467963
48
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/56
Nächste Seite
Gebruiksaanwijzing
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik
de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen. Nederlands
Rider 11 Rider 11 C Rider 13 C
Rider 13 AWD Rider 15 C
Nederlands – 1
Gebruiksaanwijzing voor
Rider 11, Rider 11 C,
Rider 13 C, Rider 13 AWD en Rider 15 C
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ............................................................... 2
Rijden en transport op de openbare weg ......... 2
Slepen .............................................................. 2
Gebruik ............................................................ 2
Productienummer ............................................. 3
Verklaring van de symbolen............................... 4
Veiligheidsinstructies ......................................... 5
Algemeen gebruik ............................................ 5
Rijden op hellingen .......................................... 7
Kinderen ........................................................... 8
Onderhoud ....................................................... 8
Transport ........................................................ 10
Presentatie ......................................................... 11
Plaats van de bedieningen ............................. 11
Gas/Chokebediening Rider 11, 11 C ............. 12
Ontkoppelingspedaal Rider 11, 11 C ............. 12
Rempedaal/Handrem Rider 11, 11 C ............. 12
Gas/Chokebediening Rider 13 C, 13 AWD,
15 C ............................................................... 13
Snelheidsregeling Rider 13 C, 13 AWD,
15 C .............................................................. 13
Handrem Rider 13 C, 13 AWD, 15 C .............. 13
Maaikast ......................................................... 14
Hendel voor instelling van de maaikast.......... 14
Hendel voor instelling van de maaihoogte ..... 15
Zitting ............................................................. 15
Tanken............................................................ 15
Rijden ................................................................. 16
Voor de start................................................... 16
Starten van de motor ..................................... 16
Een motor met een zwakke accu starten ....... 18
Rijden met de zitmaaier ................................. 19
Maaitips .......................................................... 20
Stoppen van de motor .................................... 21
Ontkoppelingshendel ..................................... 22
Onderhoud ......................................................... 23
BELANGRIJKE INFORMATIE
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door zodat u weet hoe u de zitmaaier moet gebruiken
en onderhouden voordat u deze gebruikt.
Voor andere service dan die welke in dit handboek wordt beschreven, kunt u contact opnemen
met een bevoegde dealer, die zorgt voor de onderdelen en de service.
Onderhoudsschema ....................................... 23
Schoonmaken ................................................ 24
Demontage van de kappen van
de zitmaaier ................................................... 25
Controle van geluiddemper ............................ 26
Controle en afstelling van besturingskabels .... 27
Controle en afstellen van de rem ................... 28
Controle en afstelling van de gaskabel .......... 30
Vervangen van brandstoffilter ........................ 30
Vervangen van luchtfilter ................................ 31
Controle van luchtfilter brandstofpomp .......... 32
Controleren van zuurniveau accu .................. 32
Ontstekingssysteem ....................................... 32
Controleren veiligheidssysteem ..................... 33
Hoofdzekering ................................................ 35
Controle bandenspanning .............................. 35
Controleren koelluchtinlaat motor .................. 35
Controle en afstellen van de gronddruk van
het maai-element ........................................... 36
Controle van parallelliteit van maaikast .......... 36
Afstelling van parallelliteit van maaikast ......... 37
Servicestand voor maaikast ........................... 38
Controle van de messen ................................ 39
Smeren ............................................................... 42
Controleren oliepeil motor .............................. 42
Verversen van de motorolie ........................... 42
Controleren van het oliepeil van de
transmissie ..................................................... 43
Het smeren van de riemspanner .................... 43
Smeren van de voorwiellagers ....................... 44
Algemeen smeren .......................................... 44
Storingsschema ................................................ 45
Stallen ................................................................ 46
Stallen in de winter ......................................... 46
Bescherming .................................................. 46
Service ........................................................... 46
Technische specificaties .................................. 47
EG-verklaring van overeenstemming .............. 50
2– Nederlands
Beste klant,
Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn volgens een uniek
concept gebouwd. Ze zijn voorzien van een frontgemonteerd maaiaggregaat en een gepatenteerde sturing
op de achterwielen (sommige modellen).
De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De regelaars en de hydrostatische
transmissie die met de pedalen worden geregeld, dragen ook bij aan het prestatievermogen van de
machine.
Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document. Door deze te lezen en toe te passen (voor gebruik,
service, onderhoud etc.) kunt u de levensduur van uw machine verlengen en de inruilwaarde verhogen.
Als u uw Rider verkoopt, moet u de gebruiksaanwijzing aan de nieuwe eigenaar geven.
Rijden en transport op de openbare weg
Controleer de geldende verkeersregels voor het rijden en vervoeren op de openbare weg. Bij eventueel
transport moet u altijd goedgekeurd spanmateriaal gebruiken en ervoor zorgen dat de machine goed vast
zit.
Slepen
Wanneer uw machine is voorzien van een hydrostaat mag u de machine alleen, indien noodzakelijk, over
zeer korte afstanden en met een lage snelheid slepen, anders bestaat het risico dat de hydrostaat
beschadigd raakt.
Toepassing
Deze machine is uitsluitend ontworpen voor het maaien van gras op normale gazons en andere schone en
gelijkmatige grond zonder obstakels in de vorm van stenen, boomstronken enz. Bovendien mag de
machine alleen worden gebruikt voor andere speciale taken met accessoires die door de producent zijn
geleverd en waarvoor instructies bij het accessoire zijn meegeleverd. Toepassing van de machine op enige
andere wijze wordt beschouwd als tegengesteld aan het bedoelde gebruik. Het voldoen aan en strikte
opvolging van de voorwaarden voor gebruik, service en reparatie zoals die door de producent zijn
aangegeven, vormen ook een essentieel onderdeel van het bedoelde gebruik.
Deze machine mag alleen worden gebruikt, onderhouden en gerepareerd door personen die de bijzondere
kenmerken kennen en bekend zijn met de relevante veiligheidsprocedures.
Voorschriften ter voorkoming van ongevallen en alle andere algemeen erkende voorschriften op het gebied
van veiligheid en bedrijfsgezondheid, en alle verkeersvoorschriften moeten te allen tijde in acht worden
genomen.
Enige arbitraire wijzigingen die aan deze machine worden uitgevoerd, kunnen de producent ontheffen van
zijn verantwoordelijkheid voor enige schade of verwonding die hieruit voortvloeit.
INTRODUCTIE
4– Nederlands
N
R
Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing.
Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen.
Lees de gebruiksaanwijzing.
Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof
Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheel
Gebruik een
gehoorbescherming
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Gebruik de zitmaaier nooit als zich personen,
in het bijzonder kinderen of huisdieren,
ophouden in de nabijheid
Neem nooit passagiers mee op
de zitmaaier of op het gereedschap
Startinstructie
Lees de gebruiksaanwijzing
Controleer het oliepeil van de motor
Breng de maaikast omhoog
Zet de hydrostaatpedalen in neutrale
stand
Rem
Als de motor koud is, gebruik dan
de choke
Start de motor
Los de handrem voordat u gaat
rijden
Rijd zonder maaikast
zeer langzaam
Steek geen handen
of voeten onder de kap
als de motor loopt
Snelheidsregelingspedaal vooruit
Neutrale stand
Snelheidsregelingspedaal achteruit
Zet de motor af en maak de
ontstekingskabel los vóór
reparatie of onderhoud
CE-markering
Waarschuwing!
Roterende messen
Waarschuwing! Risico
dat de zitmaaier kantelt
Rijd nooit dwars over
een helling
Geluidsemissie naar de
omgeving volgens de
richtlijn van de Europese
Gemeenschap. De emissie
van de machine staat in
hoofdstuk TECHNISCHE
GEGEVENS en op plaatjes.
Waarschuwing
KoppelingRemHandrem
Koppeling uit
Koppeling in
Nederlands – 5
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
8010-047
6003-002
8010-052
Neem nooit passagiers mee.
Lees de gebruiksaanwijzing voordat u de
machine start.
Maak het terrein schoon van voorwerpen voor
het maaien.
Veiligheidsinstructies
Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door.
Algemeen gebruik
Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing
en op de machine voordat u hem start. Vergewis
u ervan dat u ze begrijpt en volg ze daarna op.
Leer hoe u de machine en de hendels op een
veilige manier kunt gebruiken en leer hoe u snel
kunt stoppen. Leer ook alle veiligheidsplaatjes
herkennen.
Laat de machine alleen gebruiken door volwas-
senen die ermee vertrouwd zijn.
Zorg ervoor dat zich niemand vlakbij de machine
bevindt, wanneer u de motor start, de aandrij-
ving inschakelt of rijdt.
Zorg ervoor dat dieren en personen zich op
veilige afstand van de machine bevinden.
Stop de machine wanneer iemand het werkter-
rein binnen komt.
Maak het terrein schoon van voorwerpen zoals
stenen, speelgoed, draden enz. die door de
messen opgenomen en weggeslingerd kunnen
worden.
Pas op voor de uitworp en richt die niet op
iemand.
Stop de motor en voorkom een motorstart
voordat u het maaielement of de uitloopgoot
schoonmaakt.
Denk eraan dat de operator verantwoordelijk is
voor gevaren of ongelukken.
Neem nooit passagiers mee. De machine is
alleen bedoeld om door één persoon te worden
gebruikt.
Kijk altijd naar beneden en naar achteren voor
en tijdens het naar achteren rijden. Hou zowel
kleine als grote obstakels in de gaten.
Rem af voordat u de bocht omgaat.
Zet de messen uit wanneer u niet maait.
WAARSCHUWING!
Deze machine kan uw handen en voeten eraf maaien en voorwerpen wegslingeren.
Wanneer u verzuimt de veiligheidsvoorschriften te volgen kan dit tot ernstig letsel
leiden.
WAARSCHUWING!
Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de
aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid.
10– Nederlands
8009-467
8010-061
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Gebruik de machine nooit in een afgesloten ruimte.
Maak de machine regelmatig schoon en verwijder gras,
blad en ander vuil.
Gebruik de machine nooit binnenshuis of in
ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen
bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en
levensgevaarlijk gas.
Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u
tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien
nodig, voordat u start.
Voer nooit afstellingen uit terwijl de motor draait.
De machine is alleen getest en goedgekeurd
met door de producent geleverde en aanbevolen
uitrusting.
De mesranden zijn scherp en kunnen
snijwonden geven. Verpak de bladen of gebruik
beschermingshandschoenen wanneer u ze
hanteert.
Controleer regelmatig de werking van de
parkeerrem. Stel af en onderhoud naar be-
hoefte.
Het mulchmaaidek mag alleen gebruikt worden
waar maaien van betere kwaliteit gewenst is en
op bekend terrein.
Verminder het brandgevaar door gras, blad en
ander vuil dat erin vast komt te zitten van de
machine te halen. Laat de machine afkoelen
voor deze in de stalling wordt gezet.
Transport
De machine is zwaar en kan ernstige
beknellingswonden veroorzaken. Wees extra
voorzichtig wanneer hij op of van een auto of
een aanhanger wordt geladen.
Gebruik een goedgekeurde aanhanger om de
machine te transporteren. Activeer de
parkeerrem, zet de brandstoftoevoer uit en zet
de machine bij transport vast met goedgekeurde
spanmiddelen, zoals spanbanden, kettingen of
touw.
Controleer en volg lokale verkeersbepalingen
voordat u de machine vervoert of op een weg
rijdt.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De parkeerrem is niet voldoende om de
machine vast te zetten tijdens transport.
Zorg ervoor de machine goed op het
transportvoertuig vast te zetten. Rij de
machine achteruit het transportvoertuig
op om te voorkomen dat hij kan kantelen.
12– Nederlands
6004-004
6004-005
6004-006
PRESENTATIE RIDER 11, 11 C
Gas- en Chokebediening
Met de gasbediening wordt het toerental van de
motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid
van de messen.
De bediening wordt ook gebruikt om de choke-
functie te activeren. Bij het inschakelen van de
chokefunctie krijgt de motor een vetter brandstof/
luchtmengsel, hetgeen een koude start
vergemakkelijkt.
Ontkoppelingspedaal
Het ontkoppelingspedaal ontkoppelt de motor en
stopt de aandrijving.
De aandrijving van de messen wordt
niet
beïnvloed
door het koppelingspedaal.
Rempedaal/Handrem
Het rempedaal activeert een schijfrem die is geplaatst
op de versnellingsbak en de aandrijfwielen afremt.
Bij afremmen dient ook het ontkoppelingspedaal te
worden ingedrukt om het beste remvermogen te
verkrijgen.
Het rempedaal functioneert ook als handrem indien
de blokkeerknop wordt ingedrukt wanneer het
pedaal is ingetrapt.
18– Nederlands
STOP START
6007-007
RIJDEN
8011-642
WAARSCHUWING!
Laat de motor nooit binnenshuis
lopen, in een gesloten of slecht
geventileerde ruimte. De
uitlaatgassen van de motor
bevatten giftig koolmonoxyde.
7. Als de motor is gestart, de contactsleutel terug
laten gaan naar de neutrale stand.
Schuif de gasbediening naar het gewenste
motortoerental. Bij maaien kunt u 3/4 tot vol gas
geven.
Aansluiting startkabels
WAARSCHUWING!
Lood-zuur accu’s genereren
explosieve gassen. Hou vonken,
vlammen en rokend materiaal uit
de buurt van accu’s. Draag altijd
oogbescherming wanneer u met
accu’s werkt.
Een motor met een zwakke accu starten
Wanneer de accu te zwak is om de motor te
starten, moet hij opgeladen worden.
Wanneer startkabels worden gebruikt voor een
noodstart, volg dan deze procedure:
BELANGRIJKE INFORMATIE
Uw maaier is uitgerust met een 12-volt
negatief geaard systeem. Het andere
voertuig moet ook een 12-volt negatief
geaard systeem zijn. Gebruik de accu
van de maaier niet om andere voertuigen
te starten.
De startkabels bevestigen
Sluit ieder eind van de RODE kabel aan op de
POSITIEVE (+) pool van elke accu, zorg ervoor
niet tegen het chassis te kortsluiten.
Bevestig een eind van de ZWARTE kabel op
de NEGATIEVE (-) pool van de volledig
geladen accu.
Bevestig het andere eind van de ZWARTE
kabel op een goede CHASSISAARDING, uit
de buurt van de brandstoftank en accu.
Voor het weghalen van de kabels, omgekeerde
volgorde
ZWARTE kabel eerst van het chassis en dan
van de volledig opgeladen accu.
RODE kabel als laatste van beide accu’s.
Nederlands – 19
N
6007-010H
6021-002
6007-003
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het schakelen tussen de vooruit-
versnellingen mag niet plaatsvinden met
de machine in beweging.
De motor moet worden ontkoppeld bij
iedere schakelmanoeuvre.
Stop de machine voor het schakelen
tussen de voor- en achteruitversnelling,
anders kan de versnellingsbak schade
oplopen.
Gebruik nooit geweld om een versnelling
in te schakelen. Als een versnelling niet
direct pakt laat dan het koppelingspedaal
opkomen en druk het weer in. Probeer
daarna de versnelling opnieuw in te
schakelen.
Rijden met de zitmaaier
1. Los de handrem door het rempedaal in te
drukken.
2. Voor Rider 13 C, Rider 13 AWD en Rider 15 C
Druk voorzichtig een van de pedalen in totdat de
gewenste snelheid is verkregen.
Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter-
uit rijden, pedaal (2).
Voor Rider 11 en Rider 11 C
Ontkoppel de motor en schakel de gewenste
versnelling in.
Om de achteruitversnelling in te schakelen moet
de blokkeerknop worden ingedrukt.
De versnellingen 1–4 worden gebruikt bij
maaien.
De versnellingen 4–5 worden gebruikt bij
transport.
Het starten kan plaatsvinden onafhankelijk van
welke versnelling is ingeschakeld.
RIJDEN
20– Nederlands
6007-008H
6007-009H
6007-012
RIJDEN
3. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de
maaihoogtehendel.
Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het
belangrijk dat de bandenspanning van beide
voorwielen gelijk is 60 kPa (8.5 PSI).
Maaipatroon
WAARSCHUWING!
Reinig de grasmat van stenen en
andere voorwerpen die door de
messen kunnen worden
weggeslingerd.
Maaitips
Lokaliseer en markeer stenen en andere vaste
voorwerpen om te vermijden dat u hier tegenaan
rijdt.
Begin met een hoge maaihoogte en verminder
tot het gewenste maairesultaat wordt verkregen.
Het maairesultaat wordt het best met een hoog
motortoerental (de messen roteren snel) en een
lage snelheid (de zitmaaier beweegt zich lang-
zaam). Is het gras niet al te lang en dicht op
elkaar groeiend, kan de rijsnelheid worden
verhoogd zonder dat het maairesultaat
merkbaar verslechtert.
De mooiste grasmat krijgt u als u deze vaak
maait. Het maaien wordt regelmatiger en het
afgeknipte gras wordt gelijkmatiger over het
oppervlak verdeeld. De totale tijd die u aan het
maaien besteedt wordt niet langer aangezien
een hogere rijsnelheid kan worden gekozen
zonder dat het maairesultaat slechter wordt.
Vermijd het maaien van een natte grasmat. Het
maairesultaat wordt slechter aangezien de
wielen wegzakken in de zachte grasmat.
Spoel de onderkant van het maai-element na
ieder gebruik met water af, gebruik geen hog-
edrukspuit. Het maai-element moet dan in de
servicestand gezet worden.
Wanneer het BioClip-element wordt gebruikt,
komt het extra nauw dat de maai-interval niet te
lang wordt.
4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de
maaikast in en laat de maaikast zakken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De levensduur van de aandrijfriemen
wordt aanzienlijk verlengd als de motor
loopt met een laag toerental als de mes-
sen worden ingeschakeld. Geef daarom
pas gas als de maaikast is neergelaten in
de maaistand.
Nederlands – 21
MAX 15°
STOP START
6007-013
6007-014H
6007-015
RIJDEN
WAARSCHUWING!
Rijd nooit met de zitmaaier over
een terrein met een helling van
meer dan 15°. Maai hellingen recht
naar boven en recht naar beneden,
nooit dwars. Vermijd plotselinge
richtingsveranderingen.
Starten op helling, handgeschakelde
versnellingsbak
1. Trap de handrem in.
2. Schuif de gasbediening naar de volgasstand.
3. Ontkoppel de motor en schakel de 1e ver-
snelling in.
4. Laat voorzichtig het ontkoppelingspedaal
opkomen.
5. Wanneer de motor begint te trekken, laat u de
handrem los.
Afzetten van de motor
Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair
lopen om weer de normale werktemperatuur te
krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft
moeten werken.
1. Haal de maaikast omhoog door de hendel naar
achter te trekken tot de eindstand.
2. Rider 11 en Rider 11 C: Trek de gashendel
terug en breng de versnellingshendel in zijn vrij
”N” zonder de achteruitvergrendelknop in te
drukken. Draai het contactslot naar stand
”STOP”.
Rider 13 C, Rider 13 AWD en Rider 15 C: Trek
de gashendel naar achteren en draai het
contactslot naar stand ”STOP”.
3. Wanneer de zitmaaier stil staat, houdt u de
handrem ingetrapt en drukt u de blokkeerknop in.
46– Nederlands
6004-001Hy 6021-001
Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze
stappen volgen:
1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het
bijzonder onder de maaikast. Herstel
lakbeschadigingen om roestaanvallen te
voorkomen.
2. Inspecteer de zitmaaier op beschadigde of
versleten onderdelen en draai evt. losse bouten
en moeren vast.
3. Ververs de olie in de motor, zorg dat de afge-
werkte olie een goede bestemming krijgt.
4. Maak de benzinetank leeg. Start de motor en
laat deze lopen totdat er ook geen benzine meer
zit in de vergasser.
5. Verwijder de bougie en giet ongeveer een
eetlepel motorolie in de cilinder. Draai de motor
rond zodat de olie verdeeld wordt en schroef de
bougie weer vast.
6. Smeer alle smeernippels, gewrichten en assen.
7. Verwijder de accu. Maak deze schoon, laad hem
op en bewaar hem op een koele plaats.
8. Stal de zitmaaier schoon en droog en breng een
bedekking aan als extra bescherming.
Bescherming
Om uw machine te beschermen tijdens stalling of
transport is een hoes verkrijgbaar. Neem contact op
met uw dealer voor een demonstratie.
Service
Bij het bestellen van reserve-onderdelen moet het
jaar van aankoop van de zitmaaier en het model-,
type- en serienummer worden vermeld.
Er moeten altijd originele reserve-onderdelen
worden gebruikt.
Een jaarlijkse controle of groot onderhoud door een
bevoegde servicewerkplaats is een goede manier
om ook het daaropvolgende seizoen optimaal
plezier te hebben van uw zitmaaier.
Winterstalling
Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier
onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling,
ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat
worden. Brandstof die lange perioden in de tank blijft
(30 dagen of meer) kan kleverige afzettingen produ-
ceren, die de vergasser kunnen verstoppen en de
werking van de motor kunnen verstoren.
Een brandstofstabilisator is een acceptabel alterna-
tief als het erom gaat kleverige afzettingen tijdens
de stalling te voorkomen. Als alkylaatbenzine
(Aspen) werd gebruikt, hoeft men geen stabilisator
toe te voegen, daar deze brandstof stabiel is.
Daarentegen moet men vermijden standaard- en
alkylaatbenzine afwisselend te gebruiken, daar
gevoelige rubberen onderdelen dan hard kunnen
worden. Voeg stabilisator toe aan de brandstof in de
tank of het opbergreservoir. Gebruik altijd de
mengverhouding die door de fabrikant van de
stabilisator wordt aangegeven. Laat de motor
minstens 10 minuten lopen na toevoeging van de
stabilisator, zodat de stabilisator tot bij de vergasser
komt. Maak de brandstoftank en de vergasser niet
leeg als stabilisator is toegevoegd.
STALLEN
WAARSCHUWING!
Stal een motor met brandstof in
de tank nooit binnenshuis of in
slecht geventileerde ruimten, daar
brandstofdampen in contact
kunnen komen met open vuur,
vonken of een waakvlam, zoals in
een verwarmingsketel, een geiser,
een droger etc. Hanteer de brand-
stof met voorzichtigheid. Deze is
zeer snel ontvlambaar en onacht-
zaam gebruik kan zwaar persoon-
lijk letsel en schade aan eigen-
dommen veroorzaken. Tap de
brandstof af in een goedgekeurd
reservoir buitenshuis en op
geruime afstand van open vuur.
Gebruik nooit benzine voor het
reinigen. Gebruik in plaats
daarvan ontvettingsmiddel en
warm water.
48

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Husqvarna Rider 11 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Andere Handbücher von Husqvarna Rider 11

Husqvarna Rider 11 Bedienungsanleitung - Deutsch - 50 seiten


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info