7-94
Onderhoud
Benzineroetfilter (GPF)
(indien van toepassing)
Het benzineroetfiltersysteem verwij-
dert roet uit de uitlaatgassen.
In tegenstelling tot een verwisselbaar
luchtfilter verbrandt (oxideert) het
benzineroetfiltersysteem het verza-
melde roet automatisch tijdens het
rijden, afhankelijk van de rijomstan-
digheden. Met andere woorden, het
verzamelde roet wordt door het
motormanagementsysteem en de
hoge uitlaatgastemperatuur bij nor-
male en hogere snelheden automa-
tisch verwijderd.
Als de auto echter gedurende lange-
re tijd herhaaldelijk korte afstanden
of met lage snelheid rijdt, is het
mogelijk dat het roet niet automa-
tisch verwijderd wordt, omdat de
temperatuur van de uitlaatgassen te
laag is. In dit geval kan de opgesla-
gen roet een bepaalde hoeveelheid
bereiken, ongeacht het roet regene-
ratieproces, waarna de GPF-lamp
zal oplichten.
Het benzineroetfilterlampje dooft als
de rijsnelheid hoger wordt dan 80
km/h of als het motortoerental tussen
de 1.500 en 4.000 omw/min ligt, rij-
dend in de 2e versnelling of in een
hogere versnelling gedurende onge-
veer 30 minuten. Wanneer de GPF-
lamp begint te knipperen of het waar-
schuwingsbericht ''controleer uitlaat-
systeem'' wordt weergegeven nadat
het voertuig werd gereden zoals
hierboven vermeld, raden wij u aan
dat u het GPF-systeem laat controle-
ren door een erkende HYUNDAI-
dealer.
Als de GPF-lamp langere tijd knip-
pert, kan dit het GPF-systeem
beschadigen en het brandstofver-
bruik verhogen.
Benzine (indien uitgerust met
een benzineroetfilter)
Het is raadzaam om alleen ben-
zine te gebruiken die geschikt is
voor voertuigen met een benzi-
neroetfilter als uw auto voor-
zien is van een benzineroetfil-
tersysteem. Als u benzine geb-
ruikt met andere dan de voorge-
schreven additieven, kan er
schade ontstaan aan het benzi-
neroetfiltersysteem en kunnen
er emissieproblemen ontstaan.
OPMERKING