NEDERLANDS 42
Advies en tips voor gebruik
Cake en brood:
- Verwarm de oven minstens 15 minuten
voor voordat u brood of cakes begint te
bakken.
- Open de deur niet tijdens het bereiden,
de koude lucht zou er immers voor zorgen
dat de gist niet meer rijst.
- Wanneer de cake is gebakken, schakelt
u de oven uit en laat u de cake er nog
ongeveer 10 minuten in staan.
- Gebruik de geëmailleerde ovenplaat of
opvangbak, die bij de oven zijn geleverd,
niet om cakes in te bakken.
- Hoe weet u wanneer de cake gaar is?
Prik ongeveer 5 minuten voor het einde
van de bereidingstijd met een prikker of
spies in het hoogste deel van de cake. Als
de prikker er droog uitkomt, is de cake
klaar.
- En wat als de cake invalt? Gebruik de
volgende keer minder vloeistof of verlaag
de temperatuur met 10°C.
- Als de cake te droog is: Maak wat kleine
gaatjes met een tandenstoker en giet er
enkele druppels vruchtensap of alcohol
in. Zet de temperatuur de volgende
keer 10°C hoger of stel een kortere
bereidingstijd in.
- Als de cake bovenaan te bruin is: zet de
cake de volgende keer op een lagere
steunhoogte, bak de cake op een lagere
temperatuur en langer.
- Als de bovenkant van de cake verbrand
is: verwijder de verbrande laag en bedek
de cake met suiker of decoreer de cake
met room, jam, banketbakkersroom enz.
- Als de cake onderaan te bruin is: zet de
cake de volgende keer op een hogere
steunhoogte en bak de cake op een
lagere temperatuur.
- Als de cake of het brood mooi gebakken
is aan de buitenkant maar niet gaar
is binnenin: gebruik de volgende keer
minder vloeistof, bak op een lagere
temperatuur en langer.
- Als de cake niet uit de bakvorm komt:
schuif een mes rond de randen, leg een
vochtige doek over de cake en draai de
bakvorm ondersteboven.
Vet de bakvorm de volgende keer
goed in en besprenkel met bloem of
broodkruim.
- Als de koekjes niet van de bakplaat af
komen: zet de bakplaat even terug in
de oven en haal de koekjes eraf voor ze
afkoelen. Gebruik de volgende keer een
vel bakpapier om dit te voorkomen.
Vlees
- Als meer dan 40 minuten nodig is om
vlees te bereiden, zet de oven dan
10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd uit, om gebruik te maken
van de restwarmte (energie besparen).
- Uw braadstuk zal sappiger zijn als het in
een gesloten pan wordt bereid; het zal
knapperiger zijn als het zonder deksel
wordt bereid.
- Normaal is er voor wit vlees, gevogelte
en vis een gemiddelde temperatuur nodig
(minder dan 200°C).
- Om rood vlees "saignant" te bakken, is
een hoge temperatuur (meer dan 200°C)
en een korte bereidingstijd nodig.
- Als u een smakelijk braakstuk wenst, moet
u het vlees invetten en kruiden.
- Als uw braadstuk hard is: laat het vlees
de volgende keer langer rijpen.
- Als uw braadstuk boven- of onderaan te
hard gebakken is: zet het braadstuk de
volgende keer op een hogere of lagere
steunhoogte, verlaag de temperatuur en
laat langer bakken.