Aansluitschema zone regeling
A. Ketel
B. Elektrische afsluiter 230 V ~
C. Radiatoren
T1. Kamerthermostaat zone 1
T2. Kamerthermostaat zone 2
Z1. Zone 1
Z2. Zone 2
Werkingsprincipe
De zone regeling omvat twee kamerthermostaten en een afsluiter. Indien de kamerthermostaat
van zone 2 een warmtevraag genereert wordt de afsluiter geopend en wordt het hele systeem
verwarmd. Als de ruimtetemperatuur van zone 2 hoger is dan de ingestelde gewenste
temperatuur, bepaalt de kamerthermostaat van zone 1 of zone 1 moet worden verwarmd.
Installatievoorschrift
1. Plaats de afsluiter volgens het aansluitschema.
2. Sluit de kamerthermostaat van zone 1 aan op X4 – 6/7.
3. Sluit de kamerthermostaat van zone 2 aan X4 – 11/12.
4. Wijzig parameter A van de service code. Zie Instellingen installateur.( Zie § 7.3)
Let op: De kamerthermostaat in zone 1
MOET een aan/uit thermostaat zijn, de
kamerthermostaat in zone 2
MAG een aan/uit of OpenTherm thermostaat zijn.
5.1.4 Toestel met MIT regeling
Het toestel kan ook toegepast worden in combinatie met een indirect gestookte luchtverwarmer
(b.v. Brink type Elan) en warmteterugwin-unit (b.v. Brink type Renovent HR). Het toestel is
geschikt om verse ventilatielucht van buiten enkele graden na te verwarmen: dit garandeert
een minimale inblaas temperatuur. Deze regeling (MIT regeling) kan met een externe
schakelaar in- en uitgeschakeld worden.
Om energie te besparen dient de pompstand zo laag mogelijk ingesteld te worden.
Aansluitschema MIT regeling
A. Intergas Kombi Kompakt
B. Overstortventiel
C. Expansievat
D. Indirect gestookte hete luchtverwarming en warmteterugwin-unit
E. Ventilator
F. Instelbare flowbegrenzer (Taco 23.1202)
H. Afsluiter Minimale Inblaas Temperatuur
Werkingsprincipe
Als de MIT regeling wordt ingeschakeld, worden de pomp en de tapcomfortfunctie van het
toestel ook ingeschakeld. Via de instelbare flowbegrenzer wordt er een kleine warmteflow
(maximaal 500 W) naar de luchtverwarmer toegelaten. Hierdoor wordt de in te blazen lucht
enkele graden opgewarmd. De afsluiter wordt geopend wanneer er een CV warmtevraag is.
Installatievoorschrift
1. Sluit het toestel aan op de luchtverwarmer.
2. Voer het systeem in koper uit om vervuiling van de kleine doorstroomopening van de
flowbegrenzer te voorkomen.
3. Plaats de afsluiter altijd parallel aan de instelbare flowbegrenzer.
4. Isoleer de aanvoerleiding naar de luchtverwarmer.
5. Sluit de elektrisch bediende afsluiter, (connector X2) en de MIT schakelaar (connector X4)
aan. Zie § 5.3.1 en § 10.1.
6. Wijzig parameter 2 van de service code. Zie Instellingen installateur (Zie § 7.3).
Let op: De MIT regeling functioneert alleen als “tap comfort” op de display van het toestel op
“aan” ingesteld is. Raadpleeg de handleiding van de thermostaat bij de toepassing van een
“Open Therm” kamerthermostaat.
Flowbegrenzer instellen
Stel de flowbegrenzer (F) zodanig in, dat het temperatuurverschil van de lucht over de
luchtverwarmer, met minimale luchthoeveelheid, 5°C bedraagt. De flow zal dan ongeveer 0,2
liter per minuut bedragen. Dit is beneden het minimale meetbereik van de flowbegrenzer.