258869
CV/ZH Super
nl-11 NEDERLANDS
• Controleer of de CV-ketel in bedrijf komt en de
boiler aanwarmt (ketel eventueel aansteken).
• Zonodig nog extra ontluchten!
• Controleer of de expansieafvoer werkt
(druppelen uit de inlaatcombinatie).
• Controleer tijdens de eerste boiler
aanwarming de keteltemperatuur.
• De afstelling van de CV-ketel thermostaat
en de boiler thermostaat zijn correct indien
de boiler thermostaat de aanwarming
onderbreekt vóór of tijdens het eerste
nadraaien van de pompschakeling.
• Afhankelijk van de massa (soortelijke warmte)
van de CV-ketel en de waterinhoud hiervan,
vindt in de nadraaitijd een aanzienlijke
naverwarming van de boiler plaats.
11.2 In bedrijf stellen
• Controleer of de boiler geheel gevuld
is met water en de installatie lekvrij is.
De boiler moet na het installeren en
het vullen met water binnen drie
maanden in bedrijf worden gesteld
om goede werking te garanderen.
11.3 Controle op werking
Na het in bedrijf stellen van het toestel dient
u de volgende punten te controleren:
- Het druppelen van expansiewater uit de ont-
lastklep. Dit is noodzakelijk om te hoge druk in
de boiler tijdens het opwarmen te voorkomen
- De gehele installatie op lekkage, ook
30 minuten na inbedrijfname.
11.4 Buiten bedrijf stellen
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
CV-ketel of van de boilerregeling. De hoofd-
kraan van de waterleiding kan open blijven.
11.5 Boiler legen
• Schakel de boiler uit. Raadpleeg hiervoor
de gebruiksaanwijzing van de CV-ketel
of van de boilerregeling.
• Tap een aantal liters af uit een warm
waterkraan.
• Sluit de hoofdkraan van de waterleiding.
• Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie.
• Open een warmwaterkraan en sluit deze
als er geen warm water meer uitkomt.
• Neem maatregelen om eventueel lek
water op te vangen.
• Schroef de inlaatcombinatie los van de boiler.
• Sluit een aftapslang aan op de koudwater
aansluiting van de boiler en leg het
uiteinde van de slang op een plaats waar
het water goed afgevoerd kan worden
• Open een warmwaterkraan of draai de
wartel van de warmwateraansluiting los.
10.4 CV - installatie (zie ook fig.2.1 of 2.2)
• Bepaal de plaats van de driewegklep en
het T-stuk. Houd rekening met bestaande
leidingen. Bij installatie van een CV-boiler
bij een reeds geïnstalleerde CV-ketel is
het doorgaans het eenvoudigst om de
driewegklep en het T-stuk op de plaats
van een knie of bocht, zo dicht mogelijk
bij de CV-ketel in de aanvoer- en/of
retourleiding te monteren.
• Monteer de driewegklep.
• De bekrachtigd geopende aansluiting van
de driewegklep moet worden verbonden
met een warmtewisselaar aansluiting
van de boiler (Ø 22)*, eventueel met
tussenvoeging van de meegeleverde
ontluchtingsset (knel Ø 22 x knel Ø 22)**.
• Schuif de ontluchtingsset met de
dunne buis naar boven in de rechter
warmtewisselaar aansluitng tot de
aanslag van de knelkoppeling.
• Verbind de overblijvende warmtewis-
selaar aansluiting (Ø 22)* van de boiler
met behulp van een T-stuk, met de CV-
leiding naar/van de CV-ketel.
• Zet de driewegklep met de bedienings-
hefboom in de vergrendelde stand (naar
beide circuits geopend).
• Vul het CV-systeem tot de gewenste druk.
* bij 40 kW: Ø 28 mm
** bij 40 kW: Ø 28 knel x Ø 28 knel
10.5 Boiler vullen
• Open de warmwaterkraan.
• Open de stopkraan van de inlaatcombinatie
• Open de hoofdkraan van de waterleiding.
• Laat de boiler goed doorstromen.
• Verwijder de afsluitkap en controleer de
installatie op lekkage.
• Isoleer de warmwaterleiding.
10.6 Aansluitingen elektriciteit
zie ook fig. 2, 2.1 en 2.2 (voor zover van
toepassing). Zie tevens het CV -ketel of
het Cenvax installatievoorschrift (voor
zover van toepassing). Voor CV-ketels
met ingebouwde boilerregeling is de
thermostaatset reeds voorgemonteerd.
11 In en buiten bedrijf stellen
11.1 Algemeen
• Stel de CV-ketel thermostaat op 90
0
C
of tenminste 20 K hoger dan de boiler-
thermostaat (standaard afgesteld op 60
0
C)
voor voldoende warmteoverdracht.
• Steek de CV-ketel contactstop in de wand-
contactdoos (boilerregeling ingebouwd), of in
de boilerregeling, of in de tussensteker hiervan.