8
Tekening C is een verticale doorsnede van het rookkanaal.
1. Stalen schoorsteen.
2. Kniepijp. Past aan de binnenkant van de rookafvoerpijpaansluiting.
3. Wand.
4. Ingemetselde mof. Past op de kniepijp.
5. Wandrozet. Verbergt de reparatie rond de wandmof.
6. Koppeling. Wordt afgedicht met pakkingskoord.
7. Rookkanalen van de HWAM-houtkachel.
8. Regelklep in kniepijp.
9. Reinigingsluikje.
De schoorsteen
De schoorsteen is de motor van de kachel en van doorslaggevend belang voor de werking van de kachel.
Door de trek in de schoorsteen ontstaat onderdruk in de kachel. Door deze onderdruk wordt de rook
uit de kachel afgevoerd, wordt langs de klep lucht aangezogen voor het ruitspoelsysteem dat de ruit
roetvrij houdt en wordt via de primaire en secundaire klep lucht aangezogen voor de verbranding.
De trek in de schoorsteen komt tot stand door het verschil in temperatuur binnen en buiten de
schoorsteen. Hoe hoger de temperatuur in de schoorsteen, hoe beter de schoorsteen trekt. Het is
daarom van grootst belang dat de schoorsteen door en door warm is voordat de kleppen worden
gesloten en de verbranding in de kachel wordt beperkt (een gemetselde schoorsteen heeft hier meer
tijd voor nodig dan een stalen schoorsteen). Als de trek in de schoorsteen door weers- en windoms-
tandigheden slecht is, is het extra belangrijk dat de schoorsteen zo snel mogelijk wordt verwarmd. Er
moet dan snel voor vlammen worden gezorgd. Maak de stukken hout extra klein, gebruik een extra
aanmaakblokje, of dergelijke.
Als de kachel enige tijd niet meer is gebruikt, moet worden gecontroleerd of de schoorsteenpijp niet
verstopt is.
Er kunnen verschillende installaties op één schoorsteen worden aangesloten. Wel moet dan eerst
worden nagegaan welke voorschriften hierop van toepassing zijn.
Zelfs een goede schoorsteen kan bij verkeerd gebruik slecht werken. En een slechte schoor-steen die
goed wordt gebruikt, kan prima werken.
Reiniging van de schoorsteen
De schoorsteen moet jaarlijks worden geveegd om te voorkomen dat er brand in ontstaat. De roo-
kafvoerbuis en de rookkamer boven de stalen rookgeleidingsplaat moeten samen met de schoorsteen
worden gereinigd. Als reiniging van de schoorsteen van bovenaf onmogelijk is vanwege de hoogte van
de schoorsteen, moet er een reinigingsluikje worden aangebracht.
Als er in de schoorsteen brand ontstaat, moeten alle kleppen worden gesloten en moet de brandweer
worden gewaarschuwd. De schoorsteen mag pas weer in gebruik worden ge-nomen, wanneer deze
door een schoorsteenveger is geïnspecteerd.