4 Instellingen
Het product heeft fabrieksinstellingen, maar de
instellingen kunnen aan elk werkgebied worden
aangepast.
4.1 Schema
Met het menu
Schema
kunt u de schema-instellingen
voor het product wijzigen. U kunt afzonderlijke schema-
instellingen voor elk werkgebied instellen.
Bijgebieden
kunnen niet worden gepland.
De functie Schema regelt wanneer het product mag
werken. Als het product niet in bedrijf is, staat het
geparkeerd in het laadstation. In het schema-overzicht
in de app kunt u zien welke uren en dagen het product
werkt.
De tabel toont het geschatte aantal uren dat het
product elke dag moet werken voor de opgegeven
gebiedsgrootte.
Gebied CEORA™ 544
EPOS
CEORA™ 546
EPOS
5 000 m2/
1.25 acre
6 u 5 u
10 000 m2/
2.5 acre
12 u 10 u
15 000 m2/
3.75 acre
18 u 14 u
20 000 m2/
5 acre
24 u 19 u
25 000 m2/
6.25 acre
- 24 u
Er zijn 3 verschillende te selecteren kwaliteitsniveaus
die de maaifrequentie bepalen:
•Professioneel gemaaide sportvelden: Gebruikt
voor dagelijkse verzorging van sportvelden of
golfbanen met lage maaihoogte. Voor goed
onderhouden, weelderig en dicht gras.
• Professionele kwaliteit: Voor faciliteiten met hoge
eisen aan graskwaliteit. Gemiddelde grashoogte
en gazonkwaliteit met normale dichtheid. Het gras
wordt elke tweede dag gemaaid.
• Normale kwaliteit: Voor gazons met een lage
grasgroei. Hoge maaihoogte en gazonkwaliteit met
normale tot lage dichtheid. Het gras wordt twee
keer per week gemaaid.
Kwaliteit Bedrijfsfrequentie
Professioneel gemaaide
sportvelden
Elke dag
Professionele kwaliteit Elke tweede dag
Normale kwaliteit Elke derde dag
4.2 Maaihoogte
Let op: Bodem-, gras- en oppervlaktetype kunnen
verschillende maaihoogtes veroorzaken. Bij bolle
oppervlakken wordt de maaihoogte lager dan de
gemiddelde maaihoogte. Bij holle oppervlakken wordt de
maaihoogte hoger dan de gemiddelde maaihoogte. Er
bestaat schraapgevaar op bolle oppervlakken.
De maaihoogte wordt voor elk werkgebied afzonderlijk
ingesteld.
4.3 Patroon
De instellingen voor systematisch maaien worden
voor elk werkgebied ingesteld. U kunt de volgende
instellingen aanbrengen:
•Stel het patroon in voor de werking van het
product.
• Stel de richting van het patroon in.
• Stel het type voor
Randen maaien
in. Bij
Vast
randen maaien
werkt het product altijd op dezelfde
paden om een scherpe grens rond het werkgebied
te houden. Bij
Variabel randen maaien
werkt het
product op verschillende paden om het risico op
sporen langs de virtuele grens te verlagen.
• Stel een patroon in dat een aantal richtingen
in werkgebieden omvat die veel obstakels en te
vermijden zones omvatten.
4.4 Werking
26 - Instellingen 1691 - 006 - 09.01.2023