7-19
7
Onderhoud
Controleer de toestand en de
aansluitingen van alle slangen van
het koelsysteem en van de verwarm-
ing. Vervang beschadigde en slechte
slangen.
Het koelvloeistofpeil in het expan-
sievat dient tussen de merktekens F
en L te liggen als de motor koud is.
Vul als het peil laag is voldoende
voorgeschreven koelvloeistof bij om
het systeem tegen vorst en corrosie
te beschermen. Vul bij tot de F, maar
vul niet te veel bij.
Als frequent bijvullen van koel-
vloeistof noodzakelijk is, adviseren
we u het systeem te laten controle-
ren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
De elektromotor (ko-
elventilator) wordt
aangestuurd op basis
van de koelvloeistof
temperatuur, de kou-
demiddeldruk en de rijsnelheid.
De ventilator kan soms gaan
draaien ook al is de motor uit.
Wees extra voorzichtig bij
werkzaamheden in de buurt van
de koelventilator zodat u niet
geraakt wordt door de rond-
draaiende ventilatorbladen. Als
de koelvloeistoftemperatuur
daalt, wordt de elektromotor
automatisch uitgeschakeld. Dit
is een normaal verschijnsel.
WAARSCHUWING
(Vervolg)
•Verwijder de radiateurdop of
de aftapplug niet als de motor
en de radiateur nog heet zijn,
zelfs niet als de motor niet
loopt. Er kan nog steeds hete
koelvloeistof en stoom ont-
snappen, waardoor er ernstig
letsel kan ontstaan.
OGB076026
OIB074010
nBenzinemotor
• Kappa 1.0 T-GDI
• Kappa 1.25 MPI/ Kappa 1.4 MPI