23
Videobeelden optimaliseren
Als het videoapparaat correct is aangesloten en het beeld op het scherm is, kunt u
het beeld optimaliseren met de schermmenu’s. Zie pagina 24 voor algemene
informatie over het gebruik van de menu’s.
• Stel Trapezium, Contrast, Helderheid, Kleur of Tint in (pagina 25).
• Wijzig de Aanzichtverhouding. Kies de optie die het beste past bij uw
ingangsbron (pagina 25).
• Kies een Felheid-instelling (pagina 25).
• Pas de kleurtemperatuur aan. Kies een warmtewaarde uit de lijst (pagina 26).
• Zet Overscan aan om ruis aan de randen van het beeld te verwijderen
(pagina 27).
De projector aanpassen
U kunt de projector aanpassen aan uw specifieke installatie en behoeften. Zie
pagina 27 voor details over deze functies.
• Om te projecteren op de achterzijde van een scherm, gebruikt u de optie
Achterkant Project in het Menu geavanceerd >Setup> Beeld instellen.
• Als de projector aan het plafond is gemonteerd, gebruikt u de optie
Plafondmontage in het basismenu.
• Geef in het Menu geavanceerd > Setup > Bronnen op welke bron de projector
eerst controleert op actieve video tijdens het inschakelen.
• Geef de functie op van de Gebruiksleutel op de afstandsbediening.
• Schakel de schermmeldingen van de projector in of uit.
• Zet energiebesparende functies aan.
• Geef het uiterlijk van het lege scherm en het startscherm op.
• Geef de taal van de menu’s op.
• Bewaar instellingen van de actieve bron als voorinstelling.