12
• Let op reparatiemarkeringen
Behalve wanneer dit duidelijk in de handleiding is uitgelegd,
mag u het product niet zelf repareren. Reparatie van interne
toestelonderdelen dient uitsluitend door een erkende reparateur of
aanbieder te worden verricht.
• Schade die gerepareerd moet worden
Indien de volgende situaties zich voordoen, haalt u het product uit het
stopcontact en geeft het ter reparatie aan een erkende reparateur of aanbieder:
• Er is vocht in het product gekomen, of er is iets op het product gevallen.
• Het product is blootgesteld aan regen of water.
• Het product is gevallen of beschadigd.
• Er zijn zichtbare tekens van oververhitting.
• Het product functioneert niet normaal als u de gebruiksinstructies volgt.
• Vermijd hittebronnen
Het product mag niet in de buurt van hittebronnen geplaatst worden, zoals
radiatoren, ovens, fornuizen en andere producten (onder andere versterkers)
die warmte produceren.
• Vermijd natte locaties
Gebruik het product nooit op een natte locatie.
• Gebruik het toestel niet na een sterk temperatuursverandering.
Als u het toestel verplaatst tussen omgevingen met zeer verschillende
temperaturen en/of vochtigheidsgraden, kan dit leiden tot condensatie op of
binnen het toestel. Om beschadiging van het toestel te voorkomen, wacht u
geruime tijd alvorens het toestel weer te gebruiken. Het vocht in het toestel
dient eerst te zijn verdampt.
OPMERKING: Als u het apparaat van een omgeving met lage temperaturen naar
een omgeving met hogere temperaturen of van een omgeving met
hoge temperaturen naar een omgeving met lagere temperaturen
brengt, dient u het apparaat de tijd geven om te acclimatiseren en op
kamertemperatuur terug te komen voordat u het aanzet.