13
De schoorsteen moet een minimale vrije ruimte van Ø 150 mm hebben. De schoorsteen moet zijn
voorzien van een gemakkelijk toegankelijke reinigingsdeur. De schoorsteen en het rookkanaal moeten van
rookkanaalklasse T400 zijn en een CE-markering hebben. Verder moet de classificatie G in de test voor
roetweerstand zijn verkregen. De vereiste afstand tot brandbaar materiaal moet worden aangehouden
in overeenstemming met het merklabel. Vraag uw HWAM-verkoper om meer informatie.
Aansluiting op de schoorsteen
Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op een
goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluiting van een
schoorsteen worden aangesloten.
Wees heel grondig bij het controleren of de schoorsteen dicht is en of er geen valse trek is bij de
afdekplaat bij de afgedichte rookafvoer, de schoonmaakklep of bij de buisverbindingen. Merk op dat het
effect van de schoorsteentrek sterk wordt verminderd bij een barst in het schoorsteenkanaal of in de
horizontale rookkanalen.
Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening B en C)
B: Rookafvoer langs boven
C: Rookafvoer langs achter
• Stalen schoorsteen (9).
• De bocht (10) past inwendig op het aansluitstuk van de kachel.
• Gemetselde schoorsteenwand (11).
• Ingemetselde mof (12). Past op de rookpijp.
• Muurrosace (13). Verbergt reparatie rond de gemetselde mof.
• Pakking (14). Wordt gedicht met dichtingsstrip.
• Rookkanalen (15) van de HWAM kachel.
• Regelschuif (16)in rookpijp.
• Reinigingsluikje (17).
Het monteren van afzonderlijke delen
Controleer voor het opstellen van de kachel of alle afzonderlijke delen correct gemonteerd zijn. Controleer
of alle isolatieplaten correct zijn geplaatst in de verbrandingskamer, d.w.z. dat de bodemplaat horizontaal
ligt en dat de zijplaten verticaal zijn geplaatst en dicht tegen de stalen zijkanten en de bodemplaat aanliggen.
Verticale doorsnede van de kachels (Tekening B, C en D):
• Rookplaat (5). Dient te rusten op de rails en de houders aan de zijkanten.
• Rookgeleidingsplaat (6) in 2 delen. Elk deel hangt aan een haak (7a) onder de bovenplaat. De twee
delen komen samen in de houder achter op de luchtbuis. Haal, als de kachel geïnstalleerd is, de trans
-
portzekering (7b) van de twee haken.
• Achterplaat (2a), die de HWAM
®
Autopilot™ afdekt. Dient altijd gemonteerd te zijn als de kachel
tegen een brandbare wand staat.
De schoorsteen
De schoorsteen is de motor van de kachel en allesbepalend voor de werking van de kachel. De schoor-
steentrek geeft een onderdruk in de kachel. Deze onderdruk verwijdert de rook uit de kachel, zuigt lucht
door de klep naar de zgn. smoorklep, die de ruit vrij van roet houdt, en zuigt lucht aan door de primaire
en secundaire kleppen voor de verbranding.
De schoorsteentrek ontstaat door het temperatuursverschil tussen binnen en buiten de schoorsteen.
Hoe hoger de temperatuur in de schoorsteen, hoe beter de schoorsteentrek. Het is daarom van essen
-
tieel belang dat de schoorsteen goed wordt verwarmd voordat de luchttoevoer wordt geregeld en zo
de verbranding in de kachel wordt beperkt (een stenen schoorsteen is niet zo snel warm als een stalen
schoorsteen). Als de trek in de schoorsteen door weers- en windomstandigheden slecht is, is het extra