156
gebruiken. Aanhoudend gebruik kan leiden tot
elektrische schokken, kortsluiting of brand.
•
Raak het netsnoer niet aan met natte handen en trek
niet aan het netsnoer om de oplader los te koppelen.
•
Raak het apparaat of de oplader niet aan met natte
handen. Dat kan leiden tot kortsluiting, storingen of
elektrische schokken.
•
Als uw oplader blootgesteld is geweest aan water,
andere vloeistoffen of overmatig vocht, brengt u de
oplader naar een geautoriseerd servicecentrum voor
inspectie.
•
Controleer of de oplader voldoet aan de vereisten
van clausule 2.5 in IEC60950-1/EN60950-1/
UL60950-1 en is getest en goedgekeurd volgens de
nationale of plaatselijke normen.
•
Sluit het apparaat uitsluitend aan op producten die
het USB-IF-logo hebben of die het USB-IF-
nalevingsprogramma hebben voltooid.
Veilig batterijgebruik
•
Breng de batterijpolen niet in contact met geleiders,
zoals sleutels, sieraden of andere metalen
materialen. Dat kan kortsluiting van de batterij en
letsel of brandwonden veroorzaken.
•
Houd de batterij uit de buurt van extreme hitte en
direct zonlicht. Plaats de batterij niet in of op
warmteapparaten, zoals magnetrons, kookplaten of
radiatoren. De batterij kan bij oververhitting
exploderen.