37
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Stoelverwarming
(indien hiermee uitgerust)
Terwijl de motor draait, druk op de
schakelaar om de zitplaats van de bestu-
urder of de zitplaats van de voor pas-
sagier te verwarmen.
Tijdens gematigd weer en onder condi-
ties waarbij de werking van de stoelver-
warmer niet nodig is, is het niet nodig de
verwarming te gebruiken.
Elke keer dat u op de knop drukt, wordt
de temperatuurinstelling van de zitting
als volgt gewijzigd:
De Stoelverwarming zal standaard op
OFF staan als de contactschakelaar
wordt omgedraaid.
]AANDACHT
Als de stoelverwarmingschakelaar in de
AAN positie staat, wordt het verwarm-
ingssysteem niet automatisch uitgescha-
keld.
Rugleuningzak
(indien hiermee uitgerust)
Het rugleuningzak op de rugleuning be-
vindt zich op de bestuurder en/of passa-
giersstoel voor.
WAARSCHUWING -
Rugleuningzakken
Plaats geen zware of scherpe voor-
werpen in de rugleuningtassen. Bij
een ongeval kunnen deze losko-
men en de inzittenden van het voer-
tuig verwonden.
OIA0330025OIA0330013
OFF (UIT)
HIGH ( )
MIDDLE ( )
LOW ( )
←←←
←
(HOOG)
(MIDDEN)
(LAGE)