BEDIENINGSVOORSCHRIFT INTERGAS VR
LOW NOx-ps GASWANDKETEL
NE 07-03
Laat u vooral eerst goed voorlichten door uw installateur.
Werking van de ketel
De Intergas gaswandketel met elektronische inbouwpompschake-
laar dient om het C.V. water op te warmen en de warmte toe te
voeren aan de radiatoren of naar de warmwatervoorziening. Bij
iedere warmtevraag van de kamerthermostaat of de warmwater-
voorziening wordt de brander ontstoken.
De circulatiepomp gaat automatisch bij iedere warmtevraag draai-
en. Na de warmtevraag blijft de circulatiepomp 1 minuut nadraaien.
Bovendien gaat de circulatiepomp automatisch 1 keer per 24 uur
gedurende 1 minuut draaien, gerekend vanaf laatste warmtevraag.
De automatische inschakeling van de pomp gedurende 1 minuut
per 24 uur vindt altijd plaats op het tijdstip van de laatste warmte-
vraag van de kamerthermostaat. Om het tijdstip van de automati-
sche inschakeling van de circulatiepomp te wijzigen, dient dus op
het gewenste tijdstip de kamerthermostaat even omhoog gezet te
worden.
De in de aanvoer van de ketel gemonteerde driewegklep stuurt het
ketelwater of naar de C.V. installatie of naar de doorstroomboiler.
De bediening van de driewegklep gebeurt door de kamerthermo-
staat zodra de koudwaterthermostaat (voorkeurschakeling) warm
genoeg is.
Zodra er water getapt wordt stuurt de koudwater thermostaat de
driewegklep over naar de doorstroomboiler.
De temperatuur van het tapwater wordt nu geregeld door de
warmwaterthermostaat. Tijdens het tappen blijft de driewegklep op
warmwatervoorziening staan.
Stopt men het tappen dan zal de doorstroomboiler snel de 60°C
van de koudwaterthermostaat bereikt hebben. De brander schakelt
dan uit en de ketel zal in ruststand op een temperatuur van +
60°C
blijven. Indien de kamerthermostaat vragend gezet wordt zal de
driewegklep overlopen naar de CV stand en de brander zal weer
inschakelen.
Kontroleer alvorens de ketel aan te steken:
1. De waterdruk moet minimaal 1 bar zijn bij afgekoeld water.
2. De ketel en de installatie moeten goed ontlucht zijn.
3. De elektrische stroom moet uitgeschakeld zijn.
4. De gaskraan moet open staan.
Nooit de elektrische stroom inschakelen als de installatie niet
geheel gevuld en ontlucht is.
Aansteken (zie tek.)
1. Als de ketel of waakvlam kort tevoren heeft gebrand, 5 minuten
wachten alvorens opnieuw aan te steken, om eventueel aanwe-
zige gassen te laten ontsnappen. Voor de Intergasketels type
H22VRTW dient gedurende de wachttijd van 5 minuten de
elektrische stroom ingeschakeld te zijn.
2. Druk de bedieningsknop van het regelblok geheel in en houdt
deze vast, terwijl U de waakvlam aansteekt door de vonkont-
steker in te drukken.
Zonodig enige malen herhalen tot de waakvlam brandt.
3. Laat ongeveer 30 sekonden nadat de waakvlam is ontstoken
de knop los, waarna de waakvlam moet blijven branden.
Zo niet, dan de handelingen 1 t/m 3 herhalen.
4. Schakel de elektrische stroom direkt in.
N.B. De ventilator van de Intergasketels type H22VRTW draait bij
geen warmtevraag op een laag toerental t.b.v. de waakvlam.
Wordt de elektrische stroom uitgeschakeld dan kan de waak-
vlam doven.
Opstoken van het ketelwater
1. De branders gaan automatisch branden tot 60°C ketelwater-
temperatuur t.b.v. de warmwatervoorziening.
1. Regelthermostaat op de gewenste stand zetten (lage stand bij
matig koud weer, hogere stand bij kouder weer). De stand van
de regelthermostaat heeft geen invloed op de tapwatertempera-
tuur
2. Kamerthermostaat op de gewenste temperatuur zetten. De
branders gaan nu branden.
3. Als de CV-installatie is bijgevuld, handelen als hierna vermeld
bij ontluchten.
Belangrijk
Let op dat er altijd één of meerdere radiatoren geheel open staan,
omdat er anders geen circulatie in de leidingen plaatsvindt, waar-
door de ketel oververhit kan raken.
Afzetten
Voor tijdelijk afzetten de kamerthermostaat op de laagste stand
zetten. Voor langdurig afzetten de bedieningsknop van het regel-
blok uitzetten. Gaskraan dichtdraaien en eventueel elektrische
stroomtoevoer uitschakelen.
Let op: In de winter altijd waakvlam aanlaten en elektriciteit aan-
gesloten houden om bevriezing te voorkomen. Bij vorst kamerther-
mostaat niet te laag zetten.
Opmerking
Zet de ketel niet de gehele zomer uit, doch laat deze één keer in
de maand een kwartier branden om vuilafzetting in de leidingen
etc. te voorkomen.
Vullen en ontluchten
Voor het vullen de elektrische stroom uitschakelen. Bij de
Intergasketels H22VRTW is het mogelijk dat tijdens het uitschake-
len van de elektrische stroom de waakvlam dooft. Voor het
opnieuw aansteken zie hoofdstuk "aansteken". Het vullen (bijvul-
len) kan geschieden via de vul/aftapkraan van de ketel of op de
plaats waar de kraan is aangebracht door de installateur. Hiervoor
de vulslang met de bijgeleverde slangpilaar op de vul/aftapkraan
draaien. Vervolgens de vulslang vullen met water totdat zich hierin
geen lucht meer bevindt. Dan de wartel vastdraaien. Zet de drie-
wegklep op handbediening. Vulkraan openen en installatie op druk
brengen. Alle ontluchtingspunten goed ontluchten.
Achter op de ketel is een automatische ontluchter gemonteerd.
Kontroleer of het afsluitdopje open staat. Vulkraan sluiten en wartel
eraf draaien.
Moet er vaker dan enkele keren per stookseizoen bijgevuld wor-
den, dan de installateur waarschuwen, daar steeds vers water
schadelijk voor de installatie kan zijn. Er is dan waarschijnlijk een
lek in de installatie.
BEDIENINGSVOORSCHRIFT INTERGAS GASWANDKETEL MET INGEBOUWDE WARMWATERVOORZIENING
ELEKTRONISCHE POMPSCHAKELAAR