54
8.9.2 De veiligheidsgordel correct instellen
• Zorg ervoor, dat u correct in de rolstoel zit, dat wil zeggen helemaal naar achteren op de
zitting, het bekken rechtop en zo symmetrisch mogelijk, dus niet naar voren, achteren of naar
de zijkant leunend.
• Bevestig de veiligheidsgordel zodanig, dat de heupbotten nog net voelbaar zijn boven de
gordel.
• Stel de lengte van de gordel in met de hierboven weergegeven verstelmogelijkheid. De gordel
moet zo zijn ingesteld, dat er nog net een hand tussen de gordel en uw lichaam past.
• De gesp moet bij voorkeur in het midden zitten. Daarom moet u de vereiste verstellingen bij
voorkeur aan beide zijden uitvoeren.
• Inspecteer de gordel a.u.b. wekelijks, om te garanderen dat deze zich nog in een perfecte staat
bevindt, geen beschadigingen of slijtage vertoont en dat deze volgens voorschrift aan de
rolstoel bevestigd is. Als de riem met een schroefverbinding is bevestigd, moet worden
gegarandeerd dat de verbinding niet losraakt of helemaal los is. Meer informatie over de
onderhoudswerkzaamheden aan de riemen vindt u in de Servicehandleiding, die bij Invacare®
verkrijgbaar is.