Woordenlijst
CVBS (Composite Video Baseband Signal)
Een technologie om videosignalen via een kabel te vervoeren. Hierbij worden de signalen voor helderheid
en kleur gecombineerd.
DiSEqC (Digital Satellite Equipment Control)
Een DiSEqC-compatibele ontvanger die een switch gebruikt die snel alternerende 22kHz-toonpulsen
detecteert. Op deze manier kan een speciaal ontworpen ontvanger meerdere LNB's aansturen via een
DiSEqC-switch.
Dolby Digital
Een coderingssysteem dat maximaal 5 afzonderlijke audiokanalen (linksvoor, midden, rechtsvoor, links
rondom en rechts rondom) tot één bitstroom comprimeert. Er is ook een kanaal voor de lage frequenties
(LFE, low frequency eect) voor speciale geluidseecten.
DVB (Digital Video Broadcasting)
Een set standaards waarmee digitale uitzending met behulp van satelliet-, kabel- of antennesystemen
wordt gedenieerd.
EPG (Elektronische programmagids)
Dit is een elektronische versie van een televisiegids. Het is een toepassing die bij digitale ontvangers en
digitale televisies wordt gebruikt om de huidige en geplande programma's per kanaal weer te geven,
inclusief een korte samenvatting of beschrijving van elk programma. De informatie in de EPG wordt
verstuurd en bijgewerkt door de uitzender van het kanaal.
FEC (Forward Error Correction)
Een techniek voor foutcontrole van datatransmissie.
Frequentie
De eigenschap van een signaal, gemeten in cycli per seconde (=Hz).
FTA (Free- To-Air)
Een niet-coderend zendstation waarvan klanten kanalen of diensten kunnen bekijken zonder enige
abonnementskosten.
HDD (Vaste schijf)
Het hoofdopslagmedium van een computer, bestaande uit een of meer aluminium of glazen platen met
een laag van een ferromagnetisch materiaal.
Hi-Fi (High Fidelity)
De kenmerken van audio-apparaten die alle audiofrequenties kunnen afspelen die het menselijk oor kan
horen. Dat is het bereik van 16 Hz-20 KHz. Soms wordt deze term gebruikt om audio-apparaten van goede
kwaliteit te beschrijven, zoals stereocassettedecks.
LNB (Low Noise Block)
Een apparaat dat op een arm, tegenover de satellietschotel wordt gemonteerd en dat satellietsignalen
opvangt. Een LNB zet signalen die van de satelliet zijn ontvangen, om in een lagere frequentie en stuurt ze
via een coaxkabel naar een satellietontvanger.
NVOD (Near Video On Demand)
Een technologie waarmee klanten het begin van populaire programma's of lms kunnen zien, kort nadat
ze hun keuze hebben gemaakt. Dit is mogelijk omdat het zendstation meerdere kopieën uitzendt met
wisselende begintijden.
OSD (On Screen Display)
OSD geeft de basisinformatie weer voor gebruikers zodat zij de instellingen van een monitor of televisie
kunnen aanpassen. OSD-informatie kan bijvoorbeeld te maken hebben met helderheid, contrast, RGB-
aanpassing en schermgrootte en -positie.
OTA (Over the Air)
Een standaard voor het verzenden van software voor apparaten via een uitzendsysteem. Fabrikanten
behouden het recht om te beslissen over de vrijgave van de software voor hun producten.