2 TOESTELOMSCHRIJVING
2.1 Algemeen
De Intergas Kombi Kompakt HRE gaswandketel is een gesloten toestel. Het toestel is
bedoeld om warmte te leveren aan het water van een CV-installatie en de WW-
installatie.
De luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer kunnen door middel van twee aparte
leidingen op het toestel aangesloten worden. Een concentrische aansluiting kan op
aanvraag geleverd worden. Het toestel is in combinatie met de Intergas combidoorvoer
gekeurd, maar het toestel kan ook aangesloten worden op combidoorvoeren die
voldoen aan de universele keuringseisen voor combidoorvoeren en voorzien zijn van
een QA keur.
Het toestel kan naar keuze aangesloten worden op een montagebeugel, een frame
met bovenaansluiting en diverse aansluitsets. Deze worden separaat geleverd.
De Intergas Kombi Kompakt HRE 24/18, 28/24 en 36/30 gaswandtoestellen zijn
voorzien van het CE keurmerk IP20 en de Gaskeur labels HR, SV, NZ en CW Klasse
3, 4 en 5.
Dit houdt in dat de toestellen geschikt zijn voor het leveren van tenminste resp. 6, 7,5
en 8,5 liter per minuut van 60°C (dit komt overeen met resp. 10, 12,5 en 15 liter per
minuut van 40°C) of resp. het vullen van een bad van 100 liter binnen 12 minuten, het
vullen van een bad van 120 liter binnen 11 minuten en een bad van 150 liter binnen 10
minuten met water van 40°C gemiddeld.
Bij de instellingen “aan”
en “eco” voldoet het toestel aan de Gaskeur CW eisen.
Het is mogelijk om het toestel alleen te gebruiken voor warmwater of alleen voor
verwarming. Het niet gebruikte systeem hoeft niet aangesloten te worden. (Zie § 7.3)
Het toestel wordt standaard geleverd voor aardgas (G25). Op aanvraag kan een
toestel geleverd worden voor propaan (G31).
2.2 Werking
De Intergas Kombi Kompakt HRE gaswandketel is een modulerende hoog rendement
ketel. Dit houdt in dat het vermogen wordt aangepast aan de gewenste
warmtebehoefte.
In de aluminium warmtewisselaar zijn twee van elkaar gescheiden koperen circuits
geïntegreerd.
Door de gescheiden uitgevoerde circuits voor CV- en warmwater kunnen de
verwarming en warmwatervoorziening onafhankelijk van elkaar werken. De
warmwatervoorziening heeft voorrang ten opzichte van de verwarming. Beide kunnen
niet gelijktijdig werken.
Het toestel is voorzien van een elektronische branderautomaat die bij iedere
warmtevraag van de verwarming of de warmwatervoorziening de ventilator aanstuurt,
de gasklep opent, de brander ontsteekt en de vlam continue bewaakt en regelt,
afhankelijk van het gevraagde vermogen.
2.3 Bedrijfstoestanden
Op het servicedisplay van het bedieningspaneel wordt door een code de
bedrijfstoestand van het toestel aangegeven.
- Uit
Het toestel is buiten bedrijf, maar staat wel onder elektrische spanning. Op vragen
voor warm tapwater of CV water wordt niet gereageerd. De toestelvorstbeveiliging is
wel actief. Dit houdt in dat de pomp gaat draaien en de wisselaar wordt opgewarmd
indien de temperatuur van het daarin aanwezige water te ver daalt.
Als de vorstbeveiliging ingrijpt dan is code
7 zichtbaar (opwarmen wisselaar).
Tevens kan in deze bedrijfstoestand de druk in de CV-installatie (in Bar) afgelezen
worden op het temperatuurdisplay.
Wachtstand
De LED bij de toets brandt en eventueel één van de LED’s van de tapcomfort
functie. Het toestel is gereed voor het beantwoorden van een vraag naar CV- of
tapwater.