130
•
Als de voedingskabel beschadigd is (bijvoorbeeld als de draad blootligt of
de kabel gebroken is) of als de stekker loszit, mag u die absoluut niet meer
gebruiken. Aanhoudend gebruik kan leiden tot elektrische schokken,
kortsluiting of brand.
•
Raak het netsnoer niet aan met natte handen en trek niet aan het netsnoer
om de oplader los te koppelen.
•
Raak het apparaat of de oplader niet aan met natte handen. Dat kan leiden
tot kortsluiting, storingen of elektrische schokken.
•
Als uw oplader blootgesteld is geweest aan water, andere vloeistoffen of
overmatig vocht, brengt u de oplader naar een geautoriseerd
servicecentrum voor inspectie.
•
Controleer of de oplader voldoet aan de vereisten van clausule 2.5 in
IEC60950-1/EN60950-1/UL60950-1 en is getest en goedgekeurd volgens
de nationale of plaatselijke normen.
•
Sluit het apparaat uitsluitend aan op producten die het USB-IF-logo hebben
of die het USB-IF-nalevingsprogramma hebben voltooid.
Veilig batterijgebruik
•
Breng de batterijpolen niet in contact met geleiders, zoals sleutels, sieraden
of andere metalen materialen. Dat kan kortsluiting van de batterij en letsel
of brandwonden veroorzaken.
•
Houd de batterij uit de buurt van extreme hitte en direct zonlicht. Plaats de
batterij niet in of op warmteapparaten, zoals magnetrons, kookplaten of
radiatoren. De batterij kan bij oververhitting exploderen.
•
Probeer de batterij niet aan te passen of opnieuw te produceren, steek er
geen vreemde voorwerpen in, dompel de batterij niet onder in
water
en
stel de batterij niet bloot aan water of andere vloeistoffen. Dat kan leiden
tot brand, explosie of andere gevaren.