58 - Nederlands
8. ONDERHOUD
8. Onderhoud
Controleer en maak de Husqvarna-robotmaaier
regelmatig schoon en vervang eventuele versleten
onderdelen voor een betere betrouwbaarheid en een
langere levensduur. Zie voor meer informatie over het
reinigen 8.4 Reinigen op pagina 59.
Na een eerste gebruik van de robotmaaier moet u de
maaischijf en messen een keer per week inspecteren.
Als de mate van slijtage in deze periode laag is, kan
het controle-interval worden vergroot.
Het is belangrijk dat de maaischijf soepel draait. De
randen van de bladen mogen niet beschadigd zijn. De
levensduur van de bladen kan sterk uiteenlopen en
hangt bijvoorbeeld af van:
• De rijtijd en omvang van het werkgebied.
• Het type gras.
• Het type grond.
• De aanwezigheid van objecten zoals
dennenappels, afgewaaide vruchten, speelgoed,
gereedschap en wortels.
De normale levensduur bedraagt 1 tot 3 maanden bij
gebruik in gebieden met een omvang van meer dan
300 m
2
en langer voor kleinere oppervlakken. Zie
8.7 Bladen op pagina 61 voor het vervangen van de
bladen.
8.1 Winteropslag
Robotmaaier
Maak de robotmaaier zorgvuldig schoon voor u hem
in de winterstalling zet. Zie 8.4 Reinigen pagina 59.
Laad de accu volledig op voor de winteropslag.
Vervolgens zet u de hoofdschakelaar op 0.
Controleer de conditie van slijtagegevoelige
onderdelen zoals bladen en lagers in het achterwiel.
Corrigeer indien nodig om ervoor te zorgen dat de
maaier zich bij de start van het volgende seizoen in
een goede conditie bevindt.
Stal de maaier rechtop op een droge, vorstvrije plek,
bij voorkeur in de originele verpakking.
Werken met botte bladen geeft een slechter
maairesultaat. Het gras wordt niet goed
gemaaid en er is meer energie nodig,
waardoor de robotmaaier een kleiner
oppervlak dan normaal kan maaien.