206 Uw apparaat beheren
Apparaatnaam
De apparaatnaam wordt gebruikt om het apparaat te identificeren bij het
synchroniseren met een computer, verbinding maken met een netwerk en
informatie terugzetten uit een back-up.
Opmerking Als u meerdere toestellen met dezelfde computer synchroniseert, moet elk
toestel een unieke naam hebben.
De apparaatnaam wijzigen
1. Tik op Start > Instellingen en tik op Alle instellingen.
2. Tik op het tabblad Systeem op Info > tabblad Apparaat-id.
3. Voer de naam van het toestel in.
Opmerkingen • De naam van het toestel dient met een letter te beginnen, bestaan uit letters
van A tot Z, cijfers van 0 tot 9, en mag geen spaties bevatten. Gebruik het
onderstrepingsteken om woorden van elkaar te scheiden.
• Als u het apparaat aanmeldt bij uw bedrijfsdomein, wordt de
apparaatnaam gewijzigd in dezelfde naam die is gebruikt om het apparaat
aan te melden.
Instellingen voor beltonen
De beltoon en het beltoontype wijzigen
1. Tik op Start > Instellingen en tik op Geluid.
2. Ga omhoog en omlaag en tik op Beltoontype. Selecteer de gewenste
beltoon en tik op Gereed.
3. Tik op Beltoon en selecteer de beltoon die u wilt gebruiken.
4. Tik op Gereed.
Tips • U kunt *.wav, *.mid, *.mp3, *.wma of andere geluidsbestanden die u van het
Internet hebt gedownload, of van computer hebt gekopieerd, als beltonen
instellen. Raadpleeg “Specificaties” in de bijlage voor een volledige lijst van
ondersteunde audiobestandsindelingen voor beltonen.
• Als u uw geluidsbestanden wilt gebruiken als beltoon, moet u ze eerst kopiëren
naar de map /My Documents/Mijn beltonen op uw apparaat. Selecteer
vervolgens het geluid uit de lijst Beltoon van uw apparaat. Zie “Bestanden
kopiëren en beheren“ in dit hoofdstuk voor meer informatie over het kopiëren van
bestanden.