186 Het toestel beheren
12.4 Geheugen beheren
U kunt zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor gebruik door te tikken op
Start > Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen. Op het tabblad Hoofd
ziet u hoeveel geheugen is toegekend aan bestands- en gegevensopslag
ten opzichte van programmaopslag, en hoeveel geheugen in gebruik is ten
opzichte van het beschikbare geheugen.
U kunt e beschikbare ruimte op de opslagkaart zien door te tikken op Start >
Instellingen > tabblad Systeem > Geheugen > tabblad Opslagkaart.
Als het toestel bijna geen geheugen meer heeft, maak dan als volgt geheugen
vrij op het toestel:
• Sluit programma’s die u momenteel niet gebruikt.
• Verplaats e-mail bijvoegsels naar een opslagkaart.
•
Verplaats bestanden naar een opslagkaart. Tik op Start > Programma’s >
Verkenner. Tik en houd het bestand vast en tik op Knippen. Blader naar
de map van de opslagkaart en tik op Menu > Bewerken > Plakken.
• Verwijder ongewenste bestanden. Tik op Start > Programma’s >
Verkenner. Tik en houd het bestand vast, en tik op Verwijderen.
• Verwijder grote bestanden. Om de grootste bestanden te vinden tikt u
op Start > Programma’s > Zoeken. Tik in de lijst Type op Groter dan
64 KB en tik op Zoeken.
•
Verwijder in Internet Explorer Mobile tijdelijke internetbestanden en wis
de geschiedenis. Voor meer informatie, zie “Internet Explorer® Mobile” in
Hoofdstuk 10.
• Verwijder programma’s die u niet meer gebruikt.
• Start het apparaat opnieuw op.