De wasemkap is voorzien van “randafzuiging”. Dit houdt in dat
de afzuiging geconcentreerd wordt op de randen van de kap.
Hierdoor ontstaat aan de randen een hogere luchtsnelheid met
als resultaat een beter afzuigrendement.
Door tijdens het koken de schuiflade geheel uit te trekken,
verkrijgt de wasemkap zijn maximale werking.
6. LUCHTTOEVOER
Bij gebruik van de wasemkap dient er in de ruimte altijd een
luchttoevoeropening aanwezig te zijn, waardoor verse lucht kan
toestromen.
Hoe groot de keuken of de ruimte met open keuken ook is, er
kan slechts zoveel lucht uit de ruimte worden afgezogen als dat
er wordt toegevoerd.
Een te kleine of geen luchttoevoeropening zal de afzuig-
capaciteit van de wasemkap en daardoor ook het rendement
sterk verminderen. Tevens zal het geluid hierdoor toenemen.
Door te weinig luchttoevoer kan terugslag ontstaan in ander
aanwezige afvoerkanalen, zoals bijvoorbeeld via het
rookafvoerkanaal van de openhaard of andere
verbrandingstoestellen.
Het aanvoeren van verse lucht kan geschieden door een raam
of binnendeur enigszins te openen of door een toevoerrooster
aan te brengen.
7. REINIGEN EN ONDERHOUD
De motor(en) behoe(ft)(ven) geen smering of onderhoud.
In de wasemkap bevinden zich, afhankelijk van het type, één of
twee metalen vetfilters.
Afhankelijk van het gebruik, doch minstens éénmaal per twee
weken, dient dit vetfilter gereinigd te worden (ook uit het oogpunt
van brandveiligheid).
Het filter kan als volgt gereinigd worden:
• In de vaatwasmachine
• Dompel het filter in een oplossing van kokend water,
waaraan een ontvettend afwasmiddel is toegevoegd. Spoel
vervolgens het filter onder de kraan met warm water en laat
ze daarna uitlekken.
De buitenkant van de wasemkap kan met een vochtige doek en
een mild reinigingsmiddel schoongemaakt worden. Geen
agressieve of krassende producten gebruiken.
Belangrijk! Indien de bovenvermelde instructies niet worden
uitgevoerd, ontstaat er door een te sterke vervuiling, kans op
brandgevaar.