Let op: Zorg voor zo veel mogelijk vrije ruimte
links van de geleidingsdraad, gezien in de
richting van het laadstation. De minimale afstand
tussen de geleidingsdraad en de
begrenzingsdraad is 30 cm/12 inch.
3.4.3.3 Een eiland maken
OPGELET:
Kruis geen gedeelte van
de begrenzingsdraad over een ander
gedeelte. De
begrenzingsdraadgedeelten moeten
evenwijdig lopen.
OPGELET: Kruis de geleidingsdraad
niet over de begrenzingsdraad,
bijvoorbeeld een begrenzingsdraad die
naar een eiland gaat.
Sommige obstakels kunnen een botsing
weerstaan, zoals bomen of struiken die langer
zijn dan15 cm /6 inch. Het product zal botsen en
dan bij dit soort obstakels omdraaien. Obstakels
met een lichte helling zoals stenen of grote
bomen met bovengrondse wortels, moeten
echter worden geïsoleerd of verwijderd. De
robotmaaier kan anders tegen zulke obstakels
oprijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken. Gebruik de begrenzingsdraad
om gebieden binnen het werkgebied te isoleren
door eilanden te creëren. Als de
begrenzingsdraden naar en vanaf het eiland dicht
bij elkaar worden gelegd, kan het product over de
draad rijden.
Let op: Voor een veilige en stille werking is het
raadzaam alle vaste voorwerpen in het
werkgebied te isoleren.
• Plaats de begrenzingsdraad op en rond het
obstakel om een eiland te maken.
• Plaats de 2 stukken begrenzingsdraad die
naar en van het obstakel lopen dicht bij
elkaar zonder deze te kruisen.
• Zet de 2 stukken begrenzingsdraad in
dezelfde staak vast.
• Zorg ervoor dat vóór een obstakel een lege
ruimte van minimaal 1.5 m / 5 ft aanwezig is.
24
- Installatie
1404 - 001 - 11.12.2019