Nederlands 23
Zo wordt op alle ingeschakelde
ontvangers met hetzelfde kanaal het
signaal voor Deurbel 1 gegeven.
Deurbel 2
Om op de ingeschakelde ontvangers
het signaal voor Deurbel 2 te active-
ren, plaatst u de signaalkeuzescha-
kelaar op de onderste stand.
Personenoproepknop
Door het indrukken van de perso-
nenoproeptknop op de draadloze
akoestische deurbelzender wordt bij
iedere ontvanger, die op hetzelfde
kanaal ingesteld is als de zender,
een signaal geactiveerd. Daarmee
kunnen personen in andere ruimten
opgeroepen worden. Bovendien kan
deze functie ook zonder aansluiting
van de microfoonkabel gebruikt wor-
den voor het testen van het systeem.
Netvoeding
U kunt de draadloze akoestische
deurbelzenderook gebruiken met
de netadapter (A-2992-0). Om de
netadapter aan te sluiten, steekt u de
stekker aan het uiteinde van de kabel
in de aansluiting aan de linkerkant
van het apparaat. Vervolgens steekt
u de stekker in een normaal 230-V-
stopcontact.
Radiobereik
De radiosignalen van de zender heb-
ben in optimale omstandigheden een
bereik van 80 meter.
Mogelijke oorzaken van een vermin-
derd bereik kunnen zijn:
- Bebouwing of vegetatie
- Stoorstralingen van beeldscher-
men en mobiele telefoons. Deze
kunnen zelfs een uitval van de ont-
vanger veroorzaken.
- De afstand van de zender tot reflec-
terende oppervlakken zoals vloeren
en muren is ongunstig gekozen, zo-
dat de signaalgolf en de reflecte-
rende golf elkaar verzwakken of
zelfs uitdoven.
- Metalen voorwerpen verkorten het
bereik door de metalen afscher--
ming.
- Met name in stedelijke gebieden
zijn er veel stralingsbronnen, die
het bronsignaal kunnen vervormen.
- Apparaten met overeenkomstige
werkfrequenties, die op korte af-
stand van elkaar gebruikt worden,
kunnen eveneens onderlinge sto-
ringen veroorzaken.
Positionering van de zender
Om ervoor te zorgen dat het bereik
van de radiozender zo groot mogelijk
is, moeten de volgende aanwijzingen
met betrekking tot de opstelling in acht
genomen worden:
- De zender mag niet opgesteld wor-
den in de buurt van apparaten die
sterke stoorstraling produceren zo-
als televisietoestellen, beeldscher-
men of mobiele telefoons.
- De zender mag niet op metalen
voorwerpen geplaatst worden, aan-
gezien anders het radiobereik door
de metalen afscherming verkort
wordt.