16
Aansteken (tekening F)
Voor een goede verbranding is het heel belangrijk dat de kachel op de juiste manier wordt aangemaakt.
Een koude houtkachel en een koude schoorsteen bemoeilijken de verbranding. Het is belangrijk om zo
snel mogelijk een hoge rookgastemperatuur te bereiken.
Schuif de regelstang helemaal naar rechts (tekening F) en schudroosterhendel (2) helemaal naar binnen.
Leg twee stukken hout (met een diameter van 5-8 cm) horizontaal op de bodem van de verbrandingskamer.
(1-1,5 kg). Leg daar kriskras 5-8 aanmaakhoutjes bovenop. Leg 2 aanmaakblokken tussen de bovenste laag
aanmaakhoutjes. Steek de aanmaakblokken aan en sluit de deur. Als u problemen heeft met condens op
het glas, kunt u de deur evt. een poosje op een kier zetten alvorens deze te sluiten. Wanneer het aanmaak
-
hout goed brandt schuif de regelstang (1) naar de middelste positie. Dreigt het vuur nu te doven, dan is
het nog te vroeg om de regelstang te verschuiven. Zet de regelstang weer in de rechterstand, totdat het
vuur beter op gang is gekomen. Schuif dan weer naar de middelste positie. Laat het aanmaakhout volledig
opbranden tot er geen zichtbare vlammen meer zijn. Hierna kan de kachel weer worden opgestookt.
Booster (tekening F)
Trek de hendel van het schudrooster (2) volledig uit om de booster te activeren als het hout niet gemak
-
kelijk brandt door een slechte schoorsteentrek. BELANGRIJK: om veiligheidsredenen mag deze hendel
alleen gedurende de eerste 3 minuten worden gebruikt. Zodra de temperatuur in de verbrandingskamer
hoog genoeg is en de trek in de schoorsteen voldoende is, duwt u de hendel weer helemaal naar binnen.
Dit zorgt voor een veilige en efficiënte verbranding. Het luchtwassysteem wordt hierdoor geactiveerd
en oververhitting van de kachel wordt voorkomen. De booster is enkel bedoeld om te helpen bij een
slechte trek tijdens de eerste 3 minuten van het opstoken. Bij een schoorsteentrek van 12 Pa is het
gebruik van de booster niet nodig.
Belangrijk! Open de deur alleen bij het aanmaken, bijvullen en schoonmaken van de kachel.
Opstoken (tekening F)
Wanneer er geen gele vlammen meer zichtbaar zijn en er een goede laag sintels is ontstaan kan de kachel
weer worden opgestookt. Een goede laag sintels wil zeggen dat de bodem van de kachel volledig met
sintels is bedekt en als deze in een cirkel rond het schudrooster gloeien. Plaats minstens twee stukken
hout van maximaal 1 kg per stuk in de kachel. U hoeft de regelstang niet meer te gebruiken. HWAM
®
Autopilot™ regelt de luchttoevoer. De temperatuur kan echter omhoog of omlaag worden bijgesteld
door de regelstang naar links of naar rechts te schuiven. Als de regelstang verder naar links wordt gezet,
wordt de verbranding geringer en de verbrandingstijd langer. Als de stang naar rechts wordt gezet, wordt
de verbranding groter en de verbrandingstijd korter. Wacht met bijvullen tot de aslaag weer laag genoeg is.
Als de kachel brandt, worden de buitenvlakken van de kachel warm. Wees dus voorzichtig.
Na het stoken
Als de houtkachel niet in gebruik is moet de regelstang helemaal naar links worden gezet zodra de kachel
is afgekoeld.
Het reinigen van het glas
Wij adviseren u de ruit te reinigen na het stoken. Dit kan het beste gebeuren met een stuk keukenrolpapier.
Stoken met kolen en petcokes
De haard is niet goedgekeurd voor het stoken met kolen en petcokes.