Installatie Hand leiding: Oasis beveilig ing systeem (JA- 82K) - 15 -
• Wa nneer er meerdere laatste deu r detectoren zijn in 1 sy steem,
dan zal de uitloopvertraging worden verlengd vanaf er 1 is
getriggerd, en zal de vertraging pas stoppen als al le laatste
deur detectoren gedet riggerd zijn.
Uitschakelen van een systee m met een laatste deur detector
• Na het uitschakelen van het sy steem zal een inloopvertraging
tussen 30 en 270 seconden starten en worden weergegeven.
• Wanneer een normaal vert raagde detector get riggerd wordt
tijdens het bet reden van een gebouw, dan zal het systeem een
normale inloopvertraging starten t ussen de 5 en 45 seconden.
• Wanneer ee rst een laatste deur detecto r getriggerd wordt, dan
zal een langere inloopvertraging sta rten. Wanneer tijdens deze
vertraging een norma le vertraagde detector g etriggerd wordt,
dan zal de overige inloopvertrag ing worden verkort naa r de
normale inloopvertraging van een vertraagde zone.
Opmerking: Voo r laatste deur detectoren kunnen geen puls detectoren
worden gebruikt zoals de JA-80P Pir detector of de ingangen van een JA-
80E want deze zijn heb ben ook een puls reacti e.
Magneetcontacten (JA-80M , JA-82M)en de hard bedrad e ingangen van
de centrale of de ingang van het draadloos keyp ad JA-80F kunnen wel
worden gebruikt.
Fabrieksinstelling : Geen laatste deurdetectoren in een sy steem.
12.24. Partieel inschakelen o f delen van een systeem
De centrale kan op 3 manieren w orden ingesteld:
• Enkel volledig in schakelen / uitschakelen
• Pa rtieel inschakelen om een deel van een gebouw te
kunnen beveiligen met maximum 3 partities
• Een volledig gedeeld systeem (SPLIT), met 2
onafhankelijke se cties voor 2 verschillende gebruikers,
en indien gewenst een gemeenschappelijk ruimte optie.
Instellen van de centrale kan met volgende code:
66x
Waarbij :
x =0 = niet gedeeld systeem
(Enkel volledig inschakelen / uitschakelen)
x=1 = p artial s etting (voor inschakelen van
secties A, AB, of ABC)
x=2 = gedeeld “spli t” system (secties A en B
kunnen afzonderlijk worden
gewapend/ontw apend, met optie van sectie
C die enkel gewapend is als sectie A en
secti e B is gewapend )
Opmer kinge n:
• Voor ee n niet gedeeld “unsplit” systeem , alle inbraak detectoren zijn
onmiddellijk gewapend / ontwapend wann eer het systeem gewapend /
ontwapend wordt. Toekenne n van draadloze detectoren,
toegangscodes en afstandsbedi eningen op verschillende secties va n
het systeem heef t geen invloed bij deze instelling.
• Parti eel inschakelen is voornamelijk t oegepast in woningen en
appartementen waarbij de gebr uikers verschillende delen van een
gebouw wensen te beveiligen gedurende de dag. Detectoren kunnen
worden toegevoegd aan 3 verschillende secties A, B en C. Indrukken
van toets A zorgt vo or het inschakelen van detectoren in secti e A, bv
inschakelen van de garage. Indrukken van toets B zorgt voor het
inschakelen van s ecties A en B, bv voor het inschakelen v an de garage
+ de benedenverdieping voor het slapen. De ABC toets gebruikt me n bij
het verlaten van het gebo uw voor het volledig inschak elen van alle
secties A,B en C. Wanneer je daarna een geldige toegangsco de of
kaart gebruikt voor het systee m te uitschakelen worden alle s ecties
ontwapend. Het toekennen van kaarte n of codes in verschillende
secties heeft geen effect in de mode partieel inschakelen.
• Een afstandsbediening kan wor den gebruikt om partieel te inschakel en.
De knop pen
en kunnen worden ge bruikt om het volledi g
systeem te insc hakelen en uitsc hakelen,
+ kunn en worden
gebruikt om sectie A of sectie AB partieel te inschakelen. ( zie hoofdstuk
12.39)
• Gedee ld “Split” systee m is voornamelijk gebruikt waneer 2 families (A
en B) wonen in 1 gebouw, of wanneer 2 bedrijven ( A en B) 1 gebouw
delen. Het systeem reageert als 2 onafhankelijke systemen, 1 systee m
als sectie A en 1 systeem als sectie B. Er is ook een
gemeenschappelijke sectie C welke enkel zal gewapend zijn waneer
zowel sectie A als sectie B gewapend zijn. Sectie C kan hier een
gemeenschappelijke inkom zijn. Detectoren kunnen worden
toegewezen aan verschillende secti es A,B of C. Toegangscodes of
toegangskaarten kunnen wor den toegewezen aan verschillende sec ties
A, B of C voor volledig inschakelen/uitsc hakelen.
• Par tieel inschakelen heeft enkel een effect op detector en met direct,
vertraagde of volgen de vertraagde reacti es. Detectoren met reac ties
brand, paniek en 24h kunnen steeds direct h et alarm triggeren,
onafhankelijk va n de status v an hun sectie ( gewapend of niet
gewapend)
Fabrieksinstelling: Niet gedeeld “Un split” systeem.
12.25. Automa tisch om schakelen n aar zomertijd
Wanneer geactiveerd zal het systeem aut omatisch de tijd
aanpassen naar de zomer/wintertijd.
6801 Automatische zome rtijd geactiveerd
6800 Automatische zomertijd ni et geactiveerd
Opmerking: Wanneer de automatische zomertijd geacti veerd is, dan zal
de interne klok van de centrale automatisc h wijzigen op 31 maart
middernacht met + 1 h. Op 31 oktober middernacht zal deze terug wijzigen
met – 1 h.
Fabrieksinstelling: automatische zomerti jd niet geactiveerd
12.26. Tamper alarm bij toenam e van aantal
getriggerde tamp ercontact en
Deze functie laat toe d at continue getriggerde detect oren
genegeerd worden:
6811 Negeer continue getriggerde tamper contacten, b v
reageer enkel b ij toename in het aanta l getriggerde
sensor en.
6810 Activeer een tampera larm bij alle getriggerde
detectoren
Opmerking: Het negeren van permanent getriggerde tampercontacten is
handig terwijl je een dra adloos keypad tijde ns een installatie g ebruikt om
mee te nemen naar de gewenste zones om zo te vermeiden dat er
onnodige tamper alarm ge genereerd wordt.
Fabrieksinstelling: A ctivee r een tamp eralar m bij all e
getriggerde detecto ren
12.27. De PG uitgangen bedienen via *8 en *9
Met deze functie kunnen de PGX en PGY uitgangen worden
bediend vanaf het keypad door het indruk ken van *8 of *9 (of
toetsen
en ).
6821 contr ole geac tiveer d
6820 controle niet geactiveerd
Opmerkingen:
• De PG u itgangen kunnen enkel bediend wor den vanaf het keypad
wanneer de AAN/UIT puls functie geactiveerd is.
• Bove nop het bediene n van de PG uitgangen met d e *8 en *9 toetsen
kunnen de PG uitgange n bediend worden via een toegangsco de,
toegangskaarten, afsta ndsbedieningen en si gnalen van detectoren (zie
12.39 en 12.40)
• Wanneer een PG uitgang enkel moe t worden bediend via een geldige
toegangscode of toegangsk aart moet de *8 en *9 gedeactiv eerd worden
(zie 12.40).
Fabrieksinstelling: controle geactiveerd
12.28. Pe rmanent alarm stat us voor een gewapend
systeem
De onderstaande code laat permane nte weergave van de alarm
status toe op het keypad, ook wanneer het systeem gewapend is.
6831 Permanente status weergave ge activeerd
6830 Schermweergave van max 3 minuten wanneer er een
sectie gewapend is
Opmerkingen:
• Eur opese regelgeving vereis t dat de schermweergave 3 minu ten na het
inschakelen van het systeem ged eactiveerd wordt, en di t vanaf 1 se ctie
van het systeem gewa pend is.
• Het draadloze keypad kan de status conti nue weergeven waneer deze
gevoed wordt via een externe voedingsad apter. In normale werking