44
• Rijg de boven- en onderdraad opnieuw in -
controleer of de draad goed is ingeregen.
• Gebruik verschillende garenpenposities
(verticaal of horizontaal).
• Vervang de steekplaat wanneer de opening
in de steekplaat is beschadigd.
• Wordt het juiste schijfje gebruikt voor de
draad?
Wordt de stof niet getransporteerd?
• Breng de transporteur omhoog.
• Kies een grotere steeklengte.
De onderdraad breekt?
• Spoel garen op een ander spoeltje.
• Plaats de spoel opnieuw in de machine,
controleer of de draad op de juiste manier
is ingeregen.
• Als de opening in de steekplaat bescha digd
is, vervang de steekplaat dan.
• Reinig de ruimte rondom het spoeltje.
Het spoeltje wordt
onregelmatig opgespoeld?
• Controleer de loop van de draad bij het
spoelen.
Verkeerde steek, onregelmatige of
smalle steken?
• Zet machine uit en weer aan voor een reset.
• Plaats een andere naald, rijg de boven- en
onderdraad opnieuw in.
• Gebruik versteviger.
Machine naait langzaam?
• Controleer de snelheid
• Verwijder de steekplaat en borstel
textielresten van spoel en transporteur.
• Breng uw naaimachine naar de dealer voor
een onderhoudsbeurt.
Machine naait niet?
• Zet de spoelas omhoog in naaipositie.
• Controleer of de stekkers goed in de
machine zijn gestoken.
• Controleer de stekker in het stopcontact en
de netspanning op het stopcontact.
Hoofdmotor geblokkeerd
• Verwijder alle draad uit het gedeelte van het
spoelhuis. (Zie pagina 42)
• Verwijder de steekplaat en ook hier alle
draadresten
• Rijg de boven- en onderdraden opnieuw in.