5 Onderhoud
5.1 Introductie - onderhoud
Voor een betere betrouwbaarheid en langere
levensduur: controleer en reinig het product
regelmatig en vervang versleten onderdelen,
indien nodig. Alle onderhoud en reparaties
moeten worden uitgevoerd volgens de instructies
van Husqvarna
. Zie
Onderhoud op pagina 35
.
Het is belangrijk dat de maaischijf soepel draait.
De randen van de messen mogen niet
beschadigd zijn. De levensduur van de messen
kan sterk uiteenlopen en hangt bijvoorbeeld af
van:
• de rijtijd en de grootte van het werkgebied.
• de grassoort en seizoensgebonden groei.
• grond, zand en het gebruik van kunstmest.
• de aanwezigheid van voorwerpen zoals
speelgoed, gereedschap, stenen en wortels.
De normale levensduur is 2 tot 5 weken bij
gebruik onder gunstige voorwaarden. Zie
Messen
vervangen op pagina 36
voor het vervangen
van de messen.
WAARSCHUWING: Draag
veiligheidshandschoenen.
Let op: Werken met botte messen geeft een
slechter maairesultaat. Het gras wordt niet goed
gemaaid en er is meer energie nodig, waardoor
het product niet zo'n groot gebied kan
onderhouden.
5.2 Product reinigen
Het is belangrijk om het product schoon te
houden. Een product waar een grote hoeveelheid
gras aan blijft plakken, werkt minder goed op
hellingen. Het wordt aanbevolen om voor het
reinigen een borstel te gebruiken.
Husqvarna
biedt een speciale set voor reiniging
en onderhoud aan als accessoire. Neem contact
op met Husqvarna Central Service.
OPGELET: Gebruik nooit een
hogedrukreiniger om het product
schoon te maken. Gebruik nooit
oplosmiddelen voor de reiniging.
5.2.1 Chassis en maaischijf
Inspecteer de maaischijf en de messen één keer
per week.
1.
Zet de hoofdschakelaar in stand
0
.
2. Til het product op z'n kant.
3. Reinig de maaischijf en het chassis met
bijvoorbeeld een afwasborstel. Controleer
ook of de maaischijf vrij kan draaien ten
opzichte van de voetbeschermer. Controleer
ook of de messen intact zijn en vrij kunnen
draaien.
5.2.2 Chassis
Reinig de onderkant van het chassis. Gebruik
een borstel of licht vochtige doek.
5.2.3 Wielen
Reinig rondom de voorwielen en het achterwiel
en ook rond de achterwielsteun. Gras op de
wielen kan van invloed zijn op de wijze waarop
het product op hellingen werkt.
5.2.4 Kap
Gebruik een vochtige, zachte spons of doek om
de kap te reinigen. Als de kap erg vuil is, kunt u
ook een zeepoplossing of afwasmiddel
gebruiken.
5.2.5 Laadstation
Ontdoe het laadstation regelmatig van gras,
bladeren, twijgen en andere objecten die het
dokken kunnen belemmeren.
WAARSCHUWING: Ontkoppel het
laadstation met de stekker voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht,
of het laadstation of de voeding reinigt.
1033 - 001 - 20.02.2019 Onderhoud - 35