BEDIENINGSVOORSCHRIFT INTERGAS VR
LOW NOx-ps GASWANDKETEL
NE 05-03
Laat u vooral eerst goed voorlichten door uw installateur.
Werking van de ketel
De Intergas gaswandketel met elektronische inbouwpompscha-
kelaar dient om het C.V. water op te warmen en de warmte toe te
voeren aan de radiatoren.
Bij iedere warmtevraag van de kamerthermostaat wordt de bran-
der ontstoken.
De circulatiepomp gaat automatisch bij iedere warmtevraag
draaien. Na de warmtevraag blijft de circulatiepomp 5 minuten
nadraaien. Bovendien gaat de circulatiepomp automatisch 1 keer
per 24 uur gedurende 5 minuten draaien. De automatische
inschakeling van de pomp gedurende 5 minuten per 24 uur vindt
altijd plaats op het tijdstip van de laatste warmtevraag van de
kamerthermostaat. Om het tijdstip van de automatische inscha-
keling van de circulatiepomp te wijzigen, dient dus op het
gewenste tijdstip de kamerthermostaat even omhoog gezet te
worden.
Kontroleer alvorens de ketel aan te steken:
1. De waterdruk moet minimaal 1 bar zijn bij afgekoeld water.
2. De ketel en de installatie moeten goed ontlucht zijn.
3. De elektrische stroom moet uitgeschakeld zijn.
4. De gaskraan moet open staan.
Nooit de elektrische stroom inschakelen als de installa-
tie niet geheel gevuld en ontlucht is.
Aansteken (zie tek.)
1. Als de ketel of waakvlam kort tevoren heeft gebrand, 5 minu-
ten wachten alvorens opnieuw aan te steken, om eventueel
aanwezige gassen te laten ontsnappen. Voor de Intergas
wandketels type H22VRT dient gedurende de wachttijd van
5 minuten de elektrische stroom ingeschakeld te zijn.
2. Druk de bedieningsknop van het regelblok geheel in en houdt
deze vast, terwijl U de waakvlam aansteekt door de vonk-
ontsteker in te drukken.
Zonodig enige malen herhalen tot de waakvlam brandt.
3. Laat ongeveer 30 seconden nadat de waakvlam is ontstoken
de knop los, waarna de waakvlam moet blijven branden.
Zo niet, dan de handelingen 1 t/m 3 herhalen.
4. Schakel de elektrische stroom direkt in.
N.B. De ventilator van de Intergas wandketels type H22VRT
draait bij geen warmtevraag op een laag toerental t.b.v. de wa-
kvlam. Wordt de elektrische stroom uitgeschakeld dan kan
de waakvlam doven.
Opstoken van het ketelwater
1. Regelthermostaat op de gewenste stand zetten (lage stand
bij matig koud weer, hogere stand bij kouder weer).
2. Kamerthermostaat op de gewenste temperatuur zetten. De
branders gaan nu branden.
3. Als de CV-installatie is bijgevuld, handelen als hierna vermeld
bij ontluchten.
Belangrijk
Let op dat er altijd één of meerdere radiatoren geheel open staan,
omdat er anders geen circulatie in de leidingen plaatsvindt, waar-
door de ketel oververhit kan raken.
Afzetten
Voor tijdelijk afzetten de kamerthermostaat op de laagste stand
zetten. Voor langdurig afzetten de bedieningsknop van het regel-
blok uitzetten. Gaskraan dichtdraaien en eventueel elektrische
stroomtoevoer uitschakelen.
Let op: In de winter altijd waakvlam aanlaten en elektriciteit aan-
gesloten houden om bevriezing te voorkomen. Bij vorst kamer-
thermostaat niet te laag zetten.
Opmerking
Zet de ketel niet de gehele zomer uit, doch laat deze één keer in
de maand een kwartier branden om vuilafzetting in de leidingen
etc. te voorkomen.
Vullen en ontluchten
Voor het vullen de elektrische stroom uitschakelen. Bij de
Intergas wandketels type H22VRT is het mogelijk dat tijdens het
uitschakelen van de elektrische stroom de waakvlam dooft. Voor
het opnieuw aansteken zie hoofdstuk "aansteken". Het vullen
(bijvullen) kan geschieden via de vul/aftapkraan van de ketel of
op de plaats waar de kraan is aangebracht door de installateur.
Hier-voor de vulslang met de bijgeleverde slangpilaar op de
vul/aftapkraan draaien. Vervolgens de vulslang vullen met water
totdat zich hierin geen lucht meer bevindt. Dan de wartel vast-
draaien.
Vulkraan openen en installatie op druk brengen.
Alle ontluchtingspunten goed ontluchten.
Rechts boven in de ketel is een automatische ontluchter ge-
monteerd. Kontroleer of het afsluitdopje open staat. Vulkraan
sluiten en wartel eraf draaien.
Moet er vaker dan enkele keren per stookseizoen bijgevuld wor-
den, dan de installateur waarschuwen, daar steeds vers water
schadelijk voor de installatie kan zijn. Er is dan waarschijnlijk
een lek in de installatie.
Na het vullen de ketel opstoken en nog enkele malen ontluch-
ten. Dit herhalen totdat er geen pomp- of leidinggeruis meer is.
Vooral de eerste weken na het vullen dient de gehele installatie
enkele keren ontlucht te worden. Het ontluchten dient altijd te
geschieden met uitgeschakelde branders en stilstaande pomp
(dus stroomtoevoer uitschakelen nadat water afgekoeld is).
Zakt de waterdruk beneden het door de installateur opgegeven
minimum (1 bar) dan de installatie weer bijvullen en zonodig
ontluchten.
Vul altijd met schoon drinkwater (zie montagevoorschriften).
BEDIENINGSVOORSCHRIFT INTERGAS GASWANDKETEL MET ELEKTRONISCHE POMPSCHAKELAAR