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
7.7 Notities
Notities
helpt u snel gedachten, vragen, herinneringen, opdrachtlijstjes en
vergadernotities vast te leggen. U kunt handgeschreven en getypte notities
maken, spraaknotities opnemen, handgeschreven notities omzetten in
tekst (voor betere leesbaarheid) en notities naar anderen sturen.
Voer gegevens in Notities
U kunt op diverse manieren informatie invoeren in een notitie. U kunt getypte
tekst invoeren met het toetsenbord op het scherm of met software voor
handschriftherkenning. U kunt de stylus gebruiken om rechtstreeks op het
scherm te tekenen of te schrijven.
In Notities de standaard invoerstand instellen
Als u vaak tekeningen gebruikt in uw notities, kan het handig zijn
Schrijven
in te stellen als standaard invoerstand. Als getypte tekst uw voorkeur heeft,
selecteer dan
Typen
.
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Notities
.
2.
Tik in de notitielijst op
Menu
>
Opties
.
3.
Tik in het vak
Standaardmodus
op één van onderstaande opties:
Schrijven
als u wilt tekenen of handgeschreven tekst wilt gebruiken
in een notitie.
Typen
als u een getypte notitie wilt maken.
4.
Tik op
OK
.
Een notitie maken
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Notities
. Tik in de notitielijst op
Nieuw
.
2.
Tik op de pijl
Invoerselectie
naast het pictogram
Invoermethode
op
de menubalk, tik op de gewenste invoermethode en voer de tekst in.
3.
Als de
Invoerselectiepijl
niet wordt weergegeven, tikt u op het
pictogram
Invoerselectie
.
4.
Als u klaar bent tikt u op
OK
om terug te keren naar de notitielijst.
OK om terug te keren naar de notitielijst.OK
Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken 145
Opmerkingen
Om handgeschreven tekst te selecteren, tikt u naast de tekst en
houdt u deze vast. Zodra punten verschijnen
, en voordat deze een
cirkel vormen, sleept u snel over de tekst.
Als een letter drie getrokken lijnen overschrijdt, wordt deze gezien
als tekening in plaats van tekst.
In een notitie tekenen
1.
Tik op
Start > Programmas > Notities
.
2.
Tik in de notitielijst op
Nieuw
.
3.
Gebruik de stylus als een pen om op het scherm te tekenen.
Tekenen op het scherm
4.
Een selectievak verschijnt rond te tekening.
5.
Als u klaar bent tikt u op
OK
om terug te keren naar de notitielijst.
OK om terug te keren naar de notitielijst.OK
Opmerking Tik en houd de tekening kort vast om deze te selecteren (om deze
bijvoorbeeld te kopiëren of te verwijderen). Op het moment dat u de
stylus optilt, wordt de tekening geselecteerd.
146 Berichten uitwisselen en Outlook gebruiken
Een spraaknotitie opnemen
U kunt een aparte opname (spraaknotitie) maken, of een opname toevoegen
aan een notitie.
Een spraaknotitie maken
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
Notities
.
2.
Gebruik één van onderstaande opties:
Maak een opname vanuit de notitielijst om een aparte opname te maken.
Maak of open een notitie om een opname hieraan toe te voegen.
3.
Als u de Opnamewerkbalk niet ziet, tik dan op
Menu
>
Opnamewerkbalk
weergeven
.
4.
Tik op het pictogram
Opnemen
(
) om de opname te starten.
5.
Houd de microfoon van het apparaat bij uw mond of andere
geluidsbron.
6.
Tik op het pictogram
Stoppen
(
) om de opname te stoppen.
7.
Als u een opname aan een notitie toevoegt, tik dan op
OK
om terug te
OK om terug te OK
keren naar de notitielijst.
8.
Als u opneemt in een geopende notitie, verschijnt een pictogram in de notitie.
9.
Als u een aparte opname maakt, verschijnt de opname in de notitielijst.
Tip Om snel een opname aan te maken dient u de VOICE COMMAND-knop ingedrukt
te houden. U kunt dan beginnen met opnemen na de pieptoon. Laat de knop
los wanneer u klaar bent.
Opname-indelingen veranderen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
>
Invoer
.
2.
Tik op het tabblad
Opties
en selecteer in de lijst
Spraakopname-indeling
de gewenste indeling.
3.
Tik op
OK
.
Opmerking
Opname-indelingen kunt u ook veranderen vanuit Notities. Tik in de
notitielijst op Menu > Opties > koppeling Algemene invoeropties
(onderin op de pagina) en tik op het tabblad Opties.
8.1 Richtlijnen en voorbereiding voor
het gebruik van gps
8.2 Satellietgegevens downloaden via QuickGPS
8.3 TomTom NAVIGATOR gebruiken
8.4 Gps-besturing
Hoofdstuk 8
Gps gebruiken
148 Gps gebruiken
8.1 Richtlijnen en voorbereiding voor het gebruik
van gps
Gebruik het gps-systeem niet terwijl u rijdt.
De berekende gps-route is slechts een hulpmiddel bij het rijden. Het
mag niet van invloed zijn op het rijgedrag.
Gebruik het gps-systeem voorzichtig. Gebruikers kunnen aansprakelijk
worden gehouden voor schade als gevolg van onzorgvuldig gebruik
van het systeem.
Bij gebruik in een voertuig, gebruikt u de beugel om de Pocket PC
stevig op z’n plek te monteren. Gebruik niet de plekken die in de
volgende afbeelding zijn aangegeven:
1.
Plaats het niet zodanig dat het zicht van de bestuurder belemmerd
wordt.
2.
Plaats het niet op een airbag.
3.
Plaats het nergens in het voertuig zonder de beugel te bevestigen.
4.
Plaats het niet waar de airbags kunnen uitklappen.
Het GPS-signaal kan niet door ondoorzichtige objecten heen.
Signaalontvangst kan worden belemmerd door obstakels zoals hoge
gebouwen, tunnels, bruggen, bossen, slecht weer (regenachtige of
bewolkte dagen), enz.
Gps gebruiken 149
Signaalontvangst kan belemmerd worden door opstakels zoals hoge
gebouwen, tunnels, bruggen, bossen, weer (regenachtige of bewolkte
dagen), enz. Als de voorruit van het voertuig metaal bevat, kan het
gps-signaal moeite hebben hier doorheen te komen. U krijgt een
betere signaalontangst door het toestel aan te sluiten op een externe
gps-antenne.
Het Global Positioning System (gps) is gebouwd en wordt gecontroleerd
door het Ministerie van Defensie van de Verenigde Staten. Dit ministerie
is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en het onderhoud van het
systeem. Elke verandering die dit ministerie maakt kan van invloed zijn
op de nauwkeurigheid en functioneren van het gps-systeem.
Draadloze communicatieproducten (zoals mobiele telefoons of
radardetectoren) kunnen het satellietsignaal storen, wat onstabiele
signaalontvangst kan opleveren.
Laat de Pocket PC niet achter in het voertuig en stel het niet bloot aan
direct zonlicht. Hierdoor kan de accu oververhit raken wat het toestel
of het voertuig kan beschadigen.
Als het gps-systeem is geactiveerd, dient u het antennegebied niet te
bedekken met uw hand of ander object.
Gps-antenne
150 Gps gebruiken
8.2 Satellietgegevens downloaden via QuickGPS
Voordat u start met gps-navigatie op het toestel, opent u eerst het programma
QuickGPS
om de Ephemeris-gegevens te downloaden (actuele satellietpositie
en timinginformatie) naar het toestel. Deze gegevens zijn nodig om de gps-
positie van de huidige locatie te bepalen.
QuickGPS downloadt Ephemeris-gegevens van een webserver, en niet van de
satellieten, via de internetverbinding van het toestel. Dit kan ActiveSync, Wi-Fi,
of GPRS zijn. Zodoende wordt uw gps-positie aanzienlijk sneller bepaald.
QuickGPS openen
Tik op het QuickGPS pictogram (
) op het scherm Vandaag; of
Tik op
Start > Programmas > QuickGPS
.
Gegevens downloaden
Tik op
Downloaden
in het venster van QuickGPS.
Op
het scherm ziet u in eerste instantie dat de
Geldigheid
van de
gedonwloadde gegevens 3 dagen bedraagt. Zodra dagen verstrijken,
wordt de resterende geldigheid weergegeven.
U
kunt de snelheid van de gps-positionering verbeteren door telkens
nieuwe Ephemeris-gegevens te downloaden zodra deze verstreken zijn.
Gps gebruiken 151
Downloadopties
U kunt de downloadtijden instellen door te tikken op
Menu > Opties
en
vervolgens de volgende opties te kiezen:
Herinnering geven als gegevens verlopen
. Op het toestel wordt
een herinnering weergegeven als de geldigheid van de Ephemeris-
gegevens zijn verlopen.
Als
u de herinnering ziet, tik dan op
Menu
om de herinnering te
verwijderen of om uitstel in te stellen zodat u later nog een keer wordt
herinnerd. Tik op
OK
om de QuickGPS toepassing te openen en de
OK om de QuickGPS toepassing te openen en de OK
nieuwste gegevens te downloaden.
Automatisch downloaden als gegevens verlopen
. De Ephemeris-
gegevens worden automatisch geüpdate op het toestel zodra de
gegevens zijn verlopen.
Automatisch downloaden als verbinding met PC via ActiveSync
verloopt
. De Ephemeris-gegevens worden via ActiveSync naar het
toestel gedownload zodra het toestel op de computer is aangesloten.
De computer moet verbonden zijn met internet om de gegevens te
kunnen downloaden.
Opmerking
De Ephemeris-gegevens zijn opgeslagen op de webservers van HTC.
QuickGPS is al ingesteld om een verbinding met deze servers te maken.
152 Gps gebruiken
8.3 TomTom NAVIGATOR gebruiken
TomTom NAVIGATOR
is gps navigatiesoftware die duidelijke gesproken route-
aanwijzingen geeft, gebaseerd op een opgegeven adres van bestemming,
een geselecteerde contactpersoon, nuttige plaatsen, enz. U kunt kiezen uit
verschillende routes als u de route plant. Plaatsen die u vaak bezoekt kunnen
worden toegevoegd als favorieten.
Voordat u vertrekt, gebruikt u eerst de Map Browser om u vertrouwd te maken
met de route. Een andere handige functie van de software, is Geavanceerde
planning, waarmee u erachter kunt komen wat de snelste of kortste route
naar een bepaald doel is. Andere functies zijn alternatieve routeberekening,
reisbeschrijving en meer.
TomTom NAVIGATOR openen
Het toestel is uitgerust met gps waarop TomTom NAVIGATOR al is geïnstalleerd.
De NAVIGATOR starten:
Tik op
Start > Programmas > TomTom NAVIGATOR
; of
Druk op de GPS-toets (
) op het toestel.
Dit deel beschrijft eenvoudige handelingen die u helpen met het gebruik van
gps-navigatie. Kijk ook in het TomTom NAVIGATOR programma voor een korte
workshop over het gebruik.
TomTom NAVIGATOR instellen
De eerste keer dat u TomTom NAVIGATOR gebruikt wordt een Instellingenwizard
geopend met enkele vragen om TomTom NAVIGATOR in te stellen. Beantwoord
de vragen door op het gewenste antwoord op het scherm te tikken.
Gps gebruiken 153
Een kaart installeren
Indien u de
HTC P3300
heeft aangeschaft, wordt op het toestel een
Downloadwizard geopend als u klaar bent met de Setup Wizard. Met de
Downloadwizard kunt u gratis een kaart naar keuze downloaden. Als de
kaart is gedownload wordt de kaart automatisch toegevoegd aan TomTom
NAVIGATOR. Voor meer informatie over het downloaden van de gratis kaart,
zie de Verkorte handleiding.
Heeft u de
HTC P3300 Premium
gekocht, dan vindt u een dvd met kaarten en
een micro-SD-kaart in het productpakket. Plaats eerst de micro-SD-kaart in het
toestel, en installeer vervolgens een kaart vanaf de disk op de geheugenkaart.
Voor meer informatie over het installeren van een kaart vanaf de DVD, zie de
Verkorte handleiding.
Uw huidige positie bepalen
U moet buiten zijn met het toestel zodat de ingebouwde gps-ontvanger uw
huidige positie kan bepalen. De eerste keer dat u NAVIGATOR start, kan het
maximaal 5 minuten duren voordat uw huidige positie is gevonden. Als het
langer dan 5 minuten duurt, controleer dan of u op een open plek bent zonder
hoge gebouwen of bomen om u heen. In de toekomst wordt uw positie veel
sneller bepaald, normaal gesproken binnen enkele seconden.
Tip De gps-ontvanger kan uw actuele positie seneller vinden als u eerst QuickGPS
gebruikt om de nieuwste Ephemeris-gegevens naar het toestel te downloaden.
Voor meer informatie over QuickGPS, zie “Satellietgegevens downloaden via
QuickGPS“, eerder in dit hoofdstuk.
154 Gps gebruiken
Rijweergave
Als de Setup Wizard en Downloadwizard zijn voltooid, vertoont NAVIGATOR
de
Rijweergave
. De Rijweergave is ingesteld op zwart/wit totdat de gps-
ontvanger van het toestel uw huidige positie detecteert. Als de huidige
positie is vastgesteld, wordt de Rijweergave in kleur getoond en ziet u uw
positie op de kaart.
6
4
3
7
2
1
5
1
Tik om in te zoomen op de huidige positie
.
2
Geeft, indien van toepassing, de
naam van de volgende hoofdweg of
verkeersbord.
3
Tik om uit te zoomen op de huidige positie
.
4
Geeft de huidige positie aan.
5
Toont een pijl die de richting aangeeft
die u dient te volgen, en geeft de
afstand aan van de huidige positie naar
de volgende bocht.
U kunt op dit gebied tikken om de
laatste gesproken instructie te herhalen
en om het volume aan te passen.
6
Geeft de straatnaam van de volgende afslag aan.
7
Geeft informatie weer over uw reis en de sterkte van het gps-signaal. Tik op dit
gebied voor een samenvatting van de route.
Hoofdmenu
Tik ergens op de kaart in de Rijweergave om het
Hoofdmenu
te openen. Het
Hoofdmenu bevat drie vensters met pictogrammen. Tik op het pictogram
Volgende
(
) om tussen de menuvensters te schakelen.
Gps gebruiken 155
Navigeer naar
. Hiermee kunt u een
bestemming kiezen.
Zoek alternatief
. Berekent een
alternatieve route als u bepaalde
gebieden wilt vermijden.
TomTom verkeersinfo
. Schakelt
tussen het in- en uitschakelen van
de verkeersinfo. (Hierop moet u
geabonneerd zijn)
.
Voeg favoriet toe
. Hiermee kunt u
vaak bezochte plaatsen toevoegen als
favoriet.
Wijzig voorkeuren
. Opent het menu
Voorkeuren waarin u instellingen kunt
aanpassen.
Geavanceerde planning
. Hiermee kunt u vooraf een route plannen
door start- en eindpunt te selecteren. Hiermee kunt u bepalen hoe
lang een reis duurt en wat de reisroute is.
Bekijk kaart
. Opent de Map Browser waarop u een hele kaart kunt zien.
Route wissen
. Verwijdert de huidige route.
Toon route
. Toont de route in detail.
Reisplanner
. Hiermee kunt u een reisplan maken met tussenstops.
TomTom weerbericht
. Geeft de actuele weersituatie van een locatie weer.
TomTom PLUS diensten
. Levert extra diensten waarop u een
abonnement kunt nemen, zodat u kaarten en stemmen kunt kopen
en downloaden naar het toestel.
Telefoonnummer
. Hiermee kunt u telefoonnummers zoeken van de
plekken die niet zijn gecategoriseerd in de nuttige plaatsen.
Rondleidingen
. Hiermee kunt u een functie kiezen en een
rondleiding krijgen over het gebruik van de betreff ende functie.
T
oepassing afsluiten
. Sluit TomTom NAVIGATOR en stopt de GPS-navigatie.
156 Gps gebruiken
Een bestemming selecteren
Als u tikt op
Navigeren naar
op het Hoofdmenu, heeft u de keuze uit diverse
opties om de bestemming in te stellen. Tik op het pictogram
Volgende
(
)
om te bladeren door de verschillende soorten bestemmingen.
Enkele algemene bestemmingen die u wellicht wilt gebruiken zijn:
Thuis
. Uw thuislocatie. U dient de
Thuislocatie eerst in te stellen in
Voorkeuren.
Favoriet
. Een vaak bezochte plaats die
als favoriet is opgeslagen. Voor meer
informatie, zie “Favorieten.
Adres
. Een adres met straat en
huisnummer, of een locatie in een stad,
binnen een postcode of kruispunt.
Recente bestemming
. Een plaats die u
recent bezocht heeft.
Nuttige plaats
. Handige plaatsen, zoals
restaurants, tankstations, enz.
Locatie op de kaart
. Een locatie op
de kaart die in de Map Browser is
weergegeven.
Contactpersoon
. Het adres van een
geselecteerde contactpersoon op het toestel.
Als u het reisdoel heeft opgegeven, vraagt NAVIGATOR of u op een bepaalde tijd
wilt aankomen. Als u op
JA
tikt en een aankomsttijd opgeeft, toont NAVIGATOR
u of u deze tijd haalt of niet.
Gps gebruiken 157
NAVIGATOR berekent vervolgens de route en geeft de Routesamenvatting weer:
Tik op
OK
. NAVIGATOR toont vervolgens weer het Rijscherm, en start met de
gesproken en visuele routebeschrijving naar uw bestemming.
Opmerkingen
Tik op Detail op de Routesamenvatting of tik op Route weergeven
op het Hoofdmenu om de route op de Map Browser weer te geven,
een routedemo te zien, enz.
Als de route is gepland, kunt u nog altijd is veranderen om
bijvoorbeeld een verkeersopstopping of file te ontlopen, of
om op een andere plek onderweg te stoppen. Wilt u de route
veranderen, tik dan op Zoek alternatief op het Hoofdmenu, en
kies vervolgens op welke wijze de route opnieuw moet worden
berekend, bijvoorbeeld Vermijd obstructie, Reis via (andere weg),
Beperk vertraging,
enz.
Favorieten
Favorieten
zijn plekken die u vaak bezoekt. U kunt favorieten maken zodat u
niet het adres hoeft op te geven als u erheen wilt.
Een favoriete maken
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op
Voeg favoriet toe
.
3.
U kunt vervolgens één van de volgende locaties kiezen als favoriet:
Thuis
,
Adres
,
Recente bestemming
, of
Nuttige plaats
.
4.
Gebruik de standaardnaam of voer een naam in voor de favoriet.
5.
Tik op
OK
.
158 Gps gebruiken
Naar een favoriet navigeren
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op
Navigeren naar
en tik op
Favoriet
.
3.
Selecteer en favoriet uit de lijst. NAVIGATOR berekent vervolgens de
route.
4.
Als de route is berekend tikt u op
OK
.
NAVIGATOR
begint onmiddellijk met de gesproken en visuele
routebeschrijving op het scherm.
Een favoriet herbenoemen of verwijderen
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op
Wijzig voorkeuren
.
3.
Tik op het pictogram
Volgende
(
) en tik op
Favorieten beheren
.
4.
Tik op de favoriet die u wilt herbenoemen of verwijderen.
5.
Gebruik één van onderstaande opties:
Wilt u de favoriet herbenoemen, tik dan op
Wijzig naam
. Verander
de naam en tik op
OK
.
Tik op
Verwijderen
en tik op
JA
om te bevestigen dat u het wilt
verwijderen.
6.
Tik op
OK
.
Nuttige plaatsen
Nuttige plaatsen
of NP’s zijn handige plekken, zoals tankstations, restaurants,
hotels, parkeergarages en meer.
NAVIGATOR groepeert nuttige plaatsen in locaties en categorieën. Als u een
bestemming maakt of een favoriete maakt, wordt u altijd eerst gevraagd een
locatie en categorie te kiezen en vervolgens een nuttige plaats.
Algemeen bekende nuttige plaatsen zijn bijgevoegd op de kaart die
NAVIGATOR momenteel gebruikt. Indien gewenst kunt u meer nuttige plaatsen
toevoegen.
Gps gebruiken 159
NP-locaties
NP-categorieën
Een nuttige plaats toevoegen
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op
Wijzig voorkeuren > Beheer NP’s
.
3.
Voordat u een NP kunt toevoegen, moet u eerst een categorie maken. U kunt
uw NP’s slechts toevoegen aan een NP-categorie die u zelf heeft gemaakt.
Voeg
een categorie toe door te tikken op
Voeg NP-categorie toe
.
4.
Voer een naam in voor uw NP-categorie, zoals ‘Favoriete restaurants, en
kies vervolgens een markering voor uw NP-categorie. (Deze markering
wordt op de kaart weergegeven als u NP’s op de kaart weergeeft).
5.
Tik op
Voeg NP toe
.
6.
Tik om de NP-categorie te selecteren waaraan u de NP wilt toevoegen.
7.
Selecteer de locatie van de NP op dezelfde wijze waarop de bestemming
wordt gekozen (bijvoorbeeld Thuis, Adres, enz.).
Tip U kunt NAVIGATOR zo aanpassen dat u een melding krijgt zodra u in de buurt
van een nuttige plaats bent. Tik in het Hoofdmenu op
Wijzig voorkeuren >
NP's beheren > Waarschuwing in de buurt van NP. U kunt opgeven hoe
dicht bij de NP moet zijn als u een melding ontvangt en het geluid van de
melding kiezen.
160 Gps gebruiken
Geavanceerde planning
Het wordt aanbevolen de route vooraf te plannen. U kunt de functie
Geavanceerde planning
gebruiken om er achter te komen wat de snelste
of kortste route tussen start- en eindpunt is.
Een route vooraf plannen
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op het pictogram
Volgende
(
) en tik op
Geavanceerde planning
.
3.
Selecteer het startpunt van de reis op dezelfde wijze als normaal.
4.
Stel de reisbestemming in.
5.
Kies het routetype in dat moet worden
gepland, zoals:
Snelste route
. De route die de
minste tijd kost.
Kortste route
. De kortste afstand
tussen de ingestelde locaties (die
hoeft niet de snelste route te zijn,
afhankelijk van de situatie op de
weg en de conditie van de straten).
6.
Tik op
OK
.
NAVIGATOR berekent de route en geeft de Routesamenvatting weer. Tik op
Detail
om de routekaart of routedemo te zien en meer.
Map Browser
Gebruik de
Map Browser
om een route op de kaart te zien, of om op de kaart
te kijken waar een bepaalde plek precies is.
Map Browser openen
1.
Tik op het scherm Rijweergave om het Hoofdmenu te openen.
2.
Tik op het pictogram
Volgende
(
) en tik op
Bekijk kaart
.
U kunt de kaart verschuiven om andere delen te zien door op het scherm te
tikken en te slepen.
Gps gebruiken 161
6
2
1
5
3
4
7
1
Deze
Schaalbalk
toont het
Schaalbalk toont het Schaalbalk
afstandbereik op de kaart
gebaseerd op de huidige schaal.
2
Dit is uw huidige positie op de
kaart. Tik op een andere plek om
naar een ander deel van de kaart
te gaan.
3
Tik om de kaart te centreren op uw
huidige positie.
4
Dit is de
Zoombalk
. Verander
de schaal van de kaart door de
Zoombalk omhoog of omlaag te
verschuiven.
5
Tik om te kiezen welke items op
de kaart worden weergegeven,
zoals nuttige plaatsen, favorieten,
straatnamen en meer.
6
Tik om specifieke adressen en nuttige plaatsen op de kaart te vinden.
7
Dit is de
Cursortoets
. Tik om naar de cursorpositie op de kaart te navigeren, een
favoriet van de cursorpositie te maken, of om een nuttige plaats in de buurt van
die positie te vinden.
Voorkeuren
U kunt het uiterlijk en gedrag van TomTom NAVIGATOR veranderen. Tik op
Wijzig
voorkeuren
op het Hoofdmenu om de instellingen te openen en te veranderen.
Hier volgen enkele instellingen die u kunt aanpassen op NAVIGATOR:
Instelling Beschrijving
Gebruik nachtkleuren
Vermindert de helderheid van het scherm en
gebruikt donkerdere kleuren op de kaart. Gebruik
deze instelling in een donkere omgeving.
Om de kleuren weer helderder te maken, tikt u op
Gebruik daglichtkleuren
.
Zet 3D-weergave uit
Geeft de kaart weer in twee-dimensionale weergave. U
kunt kiezen of de kaart in de richting van uw reisrichting
wijst, of dat de kaart altijd richting noorden wijst. Als u
wilt dat de kaart naar het noorden blijft wijzen, beweegt
de kaart niet mee met de richting waarin u beweegt.
Schakel terug naar het perspectief waarin u reist door te
tikken op
Zet 3D-weergave aan
.
162 Gps gebruiken
Instelling Beschrijving
Veiligheidsvoorkeuren
Hiermee kunt u het
Veiligheidsslot
inschakelen,
dat bepaalde knoppen en functies van NAVIGATOR
tijdelijk uitschakelt als u rijdt, en dat u de optie biedt
de kaartweergave tijdelijk uit te schakelen, zodat u
alleen informatie over de
Volgende instructie ziet
.
Zet NP's aan/uit
Hiermee kunt u kiezen welke categorieën van nuttige
plaatsen op de kaart worden weergegeven.
Zet geluid uit
Schakelt de gesproken instructies uit. Schakel de
stem weer in door te tikken op
Zet geluid aan
.
Beheer favorieten
Hiermee kunt u favorieten herbenoemen,
verwijderen en zoeken.
Wijzig thuislocatie
Hiermee stelt u uw Thuislocatie in, die uw
daadwerkelijke huis kan zijn, of een plek waar u vaak
heengaat, zoals uw kantoor.
Beheer kaarten
Hiermee kunt u een kaart downloaden of
verwijderen, of naar een andere kaart schakelen.
Beheer NP's
Hiermee kunt u een NP of een categorie toevoegen,
bewerken of verwijderen. U kunt ook een
geluidsmelding inschakelen om u op de hoogte te
stellen dat u in de buurt bent van een NP.
Planningvoorkeuren
Stelt het routetype in dat gepland wordt als u een
bestemming kiest. Standaard wordt de snelste route
gepland.
Tolheffingvoorkeuren
Stelt in hoe NAVIGATOR omgaat met tolwegen die op
de route naar de opgegeven bestemming liggen. U
kunt ervoor kiezen tolwegen te vermijden, ze nooit
te vermijden, of gevraagd te worden wat te doen als
een tolweg is gevonden.
Kompasvoorkeuren
Hier kunt u kiezen of een kompas wordt
weergegeven of niet.
Wijzig kaartkleuren
Stelt de kleurschema's in die voor de dag- en
nachtkaartkleuren worden gebruikt.
Voorkeuren naam
Hier selecteert u de informatie die wordt
weergegeven op de kaart in Rijweergave.
Statusbalkvoorkeuren
Hier selecteert u de informatie die wordt
weergegeven op de Statusbalk in Rijweergave.
Kies eenheden
Stelt de eenheden in voor afstanden, tijd, lengte- en
breedtegraden, enz.
Gps gebruiken 163
Instelling Beschrijving
Wijzig stem
Hier kunt u een andere stem kiezen voor de
gesproken instructies. (Alleen beschikbaar als
meerdere stemmen in NAVIGATOR zijn geïnstalleerd).
Wijzig taal
Hier selecteert u de taal die gebruikt wordt in de
interface van TomTom NAVIGATOR.
8.4 Gps-besturing
HTC RollR
TM
is een gepatanteerd besturingselement dat het gebruik van het
Trackwiel en de Trackball integreert. Als op TomTom NAVIGATOR een map of
menu wordt weergegeven, gebruik dan de HTC RollR
TM
om te navigeren.
Trackwiel
Trackball
Trackwiel
Draai op het scherm Map Browser het Trackwiel met de klok mee om in
te zoomen, tegen de klok in om uit te zoomen op een kaart.
U kunt het Trackwiel ook gebruiken om tussen de items in een menu te
schakelen.
Trackball
Op het venster van Map Browser, rolt u de Trackball om over de map te
bewegen.
U kunt de Trackball ook gebruiken om tussen de items in een menu te
schakelen. Druk op de Trackball om een menu-item te selecteren en
het betreff ende scherm te openen.
164 Gps gebruiken
Hoofdstuk 9
Genieten van multimedia
9.1 Camera gebruiken
9.2 Afbeeldingen en videos gebruiken
9.3 Windows Media Player gebruiken
9.4 FM Radio gebruiken
166 Genieten van multimedia
9.1 Camera gebruiken
Dankzij de ingebouwde camera van het toestel, kunt u makkelijk fotos maken
en videoclips met geluid opnemen.
Het camerascherm openen
Tik op
Start > Programmas > Camera
; of
Tik op
Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s >
Camerapictogram
;
of
Druk op de CAMERA-toets op het apparaat.
CAMERA-toets
De Camera afsluiten
Tik op het pictogram Afsluiten (
).
Vastlegmodi
U kunt met de diverse flexibele standen van de toestelcamera afbeeldingen
en videoclips vastleggen. De Camerastand is standaard ingesteld op de
stand Foto vastleggen. In de hoek linksboven op het scherm ziet u de actieve
vastlegstand. Om naar andere vastlegmodi te gaan, doet u het volgende:
Tik op
of
op het scherm.
Rol de Trackball naar links of rechts.
Huidige vastlegmodus
Genieten van multimedia 167
De beschikbare vastlegstanden van de camera zijn:
Foto
: Standaard stilstaande beelden vastleggen.
Video
: Videoclips vastleggen, met of zonder geluid.
MMS Video
: Videoclips vastleggen die geschikt zijn om via MMS te
verzenden.
Afbeelding contactpersoon
: Een foto maken en deze direct toe te
kennen aan een Foto ID voor een contactpersoon.
Afbeeldingsthema
: Fotos maken en deze in een lijst plaatsen.
Sport
: Automatisch een reeks afbeeldingen vastleggen (3, 5, 7, of 10).
Burst
: Een reeks afbeeldingen vastleggen (maximaal 30), zolang
CAMERA op het toestel of ENTER van NAVIGATIE is ingedrukt.
Ondersteunde bestandsformaten
Met bovenstaande vastlegmodi, legt de camera van het toestel bestanden
vast in de volgende indelingen:
Vastlegtype Indeling
Stilstaande
beelden
JPEG
Video
MPEG-4 (.mp4), Motion-JPEG (.avi), H.263 (.3gp)
MMS Video
H.263 baseline (.3gp), MPEG-4 (.mp4)
Sport / Burst
JPEG
Camera bediening
Gebruik de volgende knoppen op het toestel en besturingselementen op het
scherm om fotos en videoclips te maken en de instellingen van de camera
aan te passen.
Gebruik de CAMERA-toets of Trackball als ontspanner
Druk op de CAMERA-toets van het toestel om het Camerascherm te openen.
Als u al op het scherm Camera bent, drukt u eenmaal op de CAMERA-toets of
Trackball als ontspanner.
Druk op de CAMERA-toets of de Trackball om een foto of afbeelding
van een contactpersoon te maken.
Druk op de CAMERA-toets of de Trackball om het opnemen van video
te starten; druk nogmaals om het opnemen te stoppen.
168 Genieten van multimedia
Druk telkens wanneer u fotos maakt voor een afbeeldingsthema op de
Camera-toets of op de Trackball.
Om opeenvolgende opnamen te maken in de sportmodus, drukt u kort
op CAMERA of Trackball en beweegt u het toestel om de beweging van
uw voorwerp te volgen.
Druk en houd CAMERA of de Trackball ingedrukt wanneer u
opeenvolgende opnames maakt in de burstmodus.
Het Trackwiel of Trackball gebruiken om te zoomen
Draai het Trackwiel met de klok mee om in te zoomen, tegen de klok in
om uit te zoomen.
Rol de Trackball omhoog of omlaag om het zoomniveau te verhogen
of te verlagen.
Opmerking HTC RollR
TM
is een gepatanteerd besturingselement dat het gebruik
van het Trackwiel en de Trackball integreert. Behalve dat de HTC RollR
TM
kan worden gebruikt om in/uit te zoomen en als ontspannerknop op
de camera, kan het ook worden gebruikt voor GPS-navigatie, scrollen,
surfen op internet en als muisbesturing in de muismodus.
Besturingselementen en indicatoren op het scherm
Videomodus
12
Fotomodus
6 7 8 9 10 11
5
1 2 3 4
Genieten van multimedia 169
1
Modus schakelknop
. Tik op de pijltoetsen links/rechts (
/
) op het
scherm om de vastlegmodus te veranderen.
2
Resolutie
. Het resolutiepictogram (
/
/
/
/
) geeft de
huidige resolutie aan. Tik om te schakelen tussen de verschillende
resoluties.
3
Opslag
. Tik om te schakelen tussen het opslaan van vastgelegde fotos
of videoclips in het toestelgeheugen (
) of op de geheugenkaart
(
).
4
Resterende informatie-indicator
. In de modi Foto, Afbeelding
contactpersoon, Afbeeldingsthemaa, Sport en Burst geeft dit het
resterend aantal beschikbare foto’s aan, gebaseerd op de huidige
instellingen. In de modi Video een MMS Video, geeft dit de resterende
tijdsduur aan die kan worden opgenomen. Tijdens het opnemen van
video geeft dit de opgenomen tijdsduur aan.
5
Zoombesturing
. Tik op de pijl omhoog/omlaag (
/
) of tik op
het
Zoombesturing
/
Zoombesturing
op het scherm om in of uit te zoomen.
6
Camera-instellingen
. Tik op het werktuigpictogram
Werktuig
(
)
om het scherm Camera-instellingen te openen.
7
Viewer
. Tik op het
viewerpictogram
(
) om de afbeelding of video
weer te geven in Afbeeldingen en video’s.
8
Helderheid
. Tik op het minus/plus pictogram (
/
) om het
helderheidsniveau te verhogen of verlagen.
9
Meetmodus
. Tik om de meetmodus in te stellen op
Middengebied
(
) of
Gemiddeld
(
).
10
Witbalans
. Tik om te schakelen tussen de verschillende instellingen
voor witbalans: Automatisch (
), Daglicht (
), Nacht (
),
Gloeilamp (
), en Lichtgevend (
).
11
Zelf-timer
. Tik om de Zelf-timer in te stellen op 2 seconden, 10
seconden, of Uit in de modi Foto of Afbeelding contactpersoon.
Wanneer u op de Trackball of CAMERA knop drukt om een foto te
maken, wordt begonnen met terugtellen, en de foto wordt genomen
na de ingestelde tijd (2 seconde of 10 seconde).
12
Opname-indicator
. Dit toont een rode, knipperende indicator terwijl
video-opnames worden gemaakt.
170 Genieten van multimedia
Modus Afbeeldingsthema
13
14
15
13
Voortgangindicator
. In de modi Afbeeldingsthemaa, Sport en Burst
toont dit het aantal opeenvolgende opnames.
14
Sjabloonselectie
. Tik in de modus Afbeeldingsthemaa op
om te
schakelen tussen verschillende sjablonen.
15
Afsluiten
. Tik op het pictogram
Afsluiten
(
) om het scherm
Camera-instellingen te verlaten.
Vastlegmodi Stilstaand beeld
Tijdens het gebruik van vastlegmodi Stilstaand beeld, zoals
Foto
,
Afbeelding
contactpersoon
,
Afbeeldingsthema
,
Sport
, en
Burst
kunt u fotos maken
door op de CAMERA-toets op het toestel of op de Trackball te drukken. Fotos
worden opgeslagen in JPEG-indeling.
Tijdens het maken van een foto in de vastlegmodus Beeldthema kunt u een
vooraf gemaakt sjabloon kiezen. Om verschillende sjablonen te zien en te
selecteren, tikt u op
op het Camerascherm. Afhankelijk van het gekozen
sjabloon, kunt u één of meer fotos maken voor het sjabloon.
Genieten van multimedia 171
Video opnamemodus
In de
Video
opnamemodus kunt u op de CAMERA-toets of op de Trackball
drukken om te starten met de opname (indien gewenst met geluid). Om het
opnemen te stoppen, drukt u nogmaals op de Trackball of CAMERA-toets.
Voordat een videoclip maakt, kunt u op het scherm Camera-instellingen de
gewenste lengte opgeven in tijd of bestandsgrootte.
VIdeoclips kunnen worden opgeslagen in de MPEG-4 (.mp4), Motion-JPEG
(.avi), of H.263 (.3gp) indeling.
MMS video opnamemodus
Met de opnamemodus
MMS video
is het handig een videobestand op te
nemen en dit vervolgens via MMS te versturen. Druk op CAMERA-toets of de
Trackball om te beginnen met de opname van een videoclip (met audio indien
gewenst). Om het opnemen te stoppen, drukt u nogmaals op de Trackball of
CAMERA-toets.
De opgenomen lengte van MMS video is vast. De opname stopt automatisch
als de vooraf ingestelde lengte wordt bereikt. U kunt de video-opname echter
op elk moment handmatig stoppen. De tijdsindicator rechtsboven in het
Camerascherm geeft de tijdlimiet aan.
U kunt op het scherm Camera-instellingen het vastlegformaat instellen op
H.263 of MPEG-4; het ideale formaat voor MMS is echter H.263 (3GPP). Na het
vastleggen van de videoclip, tikt u op
op het Weergavescherm om het
bestand via MMS te versturen.
Het Controlescherm
Nadat een foto is gemaakt of videoclip is opgenomen, kunt u de afbeelding of
videoclip zijn op het
Controlescherm
. Daarnaast kunt u op de pictogrammen
aan de onderkant van het Controlescherm tikken om een vastgelegde foto
of video te verwijderen, of te versturen via e-mail of MMS, en nog veel meer.
172 Genieten van multimedia
Pictogrammen op het Controlescherm
Modus Afbeelding Contactpersoon
5
Modi Foto, Video, MMS video en
Afbeeldingsthemaa.
1 2 3 4
Modi Sport en Burst
6
1
Vorige
. Tik op
om terug te keren naar het Camerascherm.
2
Verwijderen
. Tik op
om de vastgelegde afbeelding of video te
verwijderen.
3
Versturen
. Tik op
om te versturen via e-mail of MMS.
4
Weergeven
. Tik op
om de afbeelding weer tegeven in de
toepassing Afbeeldingen & videos of om de vastgelegde video af te
spelen in Windows Media Player.
5
Toekennen aan Contactpersonen
. Tik op
om de foto te associëren
met een geselecteerde contactpersoon.
6
Bladeren
. Nadat u foto’s heeft gemaakt in de modus Sport of Burst
wordt het totaal aantal opeenvolgende fotos rechtsonder in de hoek
van het Controlescherm weergegeven. Tik op de pijl omhoog/omlaag
(
) om te bladeren door de reeks fotos.
Genieten van multimedia 173
De weergavescherm van het voorbeeldscherm wijzigen
1.
Tik op
om het scherm Camera-instellingen te openen.
2.
Tik in het scherm Camera-Instellingen op
. Het menu Geavanceerd
verschijnt.
3.
Tik op
Tijdsduur bekijken
, en tik vervolgens op de gewenste
tijdsduur voor het weergeven van gemaakte foto/videoframe op het
Controlescherm.
Zoom
Tijdens het vastleggen van een stilstaand beeld of videoclip met de camera,
kunt u inzoomen om het object dichterbij te halen, en u kunt uitzoomen om
het object verder weg te laten lijken.
Ga als volgt te werk om in te zoomen:
Tik op de pijl-omhoog boven de zoomverhoudingindicator op het
scherm.
Rol de Trackball omhoog.
Draai het Trackwiel met de klok mee.
Wanneer de zoomlimiet is bereikt, hoort u een pieptoon. Ga als volgt te werk
om uit te zoomen:
Tik op de pijl-omlaag onder de zoomverhoudingindicator op het
scherm.
Rol de Trackball omlaag.
Draai het Trackwiel tegen de klok in.
174 Genieten van multimedia
Zoombereik
Het bereik van de camerazoom voor een afbeelding of videoclip, is afhankelijk
van de vastlegmodus en vastleggrootte. Hier volgt een samenvatting.
Opnamemodus Instelling vastleggrootte Zoombereik
Foto
2M (1600 x 1200)
Geen zoom
beschikbaar
1M (1280 x 960)
1.0x tot 2.0x
Groot (640 x 480)
1.0x tot 2.0x
Medium (320 x 240)
1.0x tot 4.0x
Klein (160 x 120)
1.0x tot 10.0x
Video
Medium (176 x 144)
1.0x tot 2.0x
Klein (128 x 96)
1.0x tot 2.0x
MMS Video
Medium (176 x 144)
1.0x tot 2.0x
Klein (128 x 96)
1.0x tot 2.0x
Afbeelding
Contactpersoon
Groot (480 x 640)
1.0x tot 2.0x
Medium (240 x 320)
1.0x tot 4.0x
Klein (120 x 160)
1.0x tot 4.0x
Afbeeldingsthema
Bepaald door het actieve
sjabloon
Afhankelijk van de
grootte van het nu
geladen sjabloon
Sport
Groot (640 x 480)
1.0x tot 2.0x
Medium (320 x 240)
1.0x tot 4.0x
Klein (160 x 120)
1.0x tot 8.0x
Burst
Groot (640 x 480)
1.0x tot 2.0x
Medium (320 x 240)
1.0x tot 4.0x
Klein (160 x 120)
1.0x tot 8.0x
Genieten van multimedia 175
Opmerking De beschikbare vastleggroottes voor bepaalde vastlegformaten,
verschilt ook per vastlegmodus. Het zoombereik wordt berekend
volgens de volgende ratio:
1.0x = normale grootte (geen zoom)
2.0x = dubbele vergroting
4.0x = vier keer vergroot
8.0x = acht keer vergroot
10.0x = tien keer vergroot
Het scherm Camera-instellingen
Camera-instellingen scherm in Fotomodus
Tijdens het maken van een foto of
videoclip, in welke vastlegmodus
d a n o o k , t i k o p
We r k t u ig
(
) voor toegang tot het scherm
Camera-instellingen. In het scherm
Camera-instellingen kunt u de
vastleginstellingen configureren.
Als u op de pictogrammen aan de onderkant van het scherm Camera-
instellingen tikt, verschijnen verschillende menus. Sommige menu’s en opties
zijn alleen in bepaalde vastlegmodi beschikbaar.
176 Genieten van multimedia
Door het camera-instellingenscherm navigeren
U kunt tikken op het scherm of de Trackball gebruiken om te navigeren door
het scherm Camera-instellingen.
1
2
1
Tik op een pictogram om het gewenste
menu weer te geven. U kunt ook op de
pijl naar links/rechts (
menu weer te geven. U kunt ook op de
/
menu weer te geven. U kunt ook op de
) tikken op
naar de werkbalk onderin het scherm om
naar het gewenste menu te bladeren.
Daarnaast kunt u de Trackball omlaag
blijven rollen totdat de pictogrambalk
onderin het scherm bereikt. De
achtergrond van de pictogrambalk
verandert dan. Rol nu de Trackball naar
links/rechts om naar het pictogram van
het gewenste menu te gaan.
2
Tik op een optie op het menu om een
submenu of beschikbare instellingen te
openen.
U kunt ook de Trackball omhoog/omlaag
rollen om een optie te selecteren. Druk
vervolgens op de Trackball om het
submenu te openen.
3
3
Tik om een instelling te selecteren en
het submenu te openen.
U kunt ook de Trackball omhoog/
omlaag rollen om een instelling te
selecteren. Druk op de Trackball om de
selectie te bevestigen en het submenu
te sluiten.
Voor meer informatie over de verschillende menu’s en instellingen vindt u in
de volgende sectie.
Zelf-timermenu
Zelf-timer
. Selecteer de optie Zelf-timer om fotos te maken:
Uit
,
2
seconden
, of
10 seconden
. Bij het selecteren van 2 seconden of 10
seconden vertraagt de opname met de opgegeven tijd nadat u de
CAMERA-toets of de Trackball heeft ingedrukt.
Genieten van multimedia 177
Opslagmenu
Opslag
. Selecteer waar u de bestanden wilt opslaan. U kunt bestanden
in het hoofdgeheugen of opslagkaart opslaan.
Sjabloonmap
Sjabloon
. Selecteer een sjabloon (alleen in modus Afbeeldingsthema).
Menu Sport/Burstinstellingen
Vastlegsnelheid
. Dit bepaalt het interval tussen opnames.
Snel
na
elkaar vastleggen op het kortste interval.
Fotos
. Selecteer het aantal opeenvolgende fotos dat moet worden
vastgelegd (alleen in Sportmodus).
Ambiancemenu
Witbalans
. Selecteer een witbalansinstelling die overeenkomst
met de belichting van de omgeving, zoals Lichtgevend, Nacht, enz.
Effect
. Kies een speciaal eff ect, zoals Grijstinten, Sepia, enz. om toe te
passen op de fotos of videoclips.
Menu Vastleginstellingen
Resolutie
. Selecteer de gewenste beeld- of videogrootte.
Kwaliteit
. Selecteer het kwaliteitsniveau voor JPEG afbeeldingen
voor alle vastgelegde fotos. U kunt kiezen uit
Basis
,
Normaal
,
Fijn
,
en
Superfijn
.
Meetmodus
. Selecteer een meetmodus zodat de camera voor
het vastleggen, de hoeveelheid licht in het midden en rond de
afbeelding kan meten en vervolgens de beste belichtingswaarde
kan meten. Kies ofwel
Middengebied
om het licht te meten van het
beeld of
Gemiddeld
om het licht in de hele afbeelding te meten.
Tijdstempel
(modi Foto, Sport en Burst)
. Kies of u wel of niet
de fotodatum en tijd wilt bijvoegen aan de genomen foto’s.
Menu Vastlegmodus
Modus
. Schakel tussen verschillende vastlegmodi zoals Foto, Video,
Afbeelding contactpersoon, en meer. Voor meer informatie over deze
modi vindt u bij Vastlegmodi”, eerder in dit hoofdstuk.
178 Genieten van multimedia
Menu Geavanceerd
Selecteer het linker-/rechterpictogram op deze
balk om te wisselen tussen de menupaginas in
het menu Geavanceerd.
U kunt ook, als u de Trackball gebruikt, omlaag
blijven rollen totdat deze balk is geselecteerd
(balk verandert van kleur). Rol de Trackball
naar links/rechts om tussen de menupagina’s
te bladeren.
Vastlegformaat
. Selecteer de gewenste bestandsindeling.
Sluitergeluid
. Kies of u wel of niet een sluitergeluid wilt horen op het
moment dat u de Trackball of CAMERA-toets indrukt om een foto of
videoclip te maken.
Raster
(Alleen in de Fotomodus)
. Kies of u wel of niet een raster wilt
weergeven op het Camerascherm. Het weergeven van een
raster helpt
u bij het nauwkeurig vastleggen en centreren van een onderwerp.
Raster
Verlichting behouden
. Kies of de verlichting wordt in- of uitgeschakeld
tijdens het gebruik van de camera. Dit heeft prioriteit op de
instelling van de verlichting van het toestel als u de camera gebruikt.
Tijdsduur bekijken
. Stel een tijdsduur in voor het weergeven van
de gemaakte foto/video op het Weergavescherm voordat deze
automatisch wordt opgeslagen en terug wordt geschakeld naar het
live Camerascherm. Selecteer
Geen limiet
als u geen tijdslimiet wilt
opgeven. Selecteer
Geen controle
om direct terug te keren naar het
live Camerascherm na het vastleggen.
Genieten van multimedia 179
Trillingsaanpassing
. Tijdens het maken van fotos binnenshuis, kan
het camerascherm trillen vanwege een verschil tussen de verticale
scanfrequentie van het camerascherm en de knipperfrequentie van TL-
verlichting. Om dit geknipper tot een minimum te beperken, verandert
u de instelling van de trillingsaanpassing in
Automatisch
of op de
juiste frequentie (
50Hz
of
60Hz
) voor het land waar het toestel wordt
gebruikt.
Opnemen met geluid
. Selecteer
Aan
om het geluid op te nemen
tijdens het maken van videoclips. Dit is standaard geselecteerd. Als u
Uit
selecteert en vervolgens een videoclip maakt, heeft deze geen geluid.
Voorvoegsel
. Geef op hoe gemaakte foto’s en videoclips worden
benoemd. Als
Standaard
geselecteerd is, wordt de bestandsnaam
van
elk nieuw opgenomen bestand “IMAGE” of “VIDEO”, gevolgd door een
volgnummer, bijvoorbeeld: IMAGE_001.jpg. U kunt ook kiezen voor het
benoemen van bestanden met de huidige
Datum
of
Datum & tijd
als
voorvoegsel.
Teller
. De bestandsnaam van elke nieuwe vastgelegde afbeelding
of videobestand krijgt standaard een voorvoegsel en enkele
opeenvolgende getallen, zoals 001, 002, enz. Om de getallen voor uw
vastgelegde videobestanden opnieuw in te stellen op “001” tikt u op
Teller
opnieuw instellen
.
Opnamelimiet
. De maximumtijd of bestandsgrootte opgeven voor het
opnemen.
Sjabloonmap
(alleen in modus Afbeeldingsthema)
. De sjabloons worden
standaard opgeslagen in de map \Mijn documenten\Sjabloonmap in
het Hoofdgeheugen van het toestel. Als u enkele sjablonen naar een
opslagkaart overplaatst (via Verkenner), stel deze optie dan in op
Toestel
+ kaart
om aan te geven dat de sjablonen in zowel hoofdgeheugen en
opslagkaart zijn te vinden.
Aanpassen
. Met deze optie kunt u weergave-eigenschappen
van de camera, zoals
Contrast
,
Verzadiging
,
Tint
en
Scherpte
aanpassen.
180 Genieten van multimedia
2
3
4
1
5
1
In het submenu, tikt u op een van de eigenschappen om ze aan te passen.
U kunt ook de Trackball omhoog/omlaag rollen om een kenmerk te
selecteren.
2
Om de waarde te verhogen/ verlagen, tikt u op het plus-/ minpictogram
of rolt u de Trackball naar links/rechts. Het live Camerascherm op de
achtergrond geeft onmiddellijk het resultaat van de wijzigingen weer.
3
Tikken om de instellingen op te slaan en het submenu af te sluiten.
4
Tikken om alle eigenschappen terug te zetten naar standaard.
5
Tikken om het submenu te sluiten zonder de veranderingen toe te passen
en op te slaan.
9.2 Afbeeldingen en videos gebruiken
Het programma
Afbeeldingen en video’s
verzamelt, beheert en ordent
afbeeldingen en videoclips in de volgende formaten op het apparaat.
Bestandstype Bestandsindeling
Afbeelding
*.bmp, *.jpg
GIF-animatie
*.gif
Video
*.avi, *.wmv, *.mp4, *.3gp
U kunt de fotos weergeven als een diashow, ze overstralen, verzenden via
e-mail, bewerken of ze instellen als achtergrond in het scherm Vandaag.
Genieten van multimedia 181
Fotos, animatiebestanden en videoclips naar uw toestel kopiëren
U kunt beelden, animatiebestanden, en videobestanden van uw pc
en ze
weergeven op uw toestel.
Kopieer beelden, animatiebestanden en videobestanden van uw
pc of een opslagkaart naar de juiste map op uw toestel. (U kunt ook
videobestanden kopiëren naar de daarvoor bestemde map.)
Voor meer informatie over het kopiëren van bestanden van PC naar het
apparaat, zie de ActiveSync Help op de PC.
Opmerking U kunt ook beelden, animatiebestanden en videobestanden kopiëren
van uw pc naar de geheugenkaart. Plaats de geheugenkaart in de
geheugenkaartsleuf van het toestel, kopieer de afbeeldingen van PC
naar de map die gemaakt is op de geheugenkaart.
Afbeeldingen weergeven
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
. De
afbeeldingen in de map Mijn afbeeldingen worden standaard
weergegeven als miniaturen.
2.
Selecteer een afbeeldingen en tik op
Beeld
. Als u een afbeelding niet
kunt vinden in de standaardmap Mijn afbeeldingen, ga dan naar een
andere map door op de pijl Omlaag (
) te tikken.
GIF-animatiebestanden afspelen
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
.
2.
Selecteer een GIF-animatiebestand en tik op
Beeld
. Het
animatieprogramma wordt geopend en speelt de animatie af.
Pijl naar beneden
Tik aan om het geselecteerde beeld te zien
182 Genieten van multimedia
Videos met geluid afspelen
1.
Tik op
Start > Programma’s > Afbeeldingen en video’s
. Standaard
wordt de inhoud van de map Mijn Afbeeldingen getoond.
2.
Om de videoclips te vinden die zijn opgenomen, tikt u op de pijl omlaag
(
) naast de map Mijn afbeeldingen en tikt u op Mijn documenten.
Selecteer daarna Mijn videos. Videoclips worden standaard weergegeven
als miniaturen die verschijnen met een mediapictogram (
).
Mediapictogram
3.
Selecteer om een video te selecteren en af te spelen in Windows Media
Player.
Diashows weergeven
U kunt uw afbeeldingen op het apparaat weergeven als een diashow.
Afbeeldingen worden op het volledige scherm weergeven met 5 seconden
tussen de dias.
1.
Tik op
Start > Programmas > Afbeeldingen en video’s
.
2.
Tik op
Menu
>
Diashow afspelen
.
Opmerking U kunt aangeven hoe de grootte van afbeeldingen wordt aangepast om
hun weergave in een diashow te optimaliseren. Tik op Menu > Opties,
en tik dan op Staand of Liggend op het tabblad Diavoorstelling.
Tik ergens op het scherm om de Diavoorstelling werkbalk te laten verschijnen.
Hiermee kunt u de diashow stoppen of pauzeren, de weergave roteren, en
meer.
Genieten van multimedia 183
Afbeeldingen en videoclips sorteren
Als u veel afbeeldingen of videoclips opslaat op het toestel, kan het handig
zijn deze te ordenen zodat u snel een bepaalde afbeelding of clip kunt vinden.
U kunt sorteren op naam, datum en grootte.
1.
Tik op
Start > Programmas > Afbeeldingen en video’s
.
2.
Tik op de lijst sorteren (standaard met het label
Datum
), en selecteer
het item waarop u wilt schikken (
Naam
,
Datum
, of
Grootte
).
Een afbeelding of videoclip verwijderen
U kunt op één van onderstaande wijzen een afbeelding of videoclip
verwijderen:
Selecteer een afbeelding of videoclip of het scherm Afbeeldingen en
videos, en tik op
Menu
>
Verwijderen
.
Houd het miniatuur van de afbeelding die u wilt verwijderen ingedrukt,
en tik vervolgens op
Verwijderen
.
Tik op
Ja
om de verwijdering te bevestigen.
Een afbeelding bewerken
U kunt afbeeldingen draaien, bijsnijden en de helderheid en kleurcontrast
aanpassen.
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
.
2.
Tik op de afbeelding die u wilt bewerken.
3.
Tik op
Menu
>
Bewerken
en gebruik een onderstaande mogelijkheid:
Roteer een afbeelding 90 graden tegen de klok in, tik op
Draaien
.
Om een afbeelding bij te snijden, tikt u op
Menu > Bijsnijden
.
Selecteer en sleep om de plaats te selecteren die moet worden
bijgesneden. Selecteer in het vak om bij te snijden, of tik buiten het
vak om het bijsnijden te annuleren
.
Helderheid en contrast van de afbeelding past u aan door te tikken
op
Menu > Autocorrectie
.
Opmerking U kunt een bewerking ongedaan maken met Menu > Ongedaan
maken. Om alle niet-opgeslagen bewerkingen te annuleren, tikt u op
Terug naar Opgeslagen.
184 Genieten van multimedia
Een afbeelding instellen als achtergrond voor het scherm Vandaag
U kunt een afbeelding gebruiken als achtergrond op het scherm Vandaag.
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
.
2.
Selecteer de afbeelding die u wilt instellen als achtergrond.
3.
Tik op
Menu
>
Instellen als achtergrond Vandaag
.
4.
In
Doorzichtigheidsniveau
selecteert u een hoger percentage voor
een doorzichtigere afbeelding, of een lager percentage voor een
minder doorzichtige afbeelding.
5.
Tik op
OK
.
Afbeeldingen en videoclips verzenden via e-mail
U kunt afbeeldingen en videoclips via e-mail naar andere apparaten sturen.
1.
Eerst stel u Berichten op om berichten te verzenden en ontvangen.
2.
Selecteer vanuit het programma het item dat u wilt versturen.
3.
Tik op
Menu
>
Verzenden
en selecteer een account (zoals Outlook
E-mail of MMS) om het bijgevoegde item te verzenden.
4.
Een nieuw bericht wordt gemaakt en het item toegevoegd.
5.
Voer de naam van de ontvanger en onderwerp in en tik op
Verzenden
.
Het bericht wordt de volgende keer dat u het toestel synchroniseert
verzonden.
Opmerking Afbeeldingen en videoclips worden automatisch opgeslagen voordat
ze worden verzonden.
Afbeeldingen toekennen aan contactpersonen
U kunt een afbeelding toekennen aan een contactpersoon, zodat u op elk
moment de contactpersoon makkelijk kunt herkennen.
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
.
2.
Selecteer de afbeelding waaraan u een contactpersoon wilt toekennen.
3.
Tik op
Menu
>
Opslaan naar contactpersoon
.
4.
Tik op de contactpersoon of blader en tik op
Selecteren
om de
contactpersoon uit de Contactpersonenlijst te kiezen.
Genieten van multimedia 185
Meer beeldinstellingen aanpassen
1.
Tik op
Start
>
Programmas > Afbeeldingen en videos
.
2.
Selecteer de afbeelding waarbij u extra instellingen wilt confi gureren.
3.
Tik op
Menu
>
Opties
. Het Optiescherm verschijnt, zodat u:
De grootte van een foto aanpassen zodat deze sneller via e-mail
verstuurd kan worden.
De richting of rotatie instellen.
De weergave-instellingen van diashows configureren, en opties voor
schermbeveiliging activeren.
9.3 Windows Media Player gebruiken
U kunt Microsoft Windows Media Player 10 Mobile voor Pocket PC gebruiken
om digitale geluid- en videobestanden af te spelen die zijn opgeslagen op
het apparaat of op een netwerk, bijvoorbeeld op een website.
Met Windows Media Player, kunt u zowel audio- als videobestanden afspelen.
Hier volgen de bestandsformaten die ondersteund worden door deze versie
van Windows Media Player.
Ondersteunde video-indelingen Bestandsindeling
Windows Media Video
MPEG4 Eenvoudig profiel
H.263
Motion JPEG
3GPP2
.wmv, .asf
.mp4
.3gp
.avi
.3g2
Ondersteunde audio-indelingen Bestandsindeling
Windows Media Audio
MP3
MIDI
AMR Smalband
AMR Breedband
AAC
3GPP2
.wma
.mp3
.mid, .midi, .rmi
.amr
.awb
.m4a
.gcp
186 Genieten van multimedia
Info over de besturing
Hier volgt een overzicht van de besturing van Windows Media Player.
Deze opdracht doet dit
1
2
3
5
6
7
8
4
9
1
Speelt/pauzeert een
bestand.
2
Toont de video op het
volledige scherm.
3
Geeft een website
weer waar u muziek en
video’s kunt vinden.
4
Past de
afspeelvoortgang
van een geselecteerd
bestand aan.
5
Gaat naar het begin
van het huidige
bestand of naar het
vorige bestand
6
Gaat verder naar het
volgende bestand.
7
Vermindert het
volumeniveau.
8
Verhoogt het
volumeniveau.
9
Schakelt het geluid
aan of uit.
Info over de schermen en menu’s
Windows Media Player heeft drie hoofdschermen:
Afspeelscherm
. Het standaardscherm met de besturingselementen
voor afspelen (zoals Afspelen, Pauze, Volgende, Vorige en Volume), en
het video-venster. U kunt het uiterlijk van dit scherm veranderen met
een ander uiterlijk.
Scherm Huidige afspeellijst
. Het scherm met de actieve afspeellijst.
Deze speciale afspeellijst geeft aan welk bestand momenteel wordt
afgespeeld, en daarnaast alle bestanden die erna komen.
Genieten van multimedia 187
Bibliotheekscherm
. Met dit scherm kunt u snel audiobestanden,
videobestanden en afspeellijsten vinden. Het bevat categorieën als
Mijn muziek, Mijn video, Mijn TV en Mijn afspeellijsten.
Aan de onderkant van elk scherm staat een menu met de naam
Menu
. De
opdrachten in dit menu veranderen per scherm dat actief is. Voor meer
informatie over de opdrachten in deze menus vindt u in Help op uw toestel.
Info over licenties en beveiligde bestanden
Bepaalde content (zoals digitale mediabestanden die zijn gedownload van
internet, cd-tracks en videos) bevat licenties, zodat de content beschermd is
tegen onwettige distributie en delen. Licenties worden gemaakt en beheerd
met behulp van digital rights management (DRM, beheer van digitale
rechten), dit is een technologie om content te beveiligen en de betreffende
toegangsrechten te beheren. Bepaalde licenties kunnen ervoor zorgen dat
u bestanden, die u naar het toestel heeft gekopieerd, niet kunt afspelen.
Bestanden waaraan een licentie is gekoppeld worden “beveiligde bestanden
genoemd.
Als u een beveiligd bestand wilt kopiëren van uw PC naar uw toestel, gebruik
dan de desktop Player om het bestand te synchroniseren naar uw toestel (in
plaats van het bestand te verslepen vanuit een map op de PC naar een map
op het toestel). Hierdoor wordt ook de licentie van het beveiligde bestand
gekopieerd. Voor meer informatie over het synchroniseren van bestanden
naar uw apparaat en andere mobiele apparaten, zie de help van de desktop
Player.
Opmerking U kunt de beveiligingsstatus van een bestand zien via de
bestandseigenschappen (tik op Menu > Eigenschappen).
Mediabestanden naar het toestel kopiëren
Gebruik de nieuwste versie van de desktop Player (Windows Media Player 10
of later) om digitale mediabestanden naar het toestel te synchroniseren (in
plaats van het verslepen van een bestand vanuit een map op de PC naar een
map op het toestel). Gebruik de desktop Player om zeker te zijn dat ook de
licenties van beveiligde bestanden worden gekopieerd.
Synchroniseer dan altijd de bestanden naar een opslagkaart die in het toestel
is geplaatst. Synchroniseer niet naar een opslagkaart die in een kaartlezer is
geplaatst. Daarnaast is het niet verstandig te synchroniseren naar de interne
opslag (RAM) van het toestel.
188 Genieten van multimedia
Bestanden automatisch synchroniseren met uw toestel
1.
Schakel het apparaat uit. Plaats een geheugenkaart van 32-MB of meer
in het toestel en schakel het opnieuw in.
2.
Start Windows Media Player op de PC.
3.
Verbind toestel en PC.
4.
Indien u geen synchronisatie hebt ingesteld tussen uw toestel en uw
pc, verschijnt de installatiewizard op uw pc.
5.
Klik in de wizard op
Automatisch
, selecteer de optie
De afspeellijsten
die worden gesynchroniseerd aanpassen
, en selecteer vervolgens
de afspeellijsten die u wilt synchroniseren.
6.
Klik op
Voltooien
.
7.
De bestanden worden gesynchroniseerd. De volgende keer dat u uw
toestel in verbinding stelt met uw pc terwijl de desktopversie van
Windows Media Player actief is, zal de synchronisatie automatisch
starten.
Bestanden handmatig kopiëren
1.
Als tussen toestel en PC nog geen synchronisatie is ingesteld, volg
dan stappen 1 tot 6 van “Bestanden automatisch synchroniseren met
uw toestel”. U dient echter
Handmatige
synchronisatie te kiezen.
2.
Kies als volgt de bestanden om naar het toestel te synchroniseren en
kopiëren:
Klik op het tabblad
Bibliotheek
.
Klik in het rechterpaneel op de keuzelijst en selecteer
Synchronisatielijst
.
Selecteer in Afspeellijst, het linkerpaneel, een gewenste afspeellijst.
Selecteer in Bestandslijst, het middelste paneel, meerdere bestanden
en versleep ze naar de Synchronisatielijst.
Klik op de knop
Beginnen met synchroniseren
, aan de onderkant
van de Synchronisatielijst.
Genieten van multimedia 189
Afspeellijst
Bestandslijst
Synchronisatielijst
Opmerking Audiobestanden worden sneller gekopieerd als de desktop Player
is ingesteld om automatisch het kwaliteitsniveau in te stellen voor
bestanden die naar het toestel worden gekopieerd. Voor meer
informatie, zie de help van de desktop Player op de PC.
Media afspelen
Items afspelen op het apparaat
Gebruik de bibliotheek op Windows Media Player Mobile om muziek, videos
en afspeellijsten te zoeken en af te spelen.
1.
Als u niet op het Bibliotheekscherm bent, tik dan op
Menu >
Bibliotheek
.
2.
Tik op het Bibliotheekscherm op de Bibliotheekpijl (bovenaan in het
scherm), en tik de opslagplaats die uw wilt gebruiken,bijvoorbeeld
Opslagkaart.
3.
In de meeste gevallen wordt de bibliotheek automatisch door Windows
Media Player Mobile geüpdate. U kunt de bibliotheek echter ook
handmatig updaten om zeker te zijn dat het alle bestanden bevat die
naar toestel of opslagkaart zijn gekopieerd. Tik op
Menu > Bibliotheek
bijwerken
om de bibliotheeklijst automatisch te updaten.
4.
Selecteer een categorie (bijvoorbeeld Mijn muziek of Mijn afspeellijsten).
5.
Houd het item dat u wilt afspelen ingedrukt (zoals een bestand of
map), en tik vervolgens op
Afspelen
.
190 Genieten van multimedia
Opmerking Om een bestand af te spelen dat op het apparaat staat, maar niet in
de bibliotheek, tik dan in het Bibliotheekscherm op Menu > Bestand
openen. Houd het item dat u wilt afspelen ingedrukt (zoals een bestand
of map), en tik vervolgens op Afspelen
.
Een item op een netwerk afspelen
Gebruik de opdracht
URL openen
om een lied of video af te spelen dat is
opgeslagen op het internet of op een netwerkserver.
1.
Als u niet op het Bibliotheekscherm bent, tik dan op
Menu >
Bibliotheek
.
2.
Tik op
Menu >
URL openen
.
3.
Gebruik één van onderstaande opties:
In het vak
URL
voert u een netwerkadres in.
In het vak
Geschiedenis
tikt u op een URL die u eerder heeft gebruikt.
Opmerking Om een item op een netwerk af te spelen, moet u met het netwerk
zijn verbonden. Voor meer informatie over het maken van een externe
verbinding tussen apparaat en netwerk, zie de Help over Verbindingen
op het apparaat.
Afspeellijsten gebruiken
Een afspeellijst is een lijst met digitale mediabestanden die in een bepaalde
volgorde zijn gezet. Door afspeellijsten te gebruiken kunt u audio- en
videobestanden groeperen en samen afspelen.
In de desktop Player kunt u een afspeellijst met mediabestanden maken
en deze synchroniseren met de desktop Player op het toestel. Voor meer
informatie over het synchroniseren van media, zie Mediabestanden naar het
toestel kopiëren, eerder in dit hoofdstuk.
In Windows Media Player op het toestel zijn de afspeellijsten beschikbaar in
de Bibliotheek onder de categorie Mijn afspeellijsten. Er is ook een tijdelijke
afspeellijst, Huidige afspeellijst genaamd, met daarop het bestand dat nu
wordt afgespeeld en bestanden die daarna worden afgespeeld. U kunt op het
toestel een nieuwe afspeellijst maken door de actieve Huidige afspeellijst op
te slaan onder een nieuwe naam.
Genieten van multimedia 191
Een nieuwe afspeellijst opslaan
1.
Als u niet op het Bibliotheekscherm bent, tik dan op
Menu >
Bibliotheek
.
2.
Tik om een categorie te selecteren (bijvoorbeeld Mijn muziek, of Mijn
afspeellijsten).
3.
Selecteer een mediabestand en tik vervolgens op
Menu > In de
wachtrij plaatsen
. Het bestand wordt dan toegevoegd aan de Huidige
afspeellijst.
Herhaal
deze stap totdat alle gewenste mediabestanden aan de
Huidige afspeellijst zijn toegevoegd.
Opmerkingen U kunt niet meerdere bestanden tegelijk selecteren.
4.
Nadat de mediabestanden zijn toegevoegd tikt u op
Menu > Huidige
afspeellijst
.
5.
Tik op het scherm Huidige afspeellijst op
Menu > Afspeellijst opslaan
.
6.
Voer de naam voor de afspeellijst in en tik op
Gereed
.
7.
U kunt de gemaakte afspeellijst afspelen door in de Bibliotheek op
Mijn afspeellijsten te tikken, de afspeellijst te selecteren en tik tenslotte
op
Afspelen
.
Problemen oplossen
Als u een probleem tegenkomt bij het gebruik van Windows Media Player,
zijn er een aantal plekken waar u hulp kunt krijgen om het probleem op te
lossen.
Voor meer informatie, zie de pagina op de website van Microsoft
over het oplossen van problemen in Windows Media Player Mobile
(
http://www.microsoft.com/windows/windowsmedia/player/windowsmobile/
http://www.microsoft.com/windows/windowsmedia/player/windowsmobile/
troubleshooting.aspx
troubleshooting.aspx
).
192 Genieten van multimedia
9.4 FM Radio gebruiken
Met
FM-radio
kunt u op het toestel naar FM-radiostations luisteren. Omdat
FM-radio het snoer van de meegeleverde stereo headset als antenne gebruikt,
dient u voordat u het programma opent de headset op het toestel aan te sluiten
op de aansluiting voor de koptelefoon. U kunt schakelen tussen de headset
en luidspreker als u naar de radio luistert.
FM-radio openen
Tik op
Start > Programmas > FM-radio
.
De
eerste keer dat dit programma wordt gebruikt, zoekt het
automatisch beschikbare FM-kanalen in uw gebied, en slaat deze op als
voorinstelling waarna het eerste gevonden FM-station wordt opgezet.
Voor meer informatie over het opslaan van uw favoriete radiostations
als voorkeursinstelling, zie “Voorkeursinstellingen opslaan.
Als u op het pictogram
Afsluiten
rechtsboven in het venster van FM-radio
tikt, blijft het programma actief op de achtergrond zodat u naar de radio kunt
luisteren terwijl u andere programmas gebruikt. Schakel de FM-radio uit door
linksboven in het venster van FM-radio op
luisteren terwijl u andere programmas gebruikt. Schakel de FM-radio uit door
te tikken.
Besturingselementen in FM-radio
1
2
3
4
6
8
10
5
9
11
7
Genieten van multimedia 193
Deze opdracht doet dit
1
Schakelt de FM-radio uit.
2
Geeft het Radioscherm weer.
3
Schakelt tussen luidspreker en headset.
4
Hiermee kunt u schakelen tussen mono en stereo. Op
bepaalde momenten kunnen FM-radiozenders helderder
klinken als ze in Mono worden beluisterd.
5
Verlaagt de radiofrequentie met 0,1MHz.
6
Zoekt op de FM-band naar het vorige FM-kanaal.
7
Zoekt op de FM-band naar het volgende FM-kanaal.
8
Verhoogt de radiofrequentie met 0,1MHz.
9
Schakelt het geluid in of uit.
10
Stelt het volume in. Tik en sleep naar rechts om het
volume harder te zetten, en naar links om het zachter te
zetten.
11
Hier kunt u maximaal zes favoriete FM-zenders opslaan
als voorkeursinstelling. Tik op een knop om een favoriete
zender op te zetten.
194 Genieten van multimedia
Radiovenster
1
3
2
4
1
Toont de stationsnaam als het
RDS (Radio Data System) of
RDBS (Radio Data Broadcast
System) signaal beschikbaar is.
2
Toont het voorkeursnummer als
u een voorkeurszender kiest.
3
Toont de sterkte van het
ontvangen signaal.
4
Toont de radiofrequentie.
Tip Tik op Menu voor meer opties vor FM-radio, zoals Scannen & opslaan om de
FM-band opnieuw af te zoeken naar beschikbare FM-zenders en deze op te
slaan als voorkeursinstelling, en meer.
Besturingselementen van het toestel die in FM-radio
worden gebruikt
Trackball
Rol de Trackball naar links/rechts om op de FM-band naar de het
vorige/volgende FM-kanaal te zoeken. Als de zoekopdracht het
laatste station vindt, keert het terug naar het begin van de FM-band.
Rol de Trackball omhoog/omlaag om het vorige/volgende beschikbare
voorkeursstation te kiezen.
Druk de Trackball in om te schakelen tussen wel of niet dempen van
het geluid.
Trackwiel
Draai het Trackwiel naar rechts om het geluid harder te zetten, naar
links om het geluid zachter te zetten.
Voorkeursinstellingen opslaan
Voorkeursinstellingen zijn favoriete FM-zenders die u kunt opslaan zodat
ze snel toegankelijk zijn. U kunt maximaal zes FM-zenders opslaan op de
voorkeursknoppen op het hoofdscherm van FM-radio, en maximaal 20 zenders
op het scherm Voorkeursinstellingen.
Genieten van multimedia 195
FM-stations opslaan op de voorkeurstoetsen
1.
Stel de gewenste FM-frequentie af.
2.
Tik op het nummer van een lege voorkeurstoets. De frequentie van
het favoriete FM-station wordt weergegeven op de voorkeurstoets.
Hier tikken
U
kunt maximaal 6 radiozenders opslaan op de voorkeurstoetsen.
FM-stations opslaan op de scherm Voorkeursinstellingen
1.
Stel de gewenste FM-frequentie af en tik op
Voorkeur
.
2.
Op het scherm Voorkeursinstellingen tikt u op
dat op het
voorkeursgetal verschijnt waarop u het FM-station wilt opslaan.
U
kunt maximaal 20 radiozenders opslaan. Radiostation die onder de
Voorkeursinstellingen 1 tot 6 zijn opgeslagen zijn toegankelijk via het
hoofdscherm van FM-radio.
3.
Tik op
OK
als u klaar bent.
OK als u klaar bent.OK
Tip Tik op het scherm Voorkeursinstellingen op om een favoriet FM-station
uit de lijst te verwijderen.
Naar een vooringestelde FM-zender luisteren
Gebruik één van onderstaande opties:
Tik op het hoofdscherm van FM-radio op de voorkeursknop met het
favoriete station.
Tik op het scherm Voorkeursinstelling op een voorkeursgetal met het
favoriete station en tik op
Luisteren
.
196 Genieten van multimedia
10.1 Word Mobile
10.2 Excel Mobile
10.3 Diavoorstellingen weergeven met
PowerPoint Mobile
10.4 ClearVue PDF gebruiken
10.5 MIDlet Manager gebruiken
10.6 ZIP gebruiken
10.7 Gesprokensnelkeuze gebruiken
Hoofdstuk 10
Andere toepassingen gebruiken
198 Andere toepassingen gebruiken
10.1 Word Mobile
Word Mobile
is een gestroomlijnde versie van Microsoft Word. Word
documenten die op de PC zijn gemaakt, kunnen op het apparaat worden
geopend en bewerkt. Ook kunt u in Word Mobile documenten en sjablonen
bewerken en sjablonen, en ze opslaan als
*.doc
,
*.rtf
,
*.txt
en
*.dot
bestanden.
U kunt slechts één document tegelijk openen. Wanneer u een tweede
document opent, wordt het eerste opgeslagen en automatisch gesloten.
Een Word-bestand maken
1.
Tik in Word Mobile op
Nieuw
. U ziet een blanco document of een
sjabloon, afhankelijk van de instelling.
2.
Voer de gewenste tekst in.
3.
Tik op
Menu
, kies of u het lettertype, de paragraafuitlijning
en inspringing wilt aanpassen, de datum wilt invoeren, een
spellingscontrole wilt uitvoeren en meer.
4.
Als u klaar bent tikt u op
OK
om het bestand op te slaan en af te sluiten.
OK om het bestand op te slaan en af te sluiten.OK
Wanneer u een nieuw gemaakt document sluit, krijgt het automatisch de
naam van de eerste paar woorden in het document, en wordt het in de
documentlijst van Word Mobile geplaatst. U kunt de naam van het document
met gemak wijzigen in een betere naam, en het naar een andere map of een
opslagkaart verplaatsen
.
Opmerking
Word Mobile ondersteunt sommige eigenschappen van Microsoft
Word niet volledig, zoals revisiemarkering en wachtwoordbeveiliging.
Bepaalde gegevens en opmaak kunnen verloren gaan wanneer
u het document op het apparaat opslaat. Een volledige lijst van
eigenschappen te zien die niet ondersteund worden in Word Mobile
vindt u in Help op uw toestel.
Andere toepassingen gebruiken 199
10.2 Excel Mobile
Met
Excel Mobile
is het openen en bewerken van Excel werkmappen en
sjablonen die op de PC zijn gemaakt, erg makkelijk. U kunt ook nieuwe
werkmappen en -sjablonen maken op uw toestel.
Een Excel-bestand maken
1.
Tik in Excel Mobile op
Nieuw
. U ziet een blanco-werkblad of een
sjabloon, afhankelijk van de instelling.
2.
Tik op een cel om deze te selecteren. Voer uw gegevens in met het
schermtoetsenbord en selecteer de
Enter
-toets
3.
Tik op
Menu
en kies of u cellen, tabellen, symbolen of functies wilt
invoeren, rijen en kolommen wilt formateren, en meer.
4.
Als u klaar bent, tikt u op
OK
om het bestand op te slaan en af te sluiten.
OK om het bestand op te slaan en af te sluiten.OK
Tips
Werk in de stand volledig-scherm om zoveel mogelijk van de werkmap in
beeld te krijgen.
Tik op Beeld > In-/uitzoomen en selecteer een percentage zodat u het
werkblad makkelijk kunt lezen.
Opmerking Excel Mobile ondersteunt sommige eigenschappen zoals formules en
celcommentaren niet volledig. Bepaalde gegevens en opmaak kunnen
verloren gaan wanneer u het werkmap op het apparaat opslaat. Een
volledige lijst van eigenschappen die niet ondersteund worden in Excel
Mobile vindt u in Help op uw toestel.
200 Andere toepassingen gebruiken
10.3 Diavoorstellingen weergeven met PowerPoint
Mobile
Met
PowerPoint Mobile
, kunt u een diavoorstelling die op uw pc is
gemaakt openen en bekijken. Diavoorstellingen in
*.ppt
- en
*.pps
-indeling
van PowerPoint ‘97 en later kunnen worden weergegeven in PowerPoint
Mobile.
Veel presentatie-elementen in de diavoorstellingen, zoals diaovergangen
en animaties, worden op het toestel afgespeeld. Als de presentatie is
opgezet als een geregelde diavoorstelling, wordt de ene dia automatisch
na de andere afgespeeld. Koppelingen naar URLs worden ook ondersteund.
Eigenschappen die niet ondersteund worden in PowerPoint Mobile zijn:
Notitie
s
. Notities die geschreven zijn voor dias zijn niet zichtbaar.
De volgorde van dia’s veranderen en dia’s bewerken
. PowerPoint
Mobile is alleen een viewer.
Enkele bestandsindelingen
.
Bestanden van het
*.ppt
formaat,
gemaakt in een versie ouder dan PowerPoint ‘97 en HTML-bestanden
van de formaten
*.htm
en
*.mht
worden niet ondersteund.
Een diavoorstelling starten
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
PowerPoint Mobile
.
2.
In de presentatielijst tikt u op de diavoorstelling die u wilt openen.
3.
Tik op de huidige dia om verder te gaan naar de volgende dia.
4.
Navigeer tussen dias door te tikken op
>
Volgende
of
Vorige
, of tik
op
Ga
naar dia
en tik op de dia die u wilt weergeven.
Als de presentatie is opgezet als een geregelde diavoorstelling, gaan de dias
automatisch verder.
Opmerkingen Als u heeft ingezoomd om een dia beter te kunnen
bekijken, kunt u niet naar een andere dia gaan, tenzij u
weer uitzoomt.
Tikken op Volgende of Vorige kan een animatie afspelen
op de dia, in plaatst van naar een andere dia gaan.
Een diavoorstelling stoppen
Tik in een PowerPoint Mobile presentatie op
>
Voorstelling
beëindigen
.
Andere toepassingen gebruiken 201
10.4 ClearVue PDF gebruiken
ClearVue PDF
maakt het mogelijk PDF-bestanden te openen en te
bekijken. Deze bestanden hebben meestal de bestandsindeling
*.pdf
.
Een PDF-bestand op het toestel openen
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
ClearVue PDF
.
2.
Tik op
Bestand
>
Openen
voor een lijst met PDF-bestanden op het
toestel.
3.
Tik op het bestand dat u wilt weergeven.
Navigeren door een PDF -document
Gebruik een van onderstaande opties:
Tik op de pijltoetsen Omhoog, Omlaag, Rechts en Links op de
horizontale en verticale rolbalken om in de gewenste richting op de
pagina te bewegen.
Gebruik de Trackball om een pagina omhoog of omlaag te schuiven of
om door de paginas te bladeren.
Tik met de stylus op de spatiebalk tussen de pijltoetsen en de rolbalk
om één scherm in de gewenste positie te bewegen.
Tik en versleep de schuifbalk om snel door de paginas te schuiven en
naar een bepaald paginanummer te gaan.
De venstergrootte vergroten of verkleinen
1.
Open een PDF-bestand dat u wilt weergeven.
2.
Tik op
In-/uitzoomen
.
3.
Selecteer een bestaande zoomverhouding,
Paginabreedte
of
Hele
pagina
.
4.
Tik op
Aangepast
om zelf een zoomverhouding in te stellen.
202 Andere toepassingen gebruiken
10.5 MIDlet Manager gebruiken
MIDlets zijn Java-applicaties die op mobiele apparaten draaien. Uw toestel
ondersteunt Java 2 Micro Edition, J2ME. Met de
MIDlet Manager
kunt u
Java-applicaties downloaden, zoals spelletjes en hulpmiddelen die speciaal
ontworpen zijn voor mobiele apparaten. Ook al zijn enkele Java-applicaties
en spelletjes geïnstalleerd op uw toestel, de Java MIDlet Manager biedt u de
flexibiliteit om zelf extra J2ME-applicaties te installeren vanaf het internet en
deze te beheren.
MIDlets vanaf internet installeren
1.
Zoek de MIDlet/MIDlet suite terwijl u verbonden bent met internet.
2.
Selecteer de MIDlet/MIDlet suite die u wilt downloaden.
3.
Bevestig om het downloaden te starten.
4.
Voer het/de bestand(en) om te installeren uit.
MIDlets vanaf PC installeren
U kunt de MIDlets/MIDlet suites op het toestel installeren vanaf een PC met
behulp van de usb-synckabel of Bluetooth. MIDlets op uw toestel worden
automatisch opgeslagen in Mijn documenten. U kunt de MIDlet bestand(en)
echter ook vanaf een PC kopiëren naar een van de volgende tijdelijke
mappen op het apparaat, van waaruit MIDlet deze vervolgens kan installeren.
Toestelgeheugen: ../Mijn toestel/Mijn documenten/Mijn MIDlets
Opslagkaart: ../Mijn toestel/Opslagkaart
Opmerkingen Als de map Mijn MIDlets niet bestaat in Mijn documenten, kunt u eentje
maken met dezelfde mapnaam. Een map met de naam Opslagkaart
verschijnt echter wel automatisch nadat u uw opslagkaart in uw toestel
steekt.
Een MIDlet/MIDlet suite installeren
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
MIDlet Manager
>
Menu
>
Installeren > Lokaal
.
2.
Selecteer uit de lijst de MIDlet/MIDlet suite die u wilt installeren.
3.
Bevestig om de installatie te voltooien.
Opmerking Om een MIDlet bestand te verwijderen uit een tijdelijke map, tikt u op
het bestand, houdt het vast en tik op Verwijderen inhet snelmenu.
Andere toepassingen gebruiken 203
MIDlets uitvoeren op het apparaat
1.
Tik op
Start
>
Programmas
>
MIDlet Manager
.
2.
Tik op een MIDlet om uit te voeren.
Zien welke MIDlets actief zijn
Tik op de pijl-omlaag linksboven in het venster van MIDlet Manager en
tik op
In gebruik
.
Opmerking U kunt de meest recent gebruikte MIDlets zien via Weergeven >
Recent.
Een MIDlet stoppen
1.
Tik op de pijl-omlaag linksboven in het venster van MIDlet Manager en
tik op
In gebruik
.
2.
Houd een MIDlet ingedrukt op het scherm Actieve MIDlets en tik op
Stoppen
.
Opmerking
Om alle momenteel actieve MIDlets op het apparaat te stoppen, tikt u op
Menu > Stoppen Alle.
MIDlets/MIDlet suites beheren
U kunt de MIDlets in groepen ordenen en zelf groepen definiëren. Ook kunt
u de standaardinstellingen van een MIDlet veranderen.
Om een MIDlet/MIDlet suite te associëren met een groep
Als u verschillende MIDlets/MIDlet suites op uw toestel installeert,
kunt u ze onderbrengen in groepen.
1.
Tik op een MIDlet/MIDlet suite, houd ingedrukt en tik op
Groep
.
2.
Kies een bestaande groep of tik op
Nieuw
als u zelf een groep wilt
maken. Tik vervolgens op
OK
.
Nadat u MIDlets/MIDlet suites toegewezen heeft aan groepen, zullen de
groepnamen verschijnen in het menu Weergeven en u kunt ze per groep
weergeven.
Een sorteervolgorde selecteren
1.
Tik op de pijl-omlaag rechtsboven op het venster van MIDlet Manager
o mhet menu
Sorteren op
te selecteren.
2.
Kies uit sorteren op
Naam
of op
Grootte
.
204 Andere toepassingen gebruiken
De weergavenaam van een MIDlet veranderen
1.
Tik en houd een MIDlet ingedrukt, en tik op
Naam wijzigen
.
2.
Voer een nieuwe naam in voor de MIDlet en tik op
OK
.
Opmerking De naam van een MIDlet suite kunt u niet veranderen.
Een MIDlet/MIDlet suite verwijderen
Voordat u een MIDlet/MIDlet suite verwijdert, zorgt u dat deze niet meer actief is.
1.
Tik en houd de MIDlet/MIDlet suite ingedrukt, en tik op
Verwijderen
.
2.
Tik op
OK
ter bevestiging.
OK ter bevestiging. OK
Opmerking U kunt geen aparte MIDlet uit een MIDlet suite verwijderen; u kunt
alleen de complete MIDlet suite verwijderen.
Opslagruimte controleren
Tik op
Menu
>
Systeeminfo
op het venster van MIDlet Manager om te
zien hoeveel opslagruimte door de MIDlets gebruikt wordt.
Een verbindingstype selecteren
Tik op
Menu
>
Netwerktype
kiezen
op het vesnter van MIDlet Manager
en kies het type verbinding dat u wilt gebruiken om MIDlets naar het
toestel te downloaden.
MIDlet-beveiliging configureren
U kunt de beveiligingsinstellingen voor elke MIDlet/MIDlet suite instellen.
1.
Tik en houd een MIDlet ingedrukt.
2.
Tik op
Beveiliging
in het snelmenu.
Let op dat bepaalde kenmerken niet voor alle MIDlets/MIDlet suites
beschikbaar zijn. Hier volgen de beveiligingsopties die u kunt instellen voor
een MIDlet/MIDlet suite
.
Andere toepassingen gebruiken 205
Beveiligingsoptie Beschrijving
Nettoegang
Bepaalt of een MIDlet/MIDlet suite toegang heeft tot
internet.
Lokale
connectiviteit
Geeft een MIDlet/MIDlet suite toegang tot diensten als
Bluetooth.
App autostart
Geeft een MIDlet/MIDlet suite de mogelijkheid op bepaalde
tijden te starten, of altijd.
Berichten
Bepaalt of een MIDlet/MIDlet suite SMS berichten kan
versturen en/of ontvangen.
Multimedia
opnemen
Geeft een MIDlet/MIDlet suite de mogelijkheid geluiden en
afbeeldingen op te nemen.
Opmerking Voor een lijst met foutmeldingen die u kunt ontvangen terwijl u
MIDlets/MIDlet suites beheert en gebruikt op uw toestel, zie Help op
uw toestel.
10.6 ZIP gebruiken
Met deze functie kunt u geheugen besparen en de opslagcapaciteit van het
toestel vergroten, door bestanden te comprimeren in het veel gebruikte
ZIP-formaat. U kunt archiefbestanden van diverse bronnen weergeven en
uitpakken. Ook kunt u nieuwe
*.zip
bestanden op het apparaat maken.
ZIP starten en .zip bestanden openen
U kunt
ZIP
gebruiken om bestanden te archiveren of een bestaand
archiefbestand op het toestel te openen. Telkens wanneer u op het toestel
ZIP start, zoekt het bestanden met de .zip bestandsindeling, en geeft het deze
bestanden weer op het scherm Archieflijst.
ZIP op het toestel starten
Tik op
Start
>
Programmas
>
ZIP
.
206 Andere toepassingen gebruiken
Een ZIP-bestand openen en bestanden uitpakken
1.
Zo kunt u kunt een bestand openen:
Selecteer een bestand en tik op
Bestand > Archief openen
.
Houd een bestand ingedrukt en tik op
Archief openen
.
Dubbeltik op een bestand.
Opmerkingen
U kunt niet meerdere ZIP-bestanden selecteren.
2.
Vervolgens worden de bestanden in het zip-bestand weergegeven. U
kunt bestanden als volgt selecteren:
Tik om een bestand te selecteren.
Selecteer meerdere bestanden door te tikken op
Actie
en te
controleren of de
Multi-selectiemodus
is geselecteerd. Selecteer
bestanden door erop te tikken. (Tik op een geselecteerd bestand
om het te deselecteren).
Selecteer alle bestanden door te tikken op
Actie > Alles
selecteren
.
3.
Tik op
Actie > Uitpakken
.
4.
Kies een map waarnaar de bestanden moeten worden uitgepakt en tik
vervolgens op
Uitpakken
.
Een ZIP-archief maken
1.
Tik op
Bestand > Nieuw archief
.
2.
Type op het scherm Opslaan als een naam voor het zipbestand en kies
een map waarin het zipbestand wordt opgeslagen. U kunt ook kiezen
of het zipbestand in het hoofdgeheugen van het toestel of op een
opslagkaart wordt opgeslagen.
3.
Tik op
Opslaan
.
4.
Tik op
Actie > Toevoegen
.
5.
Dubbeltik op de map met de bestanden die u wilt archiveren.
Andere toepassingen gebruiken 207
6.
U kunt bestanden als volgt selecteren:
Tik om een bestand te selecteren.
U kunt diverse bestanden selecteren door te tikken en vast te houden
op het scherm, en vervolgens
Multi-selectiemodus
te selecteren.
Selecteer bestanden door erop te tikken. (Tik op een geselecteerd
bestand om het te deselecteren).
U kunt alle bestanden selecteren door te tikken en vast te houden
op het scherm, en vervolgens
Alles selecteren
.
7.
Tik op
Toevoegen
.
8.
Tik op
Bestanden > Archief sluiten
.
9.
Als het zipbestand is gesloten, kunt u tikken op
Bestand > Archief
zoeken
om alle zipbestanden te zoeken en deze weer te geven op het
scherm Archieflijst.
10.7 Gesprokensnelkeuze gebruiken
U kunt spraaklabels opnemen zodat u een telefoonnummer kunt bellen
of programmas kunt starten door simpelweg een woord uit te spreken.
Een spraakcode voor een telefoonnummer maken
1.
Tik op
Start
>
Contactpersonen
om de lijst met Contactpersonen te
openen.
2.
Gebruik één van onderstaande opties:
Tik en houd de gewenste contactpersoon ingedrukt, en tik vervolgens
op
Spraakcode toevoegen
.
Selecteer de gewenste contactpersoon en tik op
Menu >
Spraakcode
toevoegen
.
Tik op de gewenste contactpersoon om het gegevens van de
contactpersoon te zien en tik op
Menu >
Spraakcode toevoegen
.
3.
Selecteer het telefoonnummer waarvoor u een spraakcode wilt maken,
en tik vervolgens op de
Opnameknop
(
).
208 Andere toepassingen gebruiken
Selecteer het gewenste
telefoonnummer.
Tik op de
Opnameknop
om
de opname te starten.
4.
Als het klaar is, verschijnt rechts van het item het pictogram
Spraakcode
(
).
5.
Wanneer u een spraakcode voor het item maakt, kunt u:
Tik op de
Opnameknop
(
) om de spraakcode te herbouwen.
Tik op de
Afspeelknop
(
) om de spraakcode af te spelen.
Tik op
Verwijderen
(
) om de spraakcode te verwijderen.
Tip Voer het opnemen van de spraakcode uit op een rustige plek t.b.v. de
accuraatheid.
Andere toepassingen gebruiken 209
Een spraakcode voor een programma maken
1.
Tik op
Start
>
Instellingen >
tabblad
Persoonlijk
> Gesproken
snelkeuze
.
2.
Het tabblad
Toepassingen
geeft een lijst weer met alle geïnstalleerde
toepassingen op het toestel. De procedure voor het maken van een
spraakcode voor een programma is dezelfde als de procedure het
maken van een spraakcode voor een telefoonnummer.
3.
Nadat u een spraakcode voor een programma hebt gemaakt, kunt
u het programma starten door de spraakcode te spreken nadat u
Start > Programmas > Gesproken snelkeuze
hebt geselecteerd
.
Iemand bellen of programas starten met behulp van een
spraakcode
1.
Tik op
Start > Programmas > Gesproken snelkeuze
.
2.
Na de pieptoon, spreekt u de opgenomen spraakcode uit die u heeft
toegekend aan het te bellen telefoonnummer of te openen programma.
Het systeem herhaalt de spraakcode en vervolgens wordt automatisch
gebeld of de toepassing geopend.
Opmerking Als het systeem uw spraakcode niet kan herkennen, probeer het dan opnieuw
door duidelijk te spreken en met minder achtergrondgeluid.
Gemaakte spraakcodes weergeven en testen
1.
Tik op
Start
>
Instellingen
>
tabblad
Persoonlijk
> Gesproken
snelkeuze
.
2.
Het tabblad
Spraakcode
geeft een lijst weer met alle spraakcodes.
Selecteer een item uit de lijst, en vervolgens kunt u:
Tik op de
Opnameknop
(
) om de spraakcode te herbouwen.
Tik op de
Afspeelknop
(
) om de spraakcode af te spelen.
Tik op
Verwijderen
(
) om de spraakcode te verwijderen.
210 Andere toepassingen gebruiken
Appendix
A.1 Wettelijke voorschriften
A.2
PC-vereisten om ActiveSync 4.x te
kun
n
en gebruiken
A.3 Specificaties
212 Appendix
A.1 Wettelijke voorschriften
Identificaties van regelgevende instanties
Vanwege identificatiedoeleinden, gesteld door regulerende instanties, is aan
het product het modelnummer ARTE100 toegekend.
Gebruik bij uw ARTE100 alleen accessoires die in onderstaande lijst zijn
vermeld. Dit om het continu betrouwbaar en veilig functioneren van het
apparaat te verzekeren.
Aan de batterij is het modelnummer ARTE160 toegekend.
Dit product is bedoel om te worden gebruikt met een gecertificeerde Class 2
stroombron van 5 Volt (gelijkspanning), en maximaal 5 Ampere.
EU-verklaringen
Producten met CE markering voldoen aan de R&TTE Richtlijn (99/5/ EC), de
EMC Richtlijn (89/336/EEC), en de Richtlijn inzake elektrisch materiaal bestemd
voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (73/23/EEC) uitgevaardigd
door de Europese Commissie.
Het voldoen aan deze richtlijnen impliceert het voldoen aan de volgende
Europese Normen (tussen haakjes staat het internationale equivalent).
EN 60950-1 (IEC 60950-1)
Veiligheid van apparatuur voor informatietechnologie.
ETSI EN 301 511
Global
systeem voor mobiele communicatie (GSM); Geharmoniseerde
EN voor mobile stations op de GSM 900 en GSM 1800 banden, van
toepassing op essentiële vereisten van artikel 3.2 van de R&TTE richtlijn
(1995/5/EC ).
ETSI EN 301 489-1
Elektromagnetisch
compatibiliteit en Radiospectrum zaken (ERM);
Elektromagnetische Compatibiliteitsstandaard (EMC) voor
radioapparatuur en –diensten; Deel 1: Algemene technische vereisten.
Appendix 213
ETSI EN 301 489-7
Elektromagnetische
compatibiliteit en Radio spectrum Matters (ERM);
ElectroMagnetische Compatibiliteit (EMC) standaard voor radiouitrusting
en services; Deel 7: Specifieke condities voor mobiele en draagbare
radio en hulpuitrusting van digitale cellulaire radio
telecommunicatiesystemen (GSM en DCS).
ETSI EN 301 489-17
Elektromagnetische
compatibiliteit en Radio spectrum Matters (ERM);
ElektroMagnetische Compatibiliteit (EMC) standaard voor radiouitrusting
en services; Deel 17: Specifieke voorwaarden voor 2,4 GHz breedband
transmissiesystemen en 5 GHz hoge performantie RLAN uitrusting.
ETSI EN 300 328
Elektromagnetische
compatibiliteit en Radiospectrum zaken (ERM);
Breedband transmissiesystemen; gegevenstransmissie apparatuur
dat functioneert op de 2,4 GHz ISM band en spread spectrum
modulatietechnieken gebruikt.
EN 50360:2001
Productstandaard
om de overeenstemming te tonen van mobiele
telefoons met de basisrestricties wat betreft menselijke blootstelling
aan elektromagnetische velden (300 MHz – 3 GHz).
EN 50392:2002
Algemene
standaard om de overeenstemming te tonen van elektronische
en elektrische apparaten die op lage spanning functioneren met de
basisrestricties wat betreft menselijke blootstelling aan elektromagnetische
velden (10 MHz -300 GHz) – Algemeen publiek.
EN 55013:2001
Radio-
en televisieomroepontvangers en toebehoren –
Radiostoring – Grenswaarden en meetmethoden
EN 55020:2002
Radio-
en televisieomroepontvangers en toebehoren –
Immuniteitskenmerken – Grenswaarden en meetmethoden.
214 Appendix
Deze apparatuur mag gebruikt worden in:
AT
BE
BG
CH
CY
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
GR
HU
IE
IT
IS
LI
LT
LU
LV
MT
NL
NO
PL
PT
RO
SE
SI
SK
TR
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen voor RF blootstelling
Gebruik alleen accessoires die door de fabrikant zijn goedgekeurd, of
accessoires die geen metaal bevatten.
Het gebruik van accessoires die niet origineel zijn of niet door de
fabrikant zijn goedgekeurd kan een schending zijn van plaatselijke
richtlijnen met betrekking tot RF-blootstelling en moet worden vermeden.
Blootstelling aan radiofrequentie (RF) signalen
Uw draadloze telefoon is een radiozender en –ontvanger. Het is ontworpen
en gefabriceerd om binnen de emissielimieten voor blootstelling aan
radiofrequentie (RF)-energie te blijven.
De normering voor de blootstelling aan energie van mobiele telefoons gebruikt
een bepaalde meeteenheid, deze heet Specific Absorption Rate of SAR.
De standaard bevat een substantiële veiligheidsmarge om extra bescherming
te bieden voor de burgers en rekening te houden met elke variatie in gebruik.
Normale condities verzekeren alleen de stralingsprestaties en veiligheid van
de interferentie. Net als bij andere apparatuur die radiogolven uitzendt,
wordt, om correct functioneren van de apparatuur en de veiligheid van de
gebruiker te waarborgen, de gebruiker aanbevolen, tijdens het gebruik van
de apparatuur, geen enkel deel van het menselijk lichaam contact te laten
maken met de antenne.
SAR-informatie
1,1 mW/g @ 10g
Appendix 215
Veiligheidsinformatie voor pacemakers van de
Telecommunications & Internet Association (TIA)
De Health Industry Manufacturers Association doet de aanbeveling een
minimumafstand van zes inches (15,24 cm) in acht te houden tussen een
handheld draadloze telefoon en een pacemaker, om mogelijke storing met
de pacemaker te voorkomen. De aanbevelingen zijn in overeenstemming met
onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van Wireless Technology
Research. Personen met pacemakers:
Dienen de telefoon ALTIJD minstens 15,24 cm (6 inches) van hun
pacemaker af te houden als de telefoon AAN staat.
Dienen de telefoon niet in een borstzak te dragen.
Dienen het oor aan de andere kant van de pacemaker te gebruiken,
om de mogelijkheid van storingen te minimaliseren. Als u enige reden
heeft om te vermoeden dat storing optreedt, schakel de telefoon dan
onmiddellijk UIT.
Hoortoestellen
Bepaalde digitale draadloze telefoons kunnen storen met hoortoestellen.
Mocht zo’n storing optreden, neem dan contact op met de telefoonaanbieder,
of bel klantenservices voor informatie over alternatieven.
Andere medische toestellen
Gebruikt u een ander persoonlijk medisch toestel, raadpleeg dan de fabrikant
van het toestel om te bepalen of deze voldoende afgeschermd is van externe
RF-energie. Uw arts kan u helpen deze informatie te verkrijgen.
Schakel de telefoon UIT in zorgcentra en ziekenhuizen waar waarschuwingen
hangen met de opdracht uw telefoon uit te schakelen. Ziekenhuizen of
zorgcentra kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig is voor externe
RF-energie.
216 Appendix
WEEE kennisgeving
De Directive on Waste Electrical and Electronic Equipment (WEEE, afval
elektrische en elektronische apparaten), welke van kracht is geworden
als Europese wet op 13 februari 2003, heeft geresulteerd in een grote
verandering wat betreft het weggooien van elektrische apparaten.
Het doel van deze richtlijn is, als eerste prioriteit, de preventie van WEEE, en
daarnaast, het promoten van hergebruik, recycling en andere vormen van
herstel.
Het WEEE logo (links weergegeven) op het product of op de
verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden weggegooid
bij het huishoudelijk afval. U moet al uw elektronische of elektrische
apparatuur aanbieden op aangegeven verzamelplekken voor
recycling, en mag zulk gevaarlijk afval niet zomaar wegwerpen. Door
het scheiden van afval en het hergebruiken van de elektronische
en elektrische apparaten die u wegwerpt kunnen wij een steentje
bijdragen aan het behouden van natuurlijke hulpbronnen. Maar
belangrijker is dat het hergebruik van elektronische en elektrische
apparaten de veiligheid van de menselijke gezondheid én het
milieu ten goede komt. Voor meer informatie over het verwerken
van elektronische en elektrische apparaten, hergebruik ervan
en verzamelpunten, neemt u contact op met uw gemeente, uw
plaatselijk milieubedrijf, winkel waar u het apparaat heeft gekocht
of fabrikant van het apparaat.
RoHS-overeenstemming
Dit product voldoet aan Richtlijn 2002/95/EC van het Europese Parlement en
van de Raad van 27 januari 2003, betreffende de beperking van het gebruik
van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
(RoHS) en de amendementen daarvan.
Appendix 217
A.2
PC-vereisten om ActiveSync 4.x te kun
n
en gebruiken
Om het toestel een verbinding te laten maken met de PC, moet het Microsoft®
ActiveSync® programma geïnstalleerd zijn op de PC. ActiveSync 4.x staat op
de
Aan de slag-cd
, en is compatibel met de volgende besturingssystemen
en toepassingen:
Microsoft® Windows® 2000 Service Pack 4
Microsoft® Windows® Server 2003 Service Pack 1
Microsoft® Windows® Server 2003 IA64 Edition Service Pack 1
Microsoft® Windows® Server 2003 x64 Edition Service Pack 1
Microsoft® Windows® XP Professional Service Packs 1 en 2
Microsoft® Windows® XP Home Service Packs 1 en 2
Microsoft® Windows® XP Tablet PC Edition 2005
Microsoft® Windows® XP Media Center Edition 2005
Microsoft® Windows® XP Professional x64 Edition
Microsoft® Outlook® 98, Microsoft® Outlook® 2000 en Microsoft®
Outlook® XP, en Microsoft® Outlook® 2003 messaging- en
samenwerkingsclients
Microsoft® Office 97, exclusief Outlook
Microsoft® Office 2000
Microsoft® Office XP
Microsoft® Office 2003
Microsoft® Internet Explorer 4.01 of later (vereiste)
Microsoft® Systems Management Server 2.0
218 Appendix
A.3 Specificaties
Systeeminformatie
Processor
TI’s OMAP
TM
850, 201 MHz
Geheugen
- ROM : 128 MB
- RAM : 64 MB SDRAM
(Cijfers zijn het totale ROM en RAM geheugen beschikbaar voor
gebruik en opslag. Aangezien het geheugen gedeeld wordt
door het besturingssysteem, de applicaties en gegevens, is het
werkelijk beschikbare geheugen lager dan wat er beschreven staat).
Besturingssysteem
Windows Mobile
®
versie 5.0
Energie
Accu
Oplaadbare Lithium-ion accu, 1200 mAh
Oplaadtijd
Maximaal 3 - 4 uur
Gebruikstijd
(schatting)
Stand-bytijd: Maximaal 150 - 200 uur voor GSM
Gesprekstijd (beeldscherm uit): maximaal 3,5 - 5 uur voor GSM.
Afspelen van media: maximaal 8 uur (WMV);
maximaal 12 uur (WMA)
GPS-gebruik: maximaal 4,5 - 5 uur
Adapter
Wisselstroom-in: 100 - 240V AC, 50/60 Hz
Gelijkstroom-uit: 5V en 1A
Beeldscherm
LCD-type
2,8” transflectieve TFT-LCD met verlichting LEDs, touchscreen
Resolutie
240 x 320 met 65,536 kleuren
Uitlijning
Staand en liggend
GSM/GPRS/EDGE-module
Functionaliteit
Quad-band (850, 900, 1800, en 1900)
Interne antenne
Ja
Fysiek
Afmetingen
108 mm (L) x 58 mm (B) x 16,8 mm (D)
Gewicht
130g (met batterij)
Appendix 219
GPS
Chipset
SirF StarIII met ondersteuning voor Ephemeris Extension
Interne GPS-antenne
Ja
GPS-ontvanger
20 parallelle kanalen
FM Radio/RDS
Chipset
Silicon Lab 4701 (met RDS-functie)
Tunerbereik
87,5 - 108,5 MHz
Frequentierespons
90 - 16 KHz +/-2dB
RDS/RDBS
RDS/RDBS decoder
Ondersteunt bloksynchronisatie en foutcorrectie
Camera module
Type
2 Megapixel kleuren-CMOS camera
Resolutie
Foto: 1600x1200, 1280x960 (SXGA), 640x480 (VGA),
320x240 (QVGA), 160x120 (QQVGA)
Video: 176x144 (QCIF), 128x96
Digitale Zoom
Maximaal 10x
Verbindingen
I/O-poort
HTC ExtUSB
TM
: een 11-pins mini-USB- en audio-
aansluiting in één
(ExtUSB een gepatenteerde verbindingsinterface en in
bezit van HTC).
Aansluiting voor
autoantenne
Externe aansluiting voor GSM en EDGE
Gps-
antenneconnector
Aansluiting voor externe GPS-antenne
Draadloze
verbindingen
Bluetooth, Wi-Fi
220 Appendix
Besturingselementen en lichten
Navigatieknoppen
HTC RollR
TM
(Trackwiel en Trackball)
Vier programmatoetsen : VOICE COMMAND, CAMERA,
INTERNET EXPLORER, GPS software
Twee telefoonfuncties : KIES en STOPPEN
START MENU-knop
OK-toets
Twee soft-toetsen
AAN/UIT-knop
RESET-knop
LEDs
De linker-LED knippert blauw als systeemmelding als
Bluetooth is ingeschakeld en klaar is om radiosignalen
over te dragen. Deze LED knippert groen voor Wi-Fi-status.
Als zowel Bluetooth als Wi-Fi is ingeschakeld, knipperen
de lichten na elkaar. Deze LED is geel voor GPS-status.
De rechter-LED is groen of geel voor GSM/GPRS/EDGE
stand-by, bericht- en netwerkstatus, en als melding en
oplaadstatus van de accu.
Audio
Audiocontroller
AGC
Microfoon/
luidspreker
Ingebouwd/duaal, handsfree
Hoofdtelefoon
AMR/AAC/WAV/WMA/MP3 codec
Uitbreidingssleuven
Kaartsleuf
Micro SD
Index
222 Index
A
A2DP
9
7
Aanpassen
- Scherm Vandaag
6
8
- Startmenu
6
9
Accu
- accu-informatie
1
9
- accustroom besparen
7
2
,
10
6
- accustroom controleren
2
0
- accu opladen
2
1
ActiveSync
- bestanden kopiëren
7
8
- Comm Manager
9
4
- installeren en instellen
5
4
- overzicht
2
8
- synchroniseren
5
8
ActiveSync installeren en instellen
5
4
Afbeeldingen en videos
- afbeeldingen toekennen aan
contactpersonen
18
4
- afbeeldingen weergeven
18
1
- afbeelding bewerken
18
3
- bestandsformaten
18
0
- diashows weergeven
18
2
- GIF-animatie afspelen
18
1
- overzicht
2
9
- schikken
18
3
- verwijderen
18
3
- videos afspelen
18
2
Afbeeldingen en videos verwijderen
18
3
Afbeeldingen en videos via e-mail
verzenden
18
4
Afbeeldingen toekennen aan
contactpersonen
18
4
Afbeelding bewerken
18
3
Afbeelding instellen als achtergrond
Vandaag
18
4
Afbeelding van webpagina opslaan
9
3
Afmetingen en gewicht
21
8
Afspeellijsten
19
0
Afspeelscherm (Windows Media Player
Mobile)
18
6
Agenda
2
8
,
13
5
Alarmnummer
5
0
Alarmsignaal
7
0
B
Back-ups van gegevens maken
8
0
Beeld
- afbeeldingen
18
1
- fotodiashows
18
2
Bellen
- vanuit Contactpersonen
4
3
- vanuit Oproepen
4
4
- vanuit SIM-beheer
4
5
- vanuit Snelkeuze
4
4
- vanuit Telefoonprogramma
4
3
Beltoon
7
3
,
9
4
Beltoontype
7
4
Berichten
- IMAP4
11
9
- MMS
12
7
- Outlook e-mail
11
8
- overzicht
2
9
- POP3
11
9
- SMS
12
1
Berichten coderen
6
5
,
12
5
Berichten digitaal ondertekenen
6
5
,
12
5
Berichten downloaden
12
4
Berichten ontvangen
12
1
Berichten opstellen
12
1
Index 223
Berichten verzenden
12
1
Berichtmappen
12
6
Bericht beantwoorden
12
2
Bericht doorsturen
12
2
Bibliotheekscherm (Windows Media
Player Mobile)
18
6
Bijlagen
12
3
Bijlagen toevoegen aan bericht
12
2
Bluetooth
- Bluetooth bestanden delen
10
1
- Bluetooth Explorer
2
8
,
10
1
- Bluetooth modem
10
3
- gedeelde map voor Bluetooth
10
1
- handsfree headset
9
7
- in- en uitschakelen
9
4
- modi
9
5
- overzicht
9
5
- SIM-toegangsprofi el(SAP)
5
1
- stereo headset
9
7
- synchroniseren
6
3
- verbindingen (gekoppeld)
9
6
- zichtbaar
9
5
,
9
6
Bluetooth Explorer
2
8
C
Camera
- bestandsformaten
16
7
- besturingselementen
16
7
- instellingen
17
5
- overzicht
2
8
- pictogrammen
16
7
- specifi caties
21
9
- vastlegmodi
16
6
,
16
7
Carkit telefoons
5
1
ClearVue PDF
2
8
,
20
1
Comm Manager
2
8
,
9
4
Contactpersonen
2
8
,
13
7
Contactpersoon zoeken
- online
14
0
- op toestel
13
9
Controlescherm (Camera)
17
1
Cookies
9
3
D
Datum
7
0
Dempen
5
0
De telefoonfunctie aan- en uitzetten
4
1
,
9
4
Digitale handtekening
- controleren
12
5
Digitale handtekening controleren
12
5
Digital Rights Management (DRM)
18
7
Direct Push
6
1
,
9
4
Download Agent
2
8
E
E-mail
- beveiliging
6
5
- IMAP4
11
9
- instellingen (POP3/IMAP4)
12
0
,
16
1
- Outlook
11
8
- POP3
11
9
- setup wizard
11
8
- zoeken
3
8
E-mailadres verbergen als allen
worden beantwoord
12
2
Excel Mobile
2
8
,
19
9
Exchange Server
- synchronisatie inplannen
6
1
- synchroniseren
6
0
224 Index
F
Favorieten (Internet Explorer)
9
2
FM-radio
2
8
,
19
2
G
Gedeeld Internet
10
9
Geheugen
7
7
,
21
8
Geluiden & meldingen
7
2
Gesprekken wisselen/schakelen
4
9
Gesprek in de wacht zetten
4
9
Gesprek ontvangen
4
5
Gesprek opnemen/beëindigen
4
5
Gesproken snelkeuze
- bellen of toepassing starten
20
9
- maken
- spraakcode voor programma
20
9
- spraakcode voor telefoonnummer
20
7
- overzicht
3
0
,
20
7
GIF-animatie
18
1
GIF-animatie afspelen
18
1
GPRS
8
8
GPRS Monitor
3
0
,
11
0
GPS
2
9
,
3
2
,
14
8
,
15
0
Groepsgesprek
4
9
H
Harde reset
8
6
Help
2
8
I
Ijking
2
2
IMAP4
11
9
Inbellen op internetaanbieder
9
0
Info over eigenaar
8
5
Info over licenties en beveiligde media
18
7
Instellingen (tabblad Persoonlijk)
- Geluiden en meldingen
3
1
- Gesproken snelkeuze
3
1
- Info over eigenaar
3
1
- Invoer
3
1
- Knoppen
3
1
- Menu’s
3
1
- MSN-opties
3
1
- Telefoon
3
1
- Vandaag
3
1
- Vergrendeling
3
1
Instellingen (tabblad Systeem)
- Apparaatinformatie
3
2
- Certifi caten
3
2
- Energie
3
3
- Foutenrapportage
3
2
- Geheugen
3
2
- GPS
3
2
- Info
3
2
- Klok en alarmsignalen
3
2
- Landinstellingen
3
3
- Microfoon AGC
3
2
- Muismodus
3
3
- Opslag wissen
3
2
- Programmas verwijderen
3
3
- Scherm
3
3
- Toetsblokkering
3
2
- Verlichting
3
2
Instellingen (tabblad Verbindingen)
- Bluetooth
3
4
- CSD-lijn type
3
4
- GPRS-instellingen
3
4
- SMS-dienst
3
4
- Uitstralen
3
4
- USB aan pc
3
4
Index 225
- Verbindingen
3
4
- Wi-Fi
3
4
- Wireless LAN
3
4
Internationaal gesprek
5
0
Internet beveiligingsinstellingen
9
3
Internet Explorer Mobile
2
9
,
9
1
Invoermethodes
- Toetsenbord
3
7
K
Klok en alarmsignalen
3
2
,
7
0
Knoppen en LEDs
22
0
Kopiëren
- bestanden naar opslagkaart
7
8
- bestanden tussen toestel en PC
7
8
-
contactpersonen naar SIM-kaart
13
9
- fotos en videoclips van PC naar
toestel
18
1
- mediabestanden van PC naar
toestel
18
7
-
SIM-contactpersonen naar toestel
13
8
L
Landinstellingen
7
0
Luidspreker
4
9
M
Mediasynchronisatie instellingen
6
4
Media afspelen
18
9
MIDlet Manager
-
MIDlet-beveiliging confi gureren
20
4
- MIDlets/MIDlet suites beheren
20
3
-
MIDlets/MIDlet suites verwijderen
20
4
-
MIDlets vanaf internet installeren
20
2
- MIDlets vanaf pc installeren
20
2
- overzicht
2
9
,
20
2
MMS
12
7
- audioclip toevoegen
13
2
- bepaalde ontvanger blokkeren
13
3
- bericht beantwoorden
13
3
- bericht weergeven
13
3
- emoticon toevoegen
13
2
- foto/video toevoegen
13
0
- maken en verzenden
13
0
- MMS-instellingen
12
8
- tekst toevoegen
13
2
- Webadres van Favorieten
toevoegen
13
2
MMS beantwoorden
13
3
MMS Video vastlegmodus
16
7
,
17
1
MSN Messenger
13
4
N
Notities
2
9
,
3
7
,
14
4
O
Opnieuw instellen
- harde reset
8
5
- zachte reset
8
5
Opslagkaart
- beschikbare ruimte controleren
7
7
- bestanden kopiëren
7
8
- synchroniseren
6
4
Outlook e-mail
11
8
P
PDF
20
1
PDF-bestand verwijderen
20
1
Persoonlijke en systeeminstellingen
7
1
PIN
4
0
,
8
3
226 Index
Pocket MSN
2
9
Pocket MSN Messenger
13
4
POP3
11
9
PowerPoint Mobile
2
9
,
20
0
Problemen oplossen in Windows
Media Player
19
1
Programmas
- ActiveSync
2
8
- Afbeeldingen en videos
2
9
,
18
0
- Agenda
2
8
,
13
5
- Berichten
2
9
,
11
8
- Bluetooth Explorer
2
8
- Camera
2
8
,
16
6
- ClearVue PDF
2
8
,
20
1
- Comm Manager
2
8
,
9
4
- Contactpersonen
2
8
,
13
7
- Download Agent
2
8
- Excel Mobile
2
8
,
19
9
- File Explorer
2
8
- FM-radio
2
8
,
19
2
- Gedeeld Internet
10
9
- Gesproken snelkeuze
3
0
,
20
7
- GPRS Monitor
3
0
- Help
2
8
- Internet Explorer Mobile
2
9
,
9
1
- MIDlet Manager
2
9
,
20
2
- Notities
2
9
,
14
4
- Pocket MSN
2
9
,
13
4
- PowerPoint Mobile
2
9
,
20
0
- QuickGPS
2
9
,
15
0
- Rekenmachine
2
8
- SAPSettings
2
9
,
5
1
- SIM-beheer
3
0
,
4
5
,
13
7
- Spb GPRS Monitor
11
0
- Spelletjes
2
8
- Sprite Backup
3
0
,
8
0
- STK (SIM Tool Kit) Service
3
0
- Taken
3
0
,
14
2
- Telefoon
2
9
,
4
3
- Terminal Services-client
3
0
,
11
5
- TomTom NAVIGATOR
15
2
-
Windows Media Player Mobile
3
0
,
18
5
- Word Mobile
3
0
,
19
8
- ZIP
3
0
,
20
5
- Zoeken
2
9
,
3
8
Programmas of snelkoppelingen
toekennen aan
hardwareknoppen
7
1
Programmas toevoegen en
verwijderen
7
5
Programma afsluiten
7
8
Q
QuickGPS
2
9
,
15
0
R
Regelgeving
21
2
Rekenmachine
2
8
S
SAPSettings
2
9
,
5
1
Scherm Huidige afspeellijst (Windows
Media Player Mobile)
18
6
Scherm Vandaag
2
3
,
6
8
Secure/Multipurpose Internet Mail
Extension (S/MIME)
6
5
SIM-beheer
- bellen
4
5
- contactpersonen naar SIM-kaart
kopiëren
13
9
- overzicht
3
0
Index 227
- SIM-contactpersonen naar toestel
kopiëren
13
8
- SIM-contactpersoon maken
13
7
SIM-toegangsprofiel(SAP)
5
1
Smart Dialing
4
6
SMS
12
1
Snelkeuze
4
4
Spb GPRS Monitor
3
0
,
11
0
Specificaties
21
8
Spelletjes
2
8
Spraakcode
- bellen of toepassing starten
20
9
- maken
- voor programma
20
9
- voor telefoonnummer
20
7
Spraaknotitie
14
6
Spraaknotitie opnemen
14
6
Sprite Backup
3
0
,
8
0
Startmenu
6
9
Startpagina (Internet Explorer)
9
1
STK (SIM Tool Kit) Service
3
0
Synchroniseren
- ActiveSync
5
8
- informatietypes veranderen
5
9
- Informatie uit Outlook met de
computer
5
9
- muziek, video en afbeeldingen
6
3
- Outlook informatie met Exchange
Server
6
0
- synchronisatie inplannen met
Exchange Server
6
1
- via Bluetooth
6
3
- via infrarood
6
3
- Windows Media Player
6
3
,
18
7
Systeem informatie
21
8
T
Taal
7
0
Taken
3
0
,
14
2
Tekenen
14
5
Tekengrootte
- scherm
7
2
- Webpaginas
9
2
Telefoon
2
9
,
4
0
,
4
3
Telefoondiensten
7
4
Telefooninstellingen
7
3
Telefoonnetwerkinstellingen
7
4
Terminal Services-client
11
5
Tijd
7
0
Tijdelijke internetbestanden (Internet
Explorer)
- verwijderen
9
3
Toestel aan- en uitzetten
2
1
Toetsenbord
- on-screen
3
7
TomTom NAVIGATOR
15
2
Toon van het toetsenblok
7
4
Trillen
4
1
,
9
4
U
Uitstralen
- via Bluetooth
9
9
USB-modem
10
9
V
Vastlegmodi Stilstaand beeld
17
0
Vastlegmodus Afbeeldingsthemaa
16
7
Vastlegmodus Afbeelding
contactpersoon
16
7
Vastlegmodus Burst
16
7
228 Index
Vastlegmodus Sport
16
7
Vastlegmodus Video
17
1
Veiligheidsinstellingen
(Internet Explorer)
9
3
Veranderen
- schermtekengrootte
7
2
- toestelnaam
7
0
Verbinden maken met thuisnetwerk
9
0
Verbinding maken met internet
- een verbinding starten
9
0
- GPRS instellen
8
8
- inbellen op ISP instellen
9
0
Verbinding met gegevensdiensten
verbreken
9
4
Verkenner
2
8
Verlichting
7
3
Videos afspelen
18
2
Vliegtuigmodus
4
1
Vliegtuigmodus in- en uitschakelen
4
1
Voice-oproep
4
3
Volume
4
1
W
Wachtwoord
8
4
Webpaginas
- opmaak
9
2
- tekengrootte
9
2
Weergeven
- MMS
13
3
Wi-Fi
9
4
,
10
5
Windows Media Player Mobile
- afspeellijsten
19
0
- bestandsformaten
18
5
- menu’s
18
6
- overzicht
3
0
- problemen oplossen
19
1
Wizard Instelling synchronisatie
5
4
Word Mobile
3
0
,
19
8
Z
Zachte reset
8
5
ZIP
- archief maken
20
6
- overzicht
3
0
,
20
5
- zipbestand openen en bestanden
uitpakken
20
6
Zoeken
2
9
,
3
8
- toestelinformatie
7
2
- versienummer van
besturingssysteem
7
2
Zoeken in Afspraken
3
8
Zoeken in Agenda
3
8
Zoeken in Contactpersonen
3
8
Zoeken in Help
3
8
Zoeken in Mail
3
8
Zoeken in Notities
3
8
Zoeken in Taken
3
8
Zoom (Camera)
17
3
228

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für HTC P3300 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von HTC P3300

HTC P3300 Bedienungsanleitung - Deutsch - 248 seiten

HTC P3300 Bedienungsanleitung - Englisch - 208 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info