136 Verbinding maken
4. Selecteer bij Netwerktype de optie Internet en klik op Verbinden.
Opmerkingen • Als u een open (onbeveiligd) netwerk selecteert, wordt u automatisch met
dit netwerk verbonden zodra u op Verbinden klikt.
• Als u verbinding maakt met een beveiligd netwerk, wordt u gevraagd de
WEP-sleutel op te geven. Voer de WEP-sleutel in en klik op Gereed.
U kunt ook naar het wi-fi-pictogram op de titelbalk van het scherm kijken om te
zien of u verbonden bent met het wi-fi-netwerk. Voor meer informatie over de
statuspictogrammen, zie “Statusindicatoren” in hoofdstuk 1.
Opmerking Klik in Comm Manager op Instellingen > WLAN-instellingen > Verbindingsstatus
om de actuele netwerkstatus en signaalkwaliteit van elk wi-fi-kanaal te controleren
De beveiliging van het Wi-Fi-netwerk verbeteren
De LEAP (Lightweight Extensible Authentication Protocol)-functie van Comm
Manager helpt de beveiliging van de telefoon te verbeteren, en zorgt dat niemand
zonder uw toestemming op uw netwerk kan komen.
1. Kies LEAP op het scherm WLAN-instellingen.
2. Klik op Menu > Nieuw.
3. Voer de SSID (Service Set Identier) in. U kunt deze informatie verkrijgen bij
uw draadloze serviceprovider.
4. Voer gebruikersnaam, wachtwoord en domein in.
5. Selecteer een Vericatietype.
Het Verificatietype op de telefoon is standaard ingesteld op Open systeem-
verificatie.
Opmerkingen • Op het LEAP-venster staan standaard de eerder ingevoerde gegevens. U
kunt de gegevens echter naar wens aanpassen of verwijderen door in het
LEAP-venster te klikken op Menu > Wijzigen of op Menu > Verwijderen.
• LEAP kan slechts correct functioneren als op de ontvangende telefoon (uw
telefoon) dezelfde ssid, gebruikersnaam en wachtwoord is ingesteld als op
het toegangspunt.